Twaalfde maandag door het jaar – Lauden

korte stilte

℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

eerste antifoon

Juich God toe met jubelzang.

eerste psalm: Psalm 47 — De Heer is koning van het heelal
Hij zit aan de rechterhand van de Vader en zijn rijk zal geen einde hebben.

Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang:
geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

Volken dwong hij voor ons op de knieën,
naties legde hij aan onze voeten.
Hij koos voor ons een eigen land,
de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela

Onder gejuich steeg God omhoog,
de HEER steeg op bij hoorngeschal.
Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing hem een lied:
God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.

God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.
De vorsten van de volken zijn bijeen
in het gevolg van Abrahams God.
Zijn schildwachten zijn ze op aarde.
Hoog is hij verheven.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Juich God toe met jubelzang.

tweede antifoon

Luister naar mijn hulpgeroep,
mijn koning en mijn God.

tweede psalm: Psalm 5 — Morgengebed om Gods hulp
Omdat het Woord in hen woont, zal eeuwig de vreugde duren van hen die Jezus hebben aanvaard.

Hoor mijn woorden, HEER,
sla acht op mijn klagen.
Luister naar mijn hulpgeroep,
mijn koning en mijn God,
tot u richt ik mijn bede.

In de morgen, HEER, hoort u mijn stem,
in de morgen wend ik mij tot u en wacht.

U bent een God die zich niet verheugt in het kwaad,
bij u is de misdaad niet welkom.
Gewetenlozen houden geen stand
onder de blik van uw ogen.

U haat allen die onrecht doen,
leugenaars richt u te gronde.
U verafschuwt, HEER,
wie bedriegt en bloed vergiet.

Maar ik mag door uw grote liefde uw huis binnengaan,
van ontzag vervuld mij buigen naar uw heilige tempel.
Leid mij langs mijn belagers, HEER, door uw gerechtigheid,
maak effen de weg die u mij wijst.

Onwaarheid komt uit hun mond,
onheil huist in hun hart,
een open graf is hun keel,
gespleten is hun tong.

Laat hen boeten, God,
laat hen in hun eigen valkuil lopen.
Verstoot hen om hun grote wandaden,
want ze zijn opstandig tegen u.

Er is vreugde bij allen die schuilen bij u,
eeuwige jubel omdat u hen beschermt,
wie uw naam beminnen juichen u toe!
U zegent de rechtvaardigen, HEER,
als een schild beschut hen uw genade.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Luister naar mijn hulpgeroep,
mijn koning en mijn God.

derde antifoon

De God vol majesteit doet de donder rollen,
buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.

derde psalm: Psalm 29 — Aankondiging van het woord van de Heer
Uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’ (Mat. 3:17).

Erken de HEER, o goden,
erken de HEER, zijn macht en majesteit,
erken de HEER, de majesteit van zijn naam,
buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.

De stem van de HEER boven de wateren,
de God vol majesteit doet de donder rollen,
de HEER boven de wijde wateren,
de stem van de HEER vol kracht,
de stem van de HEER vol glorie.

De stem van de HEER splijt ceders,
de HEER splijt de ceders van de Libanon.
Opspringen doet hij de Libanon als een kalf
en de Sirjon als het jong van een wilde stier.

De stem van de HEER ontbrandt in vurige vlammen,
de stem van de HEER brengt de woestijn tot beven,
beven doet de HEER de woestijn van Kades.
De stem van de HEER doet de hinden kalven
en de geiten hun jongen werpen.
Majesteit! roept heel zijn paleis.

De HEER heeft zijn troon boven de vloed,
ten troon zit de HEER als koning voor eeuwig.
De HEER zal macht aan zijn volk verlenen,
de HEER zal zijn volk zegenen met vrede.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

De God vol majesteit doet de donder rollen,
buig u voor de HEER in zijn heilige glorie.

vierde antifoon

Wij prijzen uw luisterrijke naam, o HEER, onze God.

vierde psalm: 1 Kronieken 29:10-13 — Aan God alleen komt alle eer toe
Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus (Ef. 1:3).

Geprezen bent u, HEER,
God van onze voorvader Israël, voor altijd en eeuwig.
U, HEER, bent groots en machtig,
vol luister, roem en majesteit.
Alles in de hemel en op aarde behoort u toe,
HEER, u bezit het koningschap en de heerschappij.
Roem en rijkdom zijn van u afkomstig, u heerst over alles.
In uw hand liggen macht en kracht besloten,
u beslist wie groot en machtig is.
Daarom danken wij u, onze God,
en prijzen wij uw luisterrijke naam.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vierde antifoon

Wij prijzen uw luisterrijke naam, o HEER, onze God.

vijfde antifoon

Loof de HEER, alle volken.

vijfde psalm: Psalm 117 — Lofzang op de barmhartige Heer
Ik bedoel dit … de heidenen moeten God loven om zijn barmhartigheid (Rom. 15:8.9).

Loof de HEER, alle volken,
prijs hem, alle naties:
zijn liefde voor ons is overstelpend,
eeuwig duurt de trouw van de HEER.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vijfde antifoon

Loof de HEER, alle volken.

kapittel: Romeinen 13:12-13

De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag.

hymne: Splendor paternae gloriae

O hemels licht, dat God ons geeft,
licht dat in licht zijn oorsprong heeft,
o Zoon, o zuivere fontein,
ons daglicht, onze zonneschijn.

Ja, onze zon, die stralend staat,
die dag en nacht niet ondergaat,
geef, dat uw Geest te allen tijd
in licht en waarheid ons geleidt.

Wij roepen ook de Vader aan,
de Vader, die ons bij kan staan,
die in het licht zijn woning heeft,
dat hij ons onze schuld vergeeft.

Dat hij ons leidt, — en zie wij zijn
naar ziel en lichaam waarlijk rein,
en door een groot geloof vervuld,
bevrijd van dwaling en van schuld.

Als Christus onze spijze is
en het geloof tot lafenis,
dan schenkt de Geest ons goede wijn,
wij zullen nuchter dronken zijn.

Een lichte dag zij ons bestaan,
nog schuchter in het opengaan,
vol warm geloof als ’t middag is
en zonder nacht of duisternis.

De dageraad verrijst zo schoon;
o onze zon, des Vaders Zoon,
de Vader is in u en gij,
gij zit aan Vaders rechterzij.

vers

℣ Vervul ons in de morgen met uw liefde,
℟ laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.

antifoon bij de lofzang

Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om ons bekommerd en ons verlost.

lofzang van Zacharias

Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost.
Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten:
bevrijd zouden we worden van onze vijanden,
gered uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert hij zich zijn heilig verbond:
de eed die hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
dat wij, ontkomen aan onze vijanden,
hem zonder angst zouden dienen, toegewijd en oprecht,
altijd levend in zijn nabijheid. —

En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste,
want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor hem gereed te maken,
en om zijn volk bekend te maken met hun redding
door de vergeving van hun zonden.
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede. —

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

antifoon bij de lofzang

Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om ons bekommerd en ons verlost.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

God, u hebt de aarde aan de mensen toevertrouwd om haar te beheren en te bewerken, en de zon laat u schijnen om hun van nut te zijn. Geef ons vandaag uw genade om met toewijding ons werk te verrichten tot eer van uw naam en tot welzijn van onze naaste. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.