Gevraagd: een leven dat gezien mag worden

Preek over 1 Petrus 3: 21

orde morgendienst
welkom
zingen: In de hemel is de Heer (André van Zyl)
zingen: Opw 355 (U die mij geschapen hebt)
stil gebed
votum en groet
zingen: Opw 598 (Machtige Heer, grote verlosser)
gebed
Schriftlezing 1 Petrus 3: 8-22
preek over 1 Petrus 3: 21
zingen: LB 358, 1.4.5 (Water, water van de doop)
doop
zingen: Opw 136 (Abba Vader)
zingen: Heer, onze Heer (Lydia Zimmer)
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opw 553 (Laat het feest zijn in de huizen)
zegen

Nu ik dit stuk uit Petrus’ brief weer hoor voorlezen valt me nog eens extra op, dat het best veel vragen oproept. Eerst een heel stuk over hoe je kwaad moet vergelden met goed, en dat de Heer je dan niet uit het oog verliest. Het kwaad uit de weg gaan en het goede doen en voortdurend vrede nastreven. Dat werkt momenteel niet echt voor de christenen in Irak en omstreken. En vaak genoeg werkt het ook niet in het klein bij ons. Als je niet voor jezelf opkomt wordt er gewoon over heen gelopen, toch? Wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede? We weten allemaal wel een paar mensen die erg goed zijn in het pesten van heilige boontjes.

Terwijl je daar dan nog over na zit te denken gaat het vervolgens ook nog eens over Christus die ging verkondigen aan geesten die gevangen zaten en die een rol gespeeld hadden bij de zondvloed, over Noach en de ark en — hup — plotseling over de doop. Ja, inderdaad, die zin over de doop is de reden om het stuk vanmorgen te lezen. Maar dan schrijft Petrus al weer over de opstanding van Jezus en zijn hemelvaart. Al met al heb je dan zomaar het gevoel van de drie dozen onderdelen van een ingewikkelde Ikea-kast uitgepakt hebben en ontdekken dat de handleiding er niet in zit.

 

Goed. Wat doen we daarmee? Eerst maar eens de doolhof-truc. Veel kinderen kennen die al: de makkelijkste manier om een doolhof op papier op te lossen is omgekeerd werken: beginnen bij de uitgang en dan terug naar de ingang. Ik begin ongeveer bij de uitgang, bij vers 21: De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Daar kun je ook allerlei vragen bij stellen, maar dat bewaar ik nu even tot verderop in de preek. Hoe je de woorden verder ook uitlegt, er staat in ieder geval iets dat neerkomt op: de doop is niet een kwestie van van iets slechts àf komen (afwassen, vuil kwijtraken), maar een vraag om áán iets goeds te komen (een zuiver geweten). En dat ‘niet’ kun je ook weergeven met ‘bij de doop is het anders’. Bij de doop is het anders, in de doop gaat het er niet om van iets slechts af te komen, maar om aan iets goeds te komen.

Oké. Bij de doop is het anders. Anders dan wat? Nou, anders dan bij de zondvloed. Sorry voor de kritiek op de vertaling, maar het is niet anders: de zondvloed is geen ‘voorafbeelding’ van de doop, maar, zoals er vroeger stond, een ‘tegenbeeld’, een foto-negatief. De doop is een omgekeerde zondvloed. Dat zie je volgens Petrus aan twee dingen. Het ene is dat de doop geen kwestie is van iets slechts kwijtraken. Dat was de zondvloed wel: alle kwaad en slechte mensen werden als vuil van de aarde weggewassen. Het andere omgekeerde zie je als je een vers terug gaat (vs. 20): in de zondvloed werden slechts enkele mensen, acht in totaal, gered, door de doop worden juist heel veel mensen gered, u, Petrus’ eerste lezers, maar het is duidelijk dat zij niet de enigen zijn. In de doop gaat het om redding, niet om vernietiging.

Maar goed, hoe kan het dan dat het nu anders is dan toen? Toen kon in principe ook iedereen gered worden in de ark, maar niemand kwam, niemand wilde luisteren naar Noach. Dat heeft volgens Petrus te maken met geesten, slechte geesten. Die zitten in de gevangenis, of beter: die staan onder bewaking van God, maar in de tijd van Noach bezielden ze de mensen om Noach uit te lachen en niet te luisteren en gered te worden. Nu is dat anders. Nu is Jezus Christus opgestaan uit de dood en naar de hemel gegaan, terwijl (vers 22) de engelen, machten en krachten aan hem onderworpen zijn. Zijn opstanding en hemelvaart waren een duidelijke boodschap aan de slechte geesten: jullie hebben verloren, jullie macht is gebroken, nu is alles anders dan toen. En dat blijkt ook: in de doop gaat het om redding, niet maar voor een achttal mensen, maar voor ontelbaren. Het is nu geen kwestie van opruimen en schoonmaken, maar van opnieuw beginnen in nieuw leven. Dat kan, dankzij de opstanding van Jezus Christus.

Die opstanding zet alles in een nieuw licht. Ook dat kwaad vergelden met goed, en het liever lijden omdat je goed doet dan omdat je kwaad doet. Jezus heeft immers ook geleden omdat hij goed deed, en brengt mensen zo bij God als opgestane Heer. Misschien ziet het er nog steeds wel zo uit: als je geen kwaad met kwaad vergeldt wordt er over je heen gelopen. Misschien zie je onder mensen nog steeds weinig reden om te geloven dat je het kwade kunt overwinnen door het goede. Maar Jezus’ nieuwe leven in zijn opstanding bewijst dat goed toch echt sterker is dan kwaad, liefde sterker dan haat, en zegenen sterker dan terug schelden. Als je deze Christus als heer erkent en van harte eert, kun je leven in hoop. Vraagt iemand daarnaar vertel over zijn opstanding die alles anders maakt. Je kunt het zachtmoedig en met respect doen, je hoeft immers je eigen stand niet meer overeind te houden. Dat doet Jezus wel.

Zie je, als je zo het doolhof andersom loopt, is het niet meer zo’n onsamenhangend stuk tekst dat over van alles en nog wat gaat. Leef het goede, vergeld geen kwaad met kwaad, maar lijd liever om het goede dan om het kwaad dat je terugdoet. Dat heeft Jezus ook gedaan. Zijn opstanding bewijst dat het goede sterker is dan het kwade. Die boodschap hebben alle boze geesten van hem gekregen: jullie hebben ongelijk, het kwaad is niet sterker, de haat niet en het geweld niet. Daarom kan de zondvloed nu worden omgekeerd in de doop: geen opruimen van veel kwaad met een paar ontsnappende mensen, maar het redden van veel mensen tot een nieuw leven, want Jezus is Heer.

 

Goed, tijd om terug te gaan naar vers 21: De doop wast niet het vuil van uw lichaam, het is een vraag aan God om een zuiver geweten. Ik loop die laatste woorden even langs, op weg naar de doop straks van Sofie en Micha.

Als zij gedoopt worden is dat dus ook een vraag. Zij vragen nog niet zoveel, in ieder geval niet met woorden. Maar hun doop blijft een vraag, nu van Rianne en Theo, en van Davita en Floris: God, Vader, Zoon, heilige Geest, geef Sofie en geef Micha te kunnen leven met een zuiver geweten. Dat is een vraag, een gebed. Van Gods kant uit is de doop een belofte, een verklaring: jij bent mijn kind, jou wil ik redden, jou wil ik nieuw maken. Die belofte, die verklaring ontvang je als mens in gebed, in een vraag.

Dat is best bescheiden en klein. Goed om op te letten voor assertieve Westeuropese christenen. Als God ons redt, als Jezus uit de dood opstaat, worden wij daar niet groot en sterk en zelfbewust van, maar blijkt juist dat wij klein en zwak en kwetsbaar zijn. Als je net bij het lezen van het eerste deel, over dat het goede doen, de minste willen zijn, zegenen en niet schelden als er over je heen gelopen wordt, en dergelijke — niet alleen dacht: maar dat werkt toch zo niet, maar ook: ik kan dat niet, ik breng dat niet op — dat is terecht. De enige mens die er ooit in geslaagd is zijn hele leven te leiden met een zuiver geweten is Jezus zelf geweest. Christenen zijn zelf niets anders dan alle andere mensen. Het geheim van hun leven is niet dat ze het nu wel zelf kunnen, maar dat ze in contact met God leven, in gebed leven, een vragend leven leiden. Het waren zo ongeveer de laatste woorden van Luther: wij zijn bedelaars, dat is waar. En dat is maar net waar. Het begint in de doop, als je leven als christen officieel begint. Die doop is een vraag, die de rest van je leven stempelt tot een vragend leven, vragend aan God.

Laten we het maar tot ons door laten dringen. Het eerste wat ons steeds weer te doen staat is bidden. Het eerste wat jullie Sofie en Micha mogen leren is bidden. En de enige manier waarop dat echt kan is door zelf te blijven bidden, ook voor hen. Wie hier is en gedoopt is: zo is je leven met God begonnen, als een vraag aan hem, zo moet het ook verder gaan. Wie hier is en niet gedoopt is: alles begint met bidden en vragen aan God, daar volgt heel de rest van je leven uit. Ben je met dat bidden begonnen, dan kun je ook gedoopt worden, en gered.

Want wij zijn niet zo bijzonder, God is bijzonder. Wie is als God? Wie is als Jezus? Wie als zijn Geest? Micha heet er naar: wie is als God? En Sofie ergens ook: sofia is wijsheid, en wie is wijs als de Levende? Hij is in staat om alles anders te maken door als rechtvaardige voor onrechtvaardigen te lijden. Hij draagt het kwade zelf, ook ons kwaad, en houdt het door alles heen vol om van ons te houden. Wie kun je beter vragen om je leven nieuw te kunnen leiden dan hij? Zie je? Het tweede wat ons steeds weer te doen staat is ons verwonderen over wie de Levende God is, die geeft, een geeft, en draagt en vernieuwt en vergeeft en nieuw schept. Erken Christus als heer en eer hem met heel uw hart, zegt Petrus. Jullie mogen het Sofie en Micha leren. En weer: de enige manier waarop dat echt kan is het zelf te doen, door zelf groot over God te spreken, bewonderend over Jezus, verwonderd over zijn Geest. Zo is je leven als christen officieel begonnen: als een vraag aan God, Vader, Zoon en Geest. Alleen omdat hij groot is en goed en trouw komt er iets van terecht bij ons.

En dan dat laatste: in de doop is je leven als christen officieel begonnen als een vraag aan God om een zuiver geweten. Dat verstaan wij makkelijk anders dan Petrus het heeft bedoeld. Voor ons is ons geweten iets van onszelf, de stem die je hoort als je zelf op je leven terugkijkt: dit was goed, dat was fout. Een vraag, een gebed om een zuiver geweten betekent dan voor je het weet vooral de vraag dat God niet maar ons lichaam wast, maar vooral onze geest, door ons onze zonden te vergeven. Dat is op zichzelf geen foute gedachte. Petrus schrijft in vers 18 ook over de zonden van onrechtvaardigen waarvoor Christus geleden heeft. Het hoort ook bij de doop, zoals we straks nog zullen horen, dat Jezus Christus belooft al ons kwaad te vergeven. Punt is alleen dat Petrus dat hier niet bedoelt.

Je geweten is voor Petrus, en trouwens voor alle mensen uit een eer- en schaamte-cultuur, niet iets van jezelf. De stem van je geweten hoor je niet als je in jezelf luistert, maar als je luistert naar wat anderen over je zeggen en van je vinden. Je geweten is zuiver als anderen alleen maar goed over je moeten spreken en onzuiver als anderen terecht schande van je spreken. Als je een zuiver geweten hebt mag iedereen zien wat je doet — het is immers goed? God voor de rest van je leven vragen om een zuiver geweten betekent zo gezien God vragen dat je echt goed kunt leven, dat je open, voor iedereen zichtbaar je weg door het leven kunt vinden. Houdt uw geweten zuiver, had Petrus eerder gezegd, in vers 16. Dat hoort in de sfeer van het je volledig inzetten voor het goede, open bereid zijn je te verantwoorden, zachtmoedig en met respect. En dat is dus niet iets wat christenen ‘even doen’, maar wat het gebed van hun leven is, de vraag om nieuw leven vanaf hun doop.

Het grappige hierbij is dat dit haast vanzelf iets is wat je vraagt voor je kinderen, waar je God om bidt, al dan niet met zoveel woorden: Heer, geef dat ze zo leven dat ze gezien kunnen worden, dat het goed is, dat ze zich niet hoeven te schamen. Ik noem dat grappig omdat je het als ouder of als ouder mens voor jezelf helemaal zo makkelijk niet vraagt. Je weet maar al te goed hoe vaak je al dingen hebt gedaan die niet gezien mogen worden. Dan herinnerd te worden aan het begin van je leven, aan hoe ook jouw ouders iets goeds van je verwachtten, aan hoe in de doop in de kerk je leven begon met een vraag aan God om een zuiver geweten, om een leven dat gezien mag worden, heeft iets pijnlijks. Maar goed dat er ook vergeving is. Inderdaad. Maar door die vergeving heen kom je toch altijd ook weer terug bij de vraag die je doop aan God stelde, de vraag die je leven bepaalt: Heer, geef me een nieuw leven, een leven dat open kan zijn, gezien mag worden, ook als het betekent openlijk vergeving vragen, open vertellen over wat niet goed ging, open opnieuw beginnen. Als je wel vergeving wilt, maar geen nieuw leven wordt het allemaal goedkoop en plat en blijft het tenslotte allemaal oud leven. Dan is het meer dan tijd om weer terug te gaan naar de Levende God — wie is als Hij? — en te vragen, te vragen en weer te vragen.

Het is het derde wat we best weer eens tot ons door mogen laten dringen, het derde wat jullie Sofie en Micha mogen leren: het gaat God om werkelijk goed leven, hij wil je een leven geven dat gezien mag worden, een zuiver geweten. En ook voor deze keer geldt: de enige manier om dat echt over te brengen is door het zelf te doen, het vragen, het je richten op God, en het leven dat gezien mag worden. Niemand hoeft te wanhopen of dat wel kan. Want wie is als God? Wie als Jezus? Wie als zijn Geest? Wij zijn bedelaars, dat is waar. Maar hij is God, en daar gaat het maar om. Zoals Petrus schrijft: ‘Hierom kunt u vragen dankzij de opstanding van Jezus Christus, die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan hem onderworpen zijn.’ Hij is begonnen: in de naam van de Vader, van de Zoon en van de Heilige Geest, amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 24 augustus 2014

2 gedachten over “Gevraagd: een leven dat gezien mag worden

  1. Dag collega,
    Hartelijk dank voor het mogen lezen van je preek!
    Ik had 1 opmerking, die misschien nuttig is om te delen: ‘anti-type’ wordt in onze tijd en cultuur gebruikt als ‘tegenovergesteld type’, maar in de eerste eeuwen van onze jaartelling had ‘antitype’ juist een andere betekenis. Type: dat was het oude, wat verweest naar het ‘uiteindelijke’, ‘het echte’, het antitype. Er is dus niet sprake van een tegenstelling, maar van een verwijzing tussen type en antitype. (Zie o.a. Rein Bos, ‘Wij hebben gehoord dat God met u is. Preken vanuit het Oude Testament’)

    Hartelijke groeten en zegen op je werk toegewenst!

    Eddy de Kruijf
    Capelle a/d IJssel1

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *