Eten en drinken, samen verzoening

Preek over 1 Korintiërs 11:26

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 98 (berijming Liedboek)
lezen Tien Geboden
zingen: NGK 156
gebed
Schriftlezing 1 Korintiërs 11:23-26
zingen: NGK 125,1-3
preek over 1 Korintiërs 11:26
zingen: NGK 125,4-6
gebed
inzameling gaven
zingen: NGK 161
avondmaalsformulier III
zingen: Liedboek 358,1-4
avondmaalsviering
Schriftlezing Johannes 15:1-8, zingen: Liedboek 358,5
Schriftlezing Johannes 15:9-17, zingen: Liedboek 358,6
zingen: Psalm 138
zegen

Zo meteen gaan we weer samen de dood van de Heer verkondigen. We doen dat door twee dingen te doen, samen aan tafel: het brood eten en uit de beker drinken. Daarmee zeggen we: wat zijn we blij dat Jezus zichzelf voor ons heeft willen geven in de dood en wat zijn we blij dat zijn dood voor ons nieuw leven betekent in een nieuw verbond, een nieuwe verhouding met God. Iedereen die het ziet mag zich aangesproken weten: Jezus’ dood wil ook voor jou bevrijding en nieuw leven betekenen. De dood van de Heer verkondigen, eenvoudig door zo te doen.

Vooraf wil ik vanmorgen even één punt met woorden wat uitvergroten. We doen dat door twee dingen te doen, zei ik: het brood eten en uit de beker drinken. Die twee dingen zijn niet hetzelfde, betekenen ook niet hetzelfde, maar ze komen bij elkaar in de éne volkomen verzoening van al onze zonden. Echte verzoening is altijd een soort van twee-componenten-lijm. Mensen, of mensen en God, die zich verzoenen komen weer echt bij elkaar. Wie werkelijk verzoend is kan de ander ook weer zoenen. En dat kan alleen in de ervaring van twee dingen tegelijk: een eerlijk oordeel en werkelijke vergeving. Allebei die componenten zijn belangrijk, anders houdt de twee-componenten-lijm niet.

Verzoening wordt nooit iets als niet eerlijk wordt uitgesproken wat is fout gegaan; dan blijft alles liggen zoals het is. Verzoening zonder eerlijke aanklacht en erkenning van schuld heeft meer weg van onverschilligheid of doen alsof er niets gebeurd is. Of wat gebeurd is stelt niets voor, of de ander is niet echt interessant, niet de moeite waard om serieus te nemen. Maar verzoening wordt ook nooit iets als het bij zo’n oordeel blijft en er geen nieuwe start gemaakt wordt, geen nieuw begin van nieuw leven samen. Dan gaat het niet om verzoening maar om veroordeling. Vaak genoeg gaan mensen zo uit elkaar: de ander is veroordeeld, jij hebt je gelijk gekregen en dat is dan genoeg. Maar echte verzoening is dat niet. Nog een keer: wie werkelijk verzoend is kan de ander ook weer zoenen, over en weer.

Goed, nu zijn het precies die twee componenten van echte verzoening die we in het avondmaal in daden terugvinden. Dat is dus waar het God wel om gaat: echte verzoening. Door samen zo te gaan eten en drinken verkondigen we aan elkaar en aan iedereen die het maar horen wil, dat we zo, op die manier, in Jezus’ dood de volkomen verzoening met God en elkaar hebben. De eerste component zie je in het eten van het brood. Dat is Jezus’ lichaam. Jezus zelf komt er zo concreet mogelijk in voor ons staan: Hij heeft zijn leven voor ons gegeven. En Hij zegt ons: blijf daarvan eten, telkens weer. Je leeft alleen van Mij, van mijn leven voor jouw leven. Daar zit een heel sterk oordeel in opgesloten en een erkenning van onze kant: wij moesten sterven, maar Hij is voor ons gestorven. Klassiek zeggen we dat zo: nu wij ons leven buiten onszelf, in Jezus Christus, zoeken, belijden wij dat wij midden in de dood liggen. Ons kwaad voor God is dat wij zelfstandig wilden leven, los van Hem, en daar ga je aan dood. Met dat Jezus ons zichzelf laat eten zet Hij ons daarbij stil, eerlijk. God is geen slappeling die wel aan ons kwaad voorbij gaat. Hij zegt niet: ‘laat maar zitten’. Hij zegt: ‘Ik geef mijn Zoon voor jou, zo serieus neem Ik jou’.

Maar dat is niet alles. Als het hier zou stoppen zouden we nog niets positiefs met God hebben. We waren dan alleen op onze plaats gezet, maar nog niet werkelijk verzoend met God. Jezus gaat door: deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. We mogen in een nieuwe verhouding met God leven als Geest-begaafde mensen. Daar is die tweede component van echte verzoening. Als we de beker heffen toasten we op werkelijk nieuw leven, telkens weer een nieuw begin met God en met elkaar. Door uit de beker te drinken verkondigen we niet maar dat er een eind is gekomen aan ons slechte verleden door Jezus, we verkondigen ook dat we een nieuwe toekomst binnen gaan door Jezus’ dood. Dat is de toekomst die eens volkomen aanbreekt als Hij komt, maar die hier intussen al begint, aan tafel, in de gemeente, en verder in ons leven als we dat werkelijk met God leiden. Die twee dingen samen maken de werkelijke verzoening uit tussen God en ons samen. Daar gaat het God dus om. Gelukkig maar.

En daar leren we ook wat van: met dat we dat alles aan elkaar doorgeven, net als brood en beker, zeggen we dat we zo ook met elkaar willen omgaan, als echt verzoende mensen. We hadden toch allemaal deel aan dat éne brood, Jezus Christus? En het blijde nieuwe leven ging toch met de beker van hand tot hand? Beide componenten van verzoening delen we met elkaar: oordeel, eerlijkheid, en vergeving, een nieuw begin. Samen is het sterke lijm. Dat merk je aan je verhouding met God. Het is de bedoeling dat we ze ook gebruiken in de omgang onderling, waar er ook aanleiding voor is. De een kan niet zonder de ander, net zoals hier straks brood en wijn niet zonder elkaar kunnen. Verzoening zonder oordeel en erkenning is onverschilligheid, verzoening zonder vergeving is alleen maar veroordeling. Alleen samen werkt het, plakt het, verzoent het. Dat is de moeite van het proberen waard.

Juist aan de tafel van Christus’ liefde komt zijn woord tot ons: Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. Telkens weer begint hier alles bij de volkomen verzoening van ons leven die we door Jezus ontvangen. Hij zoent ons allemaal zoals we hier straks bij elkaar zitten. En voor al die keren dat wij ons van elkaar afgewend hebben is Hij daar en wendt zich naar ons toe: eerlijk biedt Hij ons zijn lichaam, het is nodig, uit onszelf leven we niet; feestelijk biedt Hij ons nieuw leven in een nieuw verbond. Onverdiend, maar niet minder werkelijk: echt opnieuw beginnen met God en met elkaar. Verzoend. Laten we dan eten en drinken, gedenken en geloven. Het is alles tot een volkomen verzoening van al onze zonden. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 14 mei 2006

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *