Laat je je raken door Jezus of ga je je eigen gang?

Preek over Johannes 5:14

orde morgendienst
welkom
zingen: Psalmen voor Nu 23
zingen: Opwekking 245
votum en groet
zingen: Liedboek 473,1.7
gebed
Schriftlezing Johannes 5:1-18
preek over Johannes 5:14
zingen: Liedboek 473,2.3.6.10
geloofsbelijdenis zingen: Opwekking 347
gebed
inzameling gaven
zingen: NGK 64
zegen

Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei hij tegen hem: ‘U bent nu gezond; zondig daarom niet meer — en dat betekent: stop, houd op met zondigen —, anders zal u iets ergers overkomen.’ Die man die hier genezen wordt, met die man is dus iets helemaal mis. Wat denk je, dat er echt helemaal mis is met die man? Nee, niet zeggen. Voor jezelf onthouden. Schrijf het desnoods even op. En dan opletten. Gaan we eens kijken wat we ontdekken als we dit stukje lezen. Misschien krijg je wel gelijk. Misschien een beetje. Als je nu zelf iets vindt dat er echt mis is met die man is het spannender om naar de rest van de preek te luisteren.

Hoe je het ook bekijkt, die man hier is een onaangenaam figuur. Misschien had het te maken met die achtendertig jaar ziek zijn. De een reageert heel anders op zoiets dan de ander. De draagt een ziekte manmoedig, probeert te leven met de beperkingen ervan en blijft initiatief houden. De ander wordt passief, negatief, afhankelijk, een zeurpiet of een zielenpoot. De man hier is een typisch voorbeeld van het laatste. Hij is zielig en niemand helpt hem. Al die anderen hebben wel iemand, maar hij niet. Hij is het slachtoffer en de anderen hebben het gedaan. Twee keer wordt de man geciteerd hier en twee keer wijst hij van zich af naar anderen. Hij, de arme drommel, hij heeft niemand om hem het bad in te gooien. Hij, de pechvogel die altijd iedereen moet hebben, hij kan het ook niet helpen dat de man die hem genezen heeft, die ander, hem heeft gezegd: pak je mat op. Een typische loser, deze kerel.

En, zoals vaker bij losers die zichzelf zielig vinden, een typische egoïst, iemand die om zichzelf cirkelt. Als Jezus hem aanspreekt let hij niet op Jezus. Welnee, hij zeurt over zichzelf. Als Jezus vraagt: wil je gezond worden?, zegt hij niet: Graag, Heer! maar simpt over zijn zielige eenzaamheid. Hij doet het zeven kleuren in zijn broek bij die Joodse leiders die hem ondervragen over zijn matje op sabbat. En zodra hij ontdekt heeft dat het Jezus was die hem genezen had probeert hij zijn hachje te redden door Jezus aan te geven.

Toch is dat allemaal niet meteen wat er echt mis is met die man. Het heeft er vast wel mee te maken, maar de passage in Johannes wijst op wat anders. Jezus zegt tegen de man, als hij hem in de tempel treft: U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, houd op met zondigen, anders zal u iets ergers overkomen. En dat zegt Jezus vóór de man naar de Joodse leiders loopt. Daar kan het niet om gaan dus. Net zo min kan het gaan om dat meer algemene van een zielige loser zijn. De man was kennelijk flink gehospitaliseerd, maar toch spreekt Jezus hem aan. Hij zag hem liggen en hij wist dat de man al lang daar lag, in dat verpleeghuis daar, waar zo nu en dan een genezing voorbij kwam als een lot uit de loterij. Hoe triest de reactie van die man in feite ook is, Jezus geneest hem wel.

En dat nog wel zonder een of andere verwijzing naar geloof of vertrouwen. Net hiervoor gaat het over die genezing van de zoon van een hoveling. Daar staat het er bij: de man geloofde wat Jezus zei en ging naar huis. We kennen het bijna-refrein uit de andere evangeliën bij genezingen: ga heen, uw geloof, uw vertrouwen op mij, heeft u gered. Hier niets van dat alles. Meer nog, dit is zo ongeveer het enige voorbeeld in de bijbel dat Jezus zelf een zieke vraagt: wil je gezond worden? Normaal doet Jezus pas iets op verzoek van anderen. En vaak genoeg moest je de longen uit je lijf schreeuwen voor hij stopte. Hier niet: Jezus neemt zelf het initiatief en doorbreekt het gebrek aan initiatief van deze man. Wat een zielige zeurpiet het ook was, de man wordt wel genezen. Dat dit een onaangenaam figuur was, was voor Jezus niet van belang, was voor Jezus niet wat er met hem mis was.

Het lijkt me goed als we dat even apart op ons in laten werken. Want ik heb zo de indruk dat het voor ons veel belangrijker is dan voor Jezus, of mensen zeurpieten en zeikerds zijn. Wij houden het beduidend langer vol om bij een zieke op bezoek te gaan die sympathiek is, die belangstelling houdt en die je bedankt voor je bezoek, dan bij een zieke die echt vervelend is. Zielig, of egoïstisch, of manipulatief, zo van: iedereen gebruiken die in de buurt komt. En even afgezien van ziek zijn: we vinden zomaar dat wat er echt mis is met iemand, onverdraaglijk mis, dat dat iets is als gefrustreerd gezeur, eindeloos je gelijk halen en afreageren op anderen. Kortom, wat er mis is met mensen, zo mis, dat we geen zin en geen energie meer hebben om ze aandacht te geven, dat is dat ze onaangename mensen zijn.

Jezus vindt dat kennelijk allemaal niet zo relevant. En dat is toch iets om voor ons zelf even goed over na te denken. Want hij is onze Heer. Als we christen zijn willen we hem volgen, toch? Nou ja, dan zou het voor ons ook best eens wat minder interessant mogen zijn of mensen irritant zijn of niet. Ze zijn het, onaangename mensen, het gaat niet over ook, en toch. Echt lekker loopt de smoes niet als Jezus zelf aan ons vraagt waarom we ze dus maar in hun sop laten gaarkoken: ja, maar al dat negatieve gepraat, ik kon er niet tegen. Jezus wist echt niet alleen dat die man daar al acht en dertig jaar ziek was. Hij wist ook prima wat een vervelend en onaangenaam mens het was. Dat was voor Jezus niet wat er met hem mis was, niet waar hij nodig mee op moest houden.

Wat dan wel? Er is echt iets mis met die man. Anders zou Jezus hem niet gezegd hebben: zondig niet meer, houd op met zondigen. Als we kijken in de tekst bij Johannes, vooral als we het Grieks erbij nemen, vinden we één ding dat een paar keer wel terugkomt bij die man. Ik vertaal even hetzelfde woord met dezelfde Nederlandse uitdrukking. Vers 8: Jezus zei tot hem: Sta op, pak uw mat op en loop. Vers 9: En meteen werd de man gezond: hij pakte zijn slaapmat op en liep. Vers 11: Hij heeft tegen me gezegd: Pak uw mat op en loop. Vers 12: Wie zei dat tegen u: Pak uw mat op en loop. Vier keer: loop, je zou ook iets kunnen zeggen als: Pak je mat op en ga je gang. En dat is precies wat deze man volstrekt typeert: genezen of niet, hij gaat zijn eigen gang. Verder niets. Er is geen spoor van dat hij onder de indruk is, of geraakt, of dankbaar, of wat dan ook waaruit blijkt dat het hem iets heeft gedaan. Hij is niet geraakt, hij gaat zijn eigen gang.

Ben je acht en dertig jaar ziek geweest, word je genezen, hoe kansloos je ook was, en het enige wat verder van je gezegd kan worden is: hij liep, hij ging, hij ging zijn eigen gang, hij ging naar de Joodse leiders en hij ging er echt helemaal vandoor, het verhaal uit, van de man wordt niets meer vernomen. Even hiervoor, in dat verhaal van die zoon van die hoveling die genezen wordt, sluit het af met de mededeling dat die hoveling gelovig werd en zijn hele huis ook. Straks, bij dat andere verhaal dat het meeste lijkt op dit, dat over die blindgeborene, Johannes 9, zie je die ex-blinde steeds dichter naar Jezus toe groeien. Wat die Joodse leiders ook tegen hem zeggen, één ding weet hij, dat hij genezen is. En iedere figuur die daar vragen bij stelt en over doorzeurt, daar veegt die ex-blinde de vloer mee aan. Die man eindigt bij Jezus. Deze man hier eindigt nergens. Hij verdwijnt, want hij gaat zijn eigen gang.

Zondig niet meer, houd op met zondigen, anders zal u iets ergers overkomen. Wat was die man zijn alternatief? Hoe had hij niet meer kunnen zondigen? Simpel, door Jezus te voet te vallen zoals straks die blindgeborene, en door Jezus te volgen. Maar deze man was niet geraakt door zijn genezing, was niet onder de indruk van Jezus, hij ging zijn eigen egoïstische gang en daarmee uit. Heel letterlijk het verhaal uit, het leven uit, iets ergers tegemoet. Wat was er mis met die man? Nou, genezen of niet, wat hij ook gekregen had, wat hij ook meegemaakt had, hij liet zich niet raken, hij ging zijn eigen gang. Punt.

En daar moeten we ook maar eens even goed over nadenken. Best, wij zijn niet na acht en dertig jaar genezen van een of andere ziekte. Maar wat hebben wij wel van Jezus gekregen en krijgen wij dagelijks nog? En wat interesseert ons dat? Heeft dat enig effect op ons leven? Of gaan ook wij onze eigen gang? Deze figuur hier, zo onaangenaam als-ie is – dat is niet interessant, hoogstens helpt het in het verhaal om geen voorbeeld aan hem te nemen – deze man hier houdt ons een spiegel voor in wat er echt met hem mis is: hij volgt Jezus niet, is niet onder de indruk, hij is niet geraakt, hij gaat zijn eigen gang. En wij? Hoe zit dat bij ons? Gegeven wat wij krijgen van Jezus — in een paar grote woorden, vul ze vooral in vanuit je eigen leven van de afgelopen week —: nieuw leven, vergeving, energie, heilige Geest, een echt nieuw begin, liefde en goedheid die blijven tot in eeuwigheid, wat is het effect? Laat je je raken door Jezus of ga je je eigen gang?

Ja inderdaad, Jezus had tegen deze man gezegd: pak je mat op en loop, ga je gang. Ja, Jezus stelt mensen in de vrijheid. Zoals deze man door zijn ziekte niet normaal kon functioneren en letterlijk en figuurlijk gehospitaliseerd was, daar hebben alle mensen wel iets van, door ons gebrek aan liefde en onze overvloed aan haat en egoïsme. Jezus zegt: sta op, pak op, omdat ik het zeg en geef, kun je. Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven. Prachtig. En dan? Volgens Paulus (Gal. 5) is het dan tijd om stand te houden en je niet opnieuw een slavenjuk te laten opleggen. En dat is precies wat je doet als je zoals deze man je eigen gang gaat. Kijk maar hoe verslaafd hij is aan die Joodse leiders. De loser. Hij had vrij kunnen zijn en kunnen blijven door Jezus te volgen. Maar hij wilde niet. Hij was niet geraakt door Jezus, door wat hem overkomen was. Hij cirkelde nog steeds om zichzelf, eerst verlamd op zijn matje, later lopend, zijn eigen gang.

En jij? En ik? Hoe zit dat bij ons? Jezus zegt: Ik vergeef je, Ik genees je, Ik geef je nieuw leven, ga je gang. Ga, leef. En dan? Raakt dat me überhaupt? Treft het me nog? Of maakt het allemaal eigenlijk geen verschil? Cirkelde ik rond mezelf toen ik om vergeving van zonden bad en cirkel ik nog steeds rond mezelf nu ik die vergeving heb ontvangen? Was ik bezig met m’n eigen positie, eer, respect, toen ik lag te zeuren: ik heb ook niemand, en ben ik nog steeds bezig met m’n eigen positie, eer, respect nu ik geholpen ben? Als je nu zometeen weer thuis bent, gaat het dan tenslotte toch gewoon weer verder zoals het vanmorgen begonnen is? Kerkdienst of niet? En wat veel belangrijker is: Jezus die zich hier in dit verhaal ook aan jou geeft, of niet?

Ja, je kunt je eigen gang gaan, net als deze figuur hier. En dan zul je merken dat je net als hij stilzwijgend uit het verhaal van het leven verdwijnt. Tenslotte aan het eind van je leven is het game over, no restart. En je kunt je laten raken door Jezus, hem danken, hem volgen, je uit jezelf laten trekken en richten op anderen, vrij als niemand en levend tot in eeuwigheid. Waarachtig, verzekert Jezus je: wie luistert naar wat ik zeg en hem gelooft die mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven. Wie luistert naar wat Jezus zegt, en vertrouwt op zijn Vader, open, extern, gericht op die Ander, die leeft. Laat je je raken door Jezus, of niet? Door wie laat jij je eigenlijk raken?

Goed, wat er mis was, echt mis, bij deze man hier, die figuur, dat is wel duidelijk nu. Houd op met zondigen, zegt Jezus. Zondigen, dat is niet maar wat regels overtreden, of zo, bij Jezus. Dat zijn alleen maar bijproducten, gevolgen, effecten. Waar het om gaat is wat je bij deze man ziet: onveranderd, niet geraakt cirkelt hij om zichzelf en gaat zijn eigen gang. Vanmorgen komt Jezus ons tegen in deze tempel hier, met dit verhaal. Het spiegelt: houd op met zondigen, wat is dat bij jou? Nu je nog niet laten raken en straks toch gewoon verder gaan op je eigen gang betekent weten wat je doet. Waarom zou je domme dingen doen, zoals deze man? Wie wil er een zeurpiet en een verrader worden, zoals hij? Wie wil er af geserveerd worden uit het leven zoals hij? En waarom zou je? Je kunt leven tot in eeuwigheid. Jezus zegt: Ik vergeef je, ik genees je, ik geef je nieuw leven. Ga je gang. Je bent vrij.

En dan gaat het verder in je eigen leven. Laten we Jezus erbij betrekken en hem bidden.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 13 november 2011
Amsterdam-C, 20 november 2011

eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 15 februari 2004
Leiden, 2 mei 2004
Utrecht-C, 9 mei 2004
Mijdrecht, 19 september 2004
Zeist, 19 september 2004
Utrecht-NW, 26 september 2004
Langerak, 24 oktober 2004
Driebergen-Rijsenburg, 27 februari 2005
Houten, 10 april 2005
Hilversum, 10 april 2005
Ede-Z, 5 juni 2005
Amersfoort-W, 10 juli 2005

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *