Asielbeleid en kinderen

12 november verscheen onder mijn naam het volgende ‘ingezonden’ in het Nederlands Dagblad:

Asielbeleid? Nee, gewoon recht en basaal fatsoen

Het is aardig dat CDA-Tweede Kamerlid Madeleine van Toorenburg nog eens wat dilemma’s van het Nederlandse asielbeleid voor ons op een rijtje zet (Nederlands Dagblad 6 november). Maar hoe je omgaat met kinderen die in Nederland geworteld zijn, is geen kwestie van asielbeleid, maar van gewoon recht en basaal fatsoen. Waar vele mensen al een aantal kabinetten lang met stijgende verbazing naar kijken, is feitelijk publieke kindermishandeling in opdracht van de overheid. Dát roept de vraag op: in wat voor land leven wij eigenlijk?
Hoe komt het dat kinderen die elders (of zelfs hier) geboren zijn, zo lang in Nederland kunnen blijven dat ze gewone Nederlandse kinderen geworden zijn? Die vraag is niet erg interessant als het erom gaat of je het hun mag aandoen ze naar een voor hen vreemd land te sturen. Net zo min als het interessant is hoe kinderen in een situatie terecht gekomen zijn dat ze speciale jeugdzorg nodig hebben. Interessant is alleen wat er wordt aangericht in het leven van een kind. Daarbij horen de normale Nederlandse standaarden te worden gehanteerd voor normale Nederlandse kinderen, hoe ze hier ook gekomen zijn. Daarbij hoort dus ook het advies van de gewone Nederlandse jeugdhulpinstanties de doorslag te geven en niet de discretionaire bevoegdheid van een staatssecretaris die over een heel ander beleidsterrein gaat.
Het zijn kinderen en ze hebben een leven. Hun leven is verbonden geraakt met dat van allerlei anderen om hen heen. Ze hebben deel gekregen aan de levensverwachting die kinderen hier hebben en hun steentje eraan bijgedragen dat ze een toekomst hebben. Daar vanuit de tunnelvisie van een asielbeleid overheen lopen, zoals nu keer op keer gebeurt, komt niet voor uit dat asielbeleid, maar is een eigen extra keus die politici gemaakt hebben. Zij zullen die dus ook moeten verantwoorden en kunnen zich daarvoor niet op de rechter beroepen. Juist de aansturing van al deze zaken vanuit het asielrecht zorgt ervoor dat rechters alleen in het kader van het bestuursrecht uitspraak kunnen doen. De werkelijkheid van het leven van deze kinderen blijft dan buiten beschouwing. De politiek maakt het zo onmogelijk voor rechters om nog inhoudelijk recht te doen.
Dat er vervolgens dingen gebeuren die we in elke andere situatie verwijtbare kindermishandeling zouden noemen, ligt dus volledig op het bordje van ‘Den Haag’. Het wordt tijd dat de dames en heren daar zich dat gaan aantrekken.

Zoals gebruikelijk bij ‘ingezondens’ is de bovenstaande tekst door de redactie van de krant bewerkt en ingekort. Ik kom er hier niet op terug om me daarover te beklagen. Integendeel, gegeven de gecondenseerde tekst met veel te lange zinnen die ik had ingestuurd, kan ik niet anders zeggen dat er een knappe samenvatting gepubliceerd is. Alleen is er van m’n (toch al samengetrokken) argumentatie waarom de omgang met die ongeveer vierhonderd in Nederland gewortelde kinderen van elders geen kwestie van asielbeleid is, weinig meer terug te vinden. Wat rest is eigenlijk weinig meer dan een bewering.

Ik doe hier dus nog maar een poging om uit te leggen waarom ik die bewering maak, nu zonder de begrenzingen van een ‘ingezonden’.

Het lijkt me een deel van de patstelling rond deze kinderen dat vrijwel iedereen over hun situatie spreekt in het kader van het asielbeleid en het asielrecht. Wie vindt dat ze ‘terug moeten’, of in ieder geval weg moeten, onderbouwt dat doorgaans met (het draagvlak voor) het asielbeleid (zo onlangs staatssecretaris Harbers in De Volkskrant). Wie vindt dat er voor hen een uitzondering op de regel gemaakt moet worden in een kinderpardon, bepleit dat doorgaans ook in het kader van het asielbeleid. Veel actievoerders voor een werkend kinderpardon maken er geen geheim van dat ze het huidige asielbeleid hardvochtig vinden en graag gewijzigd zouden zien. Waarom vervolgens de voorstanders van dat asielbeleid de hakken extra stevig in het zand zetten.

Beide argumentaties vind ik niet houdbaar en de polarisatie die optreedt lijkt me onvruchtbaar en gevaarlijk.

Natuurlijk kun je starten bij het asielbeleid en de uitvoering daarvan. Deze kinderen belichamen in hun persoon de rafelranden en de schrijnende effecten daarvan. Ze zijn hier gekomen omdat hun ouders op zoek waren naar asiel, een beter leven of wat dan ook. Dat ze hier zo lang hebben kunnen blijven heeft voor een deel ook te maken met dat asielbeleid. Niet alleen hebben hun ouders in dat kader kunnen procederen, ook de Nederlandse staat heeft dat gedaan, vaak zelfs meer dan eens, om precedenten voor uitzonderingen of veranderingen binnen dat asielbeleid te voorkomen.

Dat is lang niet alles. Voor een veel groter deel heeft de lange tijd dat ze in Nederland konden blijven te maken met de gebrekkige uitvoering van het asielbeleid, alleen al vanwege onderbezetting van de uitvoerende instanties. Maar laten we daar voor het gemak even aan voorbijgaan en het houden bij het beleid. Rafelranden en schrijnende gevallen heeft elk beleid, niet alleen het asielbeleid. Dat betekent niet automatisch dat het slecht beleid is. Ook beleid dat in het algemeen goed werkt heeft behoefte aan ‘hardheidsclausules’, en dan nog is niet alles opgelost. Echt ingewikkelde schrijnende situaties worden doorgaans bovendien opgeroepen waar verschillende beleidsterreinen elkaar overlappen. Dat lijkt me bij deze kinderen ook het geval. Ze zijn niet alleen met het asielbeleid in aanraking gekomen, maar ook met het onderwijsbeleid op de scholen waar ze zitten of zaten, met het beleid rond gezondheidszorg, veiligheid, en zo voort. Juist daardoor hebben ze kunnen wortelen en gewone Nederlandse kinderen kunnen worden.

Is het in het algemeen al niet logisch dat problemen die op een beleidsterrein ontstaan alleen maar op dat beleidsterrein worden aangepakt en opgelost, dat geldt nog veel sterker waar op het knooppunt van allerlei vormen van overheidsbeleid problemen ontstaan. De keus om over deze kinderen uitsluitend te discussiëren binnen de smalle kaders van het asielbeleid is niet alleen vragen om tunnelvisie, ze is ook echt een keus, niet logisch, niet vanzelfsprekend, en zeker niet rechtvaardig. Dat is waar ik aan dacht bij ‘een eigen extra keus die politici gemaakt hebben’ en die zij en alleen zij te verantwoorden hebben.

Die extra keus niet maken zorgt ervoor dat de hele discussie veel minder ‘terugslaat’ op het asielbeleid. Je kunt voor deze gewortelde kinderen en hun directe naasten opvang in Nederland bepleiten zonder dat het asielbeleid in het algemeen ook maar op tafel komt. Hun leven bestaat niet alleen uit veel meer dan de asielprocedure van hun ouders, er zit ook veel meer Nederlandse samenleving en overheidsbeleid in hun leven verweven dan het asielbeleid. Dat levert allemaal ‘rechtsfeiten’ op die om verwerking vragen.

Die extra keus wel maken, zoals tot dusver de regering en de coalitiepartijen consequent doen, betekent binnen het Nederlandse rechtssysteem effectief een buiten beschouwing plaatsen van al die ‘rechtsfeiten’ die niet direct onder het asielrecht vallen. Dan is feitelijk alleen nog het bestuursrecht van toepassing, met de voorgeschreven beperkte toetsing die daarbij hoort. Ook al staat er nog zo vrolijk in de Grondwet dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk behandeld worden, dat is dan effectief onmogelijk gemaakt door de keus om het asielrecht voorrang te geven boven alle andere vormen van recht. Het resultaat is iets wat in elke andere situatie kindermishandeling zou heten. Dat is waar veel mensen zich over opwinden, en ik ook. Of ze zich ook over het asielbeleid opwinden doet daarbij niets ter zake.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *