Het begint met vieren

Preek over 1 Tessalonicenzen 5:16-18

orde morgendienst
welkom
zingen: Psalm 116,1.3.7
stil gebed
votum en groet
zingen: Kyrie (melodie Opwekking 328)
gebed met gezongen refrein: Kyrie
lezen Micha 7:18-20
zingen: Opwekking 462
gebed
Schriftlezing 1 Tessalonicenzen 5:12-28
preek over 1 Tessalonicenzen 5:16-18
zingen: Opwekking 461
intro avondmaal
zingen: Opwekking 347
gebed, nodiging
zingen: Liedboek 358,2.3.5
viering
zingen: Liedboek 358,6
gebed
mededelingen
zingen: Opwekking 553
zegen

Zo, vanmorgen weer eens een complete dienst. Zoals het eigenlijk iedere eredienst hoort te zijn: met de viering van het avondmaal. Protestantse christenen zijn gewend aan incomplete diensten, zonder avondmaalsviering. Het voelt dus makkelijk juist andersom, als een dienst met een extra, met iets bijzonders, iets wat zomaar nog een stap verder van je alledaagse leven afstaat dan de rest van de dienst toch al. Maar dat is de bedoeling niet. Vanouds bestaat in de kerk de eredienst uit een deel luisteren naar de goede boodschap van God en een deel dankbaar vieren van wat we van God krijgen in Jezus Christus, uit preek èn avondmaal dus. Dus doen we vanmorgen eindelijk weer eens normaal. Laten we eens kijken wat er dan gebeurt. Het zijn nog diepe dingen ook.

Want, bijvoorbeeld, als je Gods goede woorden gehoord hebt, dat je weer vrij verder mag, dat je zijn kind mag zijn, geliefd kind omdat je verbonden bent met Jezus zijn geliefde Zoon, dat je je leven uit Gods hand mag ontvangen als een persoonlijke gave die hij je toevertrouwt om iets goeds mee te doen, dat je … nou ja, nog wat dingen die allemaal te maken hebben met alles krijgen van God — wat is dan de eerste reactie? wat is dan het eerste wat op jouw bordje ligt? Nou, vieren dus, er nog eens even blij bij stilstaan, het nog eens metterdaad samen uitbeelden en in symbolen vormgeven. Vanouds vond de kerk het belangrijk dat we niet meteen door zouden lopen, niet meteen weer aan het werk zouden gaan, al dan niet met onze goede voornemens. Nee, eerst even rustig laten bezinken, eerst nog eens even door de vingers laten gaan, kijken hoe mooi het is en proeven hoe goed de Heer is. Vieren wat je krijgt, daarmee begint je leven met wat je gekregen hebt.

Dat hebben we vanmorgen zo vanzelf weer eens in de dienst. We gaan niet maar verder met wat geboden, tips of bemoediging, zingen nog een lied en springen dan het leven weer in. Nee, we nemen nog even extra de tijd om alles wat God ons in ons leven geven wil te vieren, te proeven, tot ons door te laten dringen. Laten we vanmorgen daarbij eens extra ons best doen om over de lange donkere schaduw van een paar honderd jaar kerkgeschiedenis heen te stappen en niet in gespannen of trieste stilte bij elkaar te zitten, maar ontspannen en diep blij naar voren te komen om samen te toasten op het nieuwe leven dat Jezus geeft. Dan krijgt alles wat ik nu verder zeg pas echt betekenis, denk ik.

Dan merk je ook dat er nog iets is dat je kunt zeggen als iemand jou suggereert dat jij als christen natuurlijk ook hoort bij al die types van wie niets mag en van alles moet. We hebben daar de vorige weken al een aantal mogelijke reacties op genoemd en wat uitgewerkt. Vanmorgen nog een andere: nee hoor, christenen leven helemaal niet benauwd en onder allerlei dwang, christelijk leven begint juist met feest vieren, met blij zijn met wat je gekregen hebt. Kijk maar: voor we weer naar huis gaan en alles weer verder gaat, nemen we daar eerst de tijd voor. Lekker. Ja, ik weet het, ik neem een risico nu. Zo’n vijfhonderd jaar traditie en verbastering is niet zomaar over. Wie weet is het straks toch weer saai en een beetje triest en vooral heel erg stil.

Dat zou jammer zijn. Want, als je er nu eens even goed over nadenkt, wat is er nu leuker dan aan het avondmaal komen, aanschuiven en zo’n schaal brood langs krijgen? Stel, de traditie zit diep, en als je naar voren loopt en aan tafel zit komt vanzelf die flard zin bij je boven: daartoe zal ieder zijn zonden en vervloeking overdenken. Dus je neemt vanzelf je lijstje mee: dit was slecht en dat had ik niet mogen vergeten, en daar houd ik steeds maar last van, waarom kan ik toch steeds maar niet loskomen van die gedachte, die gewoonte? en zo nog een heleboel dingen waar je eigenlijk best wel mee zit. Prachtig. Komt zo’n schaal brood langs, vol met Jezus voor jou. Zijn leven voor jou leven. Hartstikke concreet, lichamelijk geleefd. Zijn lichaam voor jouw lichaam. Tot een volkomen verzoening van al je zonden. Dat is genieten dus. Kom maar met je lijstje, strepen maar. Met iedere kauw brood en ieder stukje tussen je tanden, mag je je horen zeggen: vergeven, vrij, streep maar door, ben ik voor gestorven, heb ik voor je gecorrigeerd, volg mij maar, dan geef ik je iets beters te doen en te denken, ik maak je los, streep maar af. Nee, niks overhouden, geen regels laten staan, geen frustraties en angst en kwaad mee terug nemen van tafel. Volkomen verzoening van al je kwaad, daar gaat het hier over. Daar kun je ontroerd bij zijn omdat het gaaf en diep en haast onvoorstelbaar is, maar als het je niet blij maakt, desnoods door je tranen heen laat lachen, heb je er gewoon geen bal van begrepen. Als je jezelf nooit betrapt op zin om te dansen van opluchting als je terugloopt van tafel, weet je dan wel wat vergeving en genade is? En als we met elkaar de sfeer en de ruimte niet hebben om echt blij te zijn, weten we dan wel hoe we de Geest uitdoven en onze Heer blokkeren?

Ja, ik weet het wel, het zit allemaal zo diep, honderden jaren verankerd in onze gereformeerde genen. Ik begrijp wel waarom mensen me met een zekere verbijstering aankijken als ik weer eens roep dat de beker bij het avondmaal het karakter heeft van een toast op het nieuwe leven met God dat Jezus mogelijk maakt, het nieuwe verbond in zijn bloed. Een toast is frivool, hoort bij feestjes en partijen, en als er iets is wat in de kerk hoort is het ernst, zeker bij het ernstigste van alle ernstige dingen, het avondmaal. En tegelijk begrijp ik het ook helemaal niet. Dit is gewoon wat de bijbel direct aangeeft. Je kunt het verstoppen onder onbegrijpelijke formules als ‘de beker der dankzegging waarover we de dankzegging uitspreken’, maar het gaat echt om dankbaar de beker heffen: op het nieuwe leven dat Jezus geeft, gaaf! Nu heb ik er des te meer zin in. Niet als een leven in ernst en kramp, maar als een leven in vreugde en ontspanning. Kom op, je krijgt hier alles zomaar, vrijuit, zonder verwijten of gedoe of kleine lettertjes. Je hele leven mag je zomaar leiden met God als hemelse Vader. Dat is het nieuwe verbond in Jezus bloed. Dat nieuwe leven ga je niet binnen met een zucht of met een verbeten trek om de mond. Dat nieuwe leven ga je binnen na een toast: volkomen verzoening van al je zonden, geniet ervan de komende week weer.

Als je zo begint, je leven als christen begint met het vieren van wat je krijgt, vind je vanzelf contact met de diepste lijnen van christenleven zoals je die in de bijbel vindt. En om gekeerd, als je niet zo begint is dat veel lastiger. Wat begint met vieren van wat je krijgt blijft ook in het leven van alledag ontspannen en ten diepste blij. De sfeer die we net troffen in die brief aan Tessalonicenzen is geen uitzondering. De kern zit in die woorden: wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden. Dat bepaalt de sfeer, de toonzetting van alles. En, zoals gezegd, niet alleen hier. De diepste laag van leven als christenen wordt gevormd door blijdschap en dank. Vreugde is geen bijzaak, kan niet ook wel wegblijven. Als je altijd chagrijnig bent en altijd wat te zeuren hebt is dat gewoon ook een teken dat er iets niet in orde is tussen jou en Jezus. Vreugde is ook niet maar het resultaat, zo van: als het me allemaal een beetje gelukt is ben ik blij, maar als het nog niet perfect is, dan ben ik nog bang, want dan zal God ook nog wel niet tevreden zijn. Het is juist omgekeerd: vreugde wil voor christenen uitgangspunt zijn. Wat was ook al weer het evangelie? Als jij oké bent vindt God jou ook oké? Natuurlijk niet. Juist omgekeerd: ook al ben jij helemaal niet oké, God maakt jou weer oké. Hij houdt niet van je omdat je lief bent. Hij houdt van je. Daar begint alles mee.

De gein van dat vieren, van nu eerst even de tijd nemen om het tot je door te laten dringen, is dat het juist veel dichter bij je echte leven kan komen. Kom naar voren lopen en voel jezelf maar even bewust gaan. Zo loop je morgen weer naar je bureau, naar de bus, of zo. Als je zin krijgt om te sporten, of als je juist die pijn weer voelt trekken, ja dat klopt, dat hoort bij jou. Over jou gaat het hier. Kijk, je krijgt brood. ‘t Is maar een klein symbolisch stukje, maar het is overbekend. Het smaakt naar je brood van straks thuis. Nu krijg je hier gewoon brood, dat eindeloos meer betekent dan gewoon brood. Maar het betekent nooit minder dan dat je ook die boterham die je morgen smeert weer van God in Jezus krijgt, en alles wat daarbij hoort. De beker gaat rond, er wordt gedronken op nieuw leven met God, door Jezus. Nou ja, waar dacht je anders dat je dit nieuwe leven zou moeten leiden dan gewoon in je echte leven? Hoe denk je dus dat het zal gaan? En als je morgen weer voor de nodige keuzes staat, denk dan rustig nog eens terug aan vanmorgen, aan die zoetige smaak in je mond. Wat wil Jezus je dan morgen geven, aan inzicht, nieuwe zin, echt léven?

Wat je viert hier, met gewoon brood en gewone wijn en met al die gewone mensen om je heen is dat God je gewone leven wil delen. Hij is God, hij laat je je eten, je kleren, je boeken, je auto, je muziek en al dat heel concrete spul in je leven sturen als een persoonlijke gave. Hier, voor jou, van mij. Doe er iets goeds mee. Je vroeg er toch om?

Hoe meer je er bij stil staat, des te meer merk je dat wat hier aan tafel begint gewoon een leven is van een soort van permanent bidden en danken. Je kunt hier zometeen een gesprek met God beginnen over brood en beker, over vergeving en nieuw leven, over zorg en trouw, over wat hij je geeft en over wat jij daarmee gaat doen, en je kunt dat gesprek zo voortzetten in je leven van alledag. Dat wordt dan echt geen leven van allemaal succes en blijheid en over alles heen dansen. Maar wie had gezegd dat dat moest? Kijk nou eens even naar wat je van God krijgt. Hoe beter je kijkt des te meer zie je. En des te meer begint alles ook in jouw leven met vreugde, niet omdat alles klopt, maar omdat alleen God een hart heeft dat klopt, ook voor jou. Proef het maar, hef er de beker maar op. Neem, eet, gedenk, geloof, volkomen verzoening, werkelijk nieuw leven. Vier het, des te meer zul je het leven. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 8 februari 2009

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *