Dat moet gevierd worden…!

Preek over Lucas 24:52-53

orde morgendienst
luisteren Psalm 117 (Sons of Korah)
welkom
zingen: Psalm 98 (berijming Liedboek)
votum en groet
stil gebed
Schriftlezing 1 Petrus 1:3-9.13-19
zingen: Opwekking 236,1.3
gebed
Schriftlezing Lucas 24:36-53
preek over Lucas 24:52-53
zingen: Liedboek 215
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 387
zingen: NGK 107
zingen: Opwekking 159
zegen

Het is een van de merkwaardig dingen uit de gewoonten van de kerk dat we vóór Pasen tijd nemen om na te denken over Jezus’ leven voor ons, veertig dagen lang, maar dat we na Pasen niet gewend zijn veertig dagen lang feest te vieren om zijn nieuwe leven voor ons. En dat terwijl Pasen in Lucas’ evangelie eindigt met feest vieren in de tempel, voortdurend God loven om het prachtige nieuwe leven dat Hij in Jezus gegeven heeft. Lucas vertelt in één keer door, van de ontdekking van het lege graf, via de leerlingen op weg naar Emmaüs en de verschijning aan de leerlingen, naar hemelvaart — en dan eindigt alles met overweldigende blijdschap: de Heer is werkelijk uit de dood opgewekt! Dat moet gevierd worden. Pasen is pas voltooid als de leerlingen bekomen zijn van de verbazing, de kletspraat en de ontzetting en nu vol vreugde terug gaan naar Jeruzalem om God eindeloos te loven. Deze gave van God is werkelijk het einde. Dat moet gevierd worden.

Wellicht nog beter gezegd: deze gave van God is werkelijk het begin. Nu Jezus is opgestaan is de grote toekomst van God begonnen. Leven dat blijft tot in eeuwigheid is daar en het wil ons leven meenemen op weg naar Gods koninkrijk. Alle dagen van ons leven willen gestempeld worden door Jezus, de eerstgeborene uit de doden, de bron van heel ons leven. Met Pasen wordt het lege graf een bron van leven. Het stroomt er als een rivier van fris water uit op weg naar alle volken, ook naar ons, om onze zonden te vergeven en ons mee te nemen naar leven tot in eeuwigheid. Dat moet gevierd worden. Juist omdat Jezus’ nieuwe leven de bron van heel ons leven is, is het feest van Pasen de bron van alle feesten in de kerk.

Dat we daar geen veertig dagen feest over vieren is misschien nog tot daaraan toe. In ieder geval is het belangrijk dat we ons vanmorgen, ook de tweede zondag na Pasen, ons weer herinneren dat dit wel precies is wat we ook vandaag, ook deze zondag vieren.

Iedere week beginnen we weer opnieuw bij deze bron: Pasen, Jezus leeft! We hoeven niet vast te blijven zitten in wat er gebeurd is, we mogen opnieuw beginnen, leven vanuit vergeving. We hoeven niet met ons mee te slepen wat ons overkomen is, we mogen opnieuw beginnen, een nieuw leven leiden. Niets is definitief afgesloten, zelfs de graven niet die de afgelopen weken gesloten zijn, want Jezus leeft. Dat moet gevierd worden, vandaag, en iedere week.

Dat vieren, dat samen blij zijn met God die Jezus uit de dood heeft opgewekt en met elkaar als mensen die daar deel aan mogen hebben, dat werk maken van het feest van Pasen en (dus) van het feest van de zondag, dat hoort er echt bij. Pasen is pas voltooid als het feest geworden is, hier in Lucas. Net zo is Jezus’ opstanding in jouw leven pas voltooid als het feest geworden is in jouw leven. Als het bij jou niet eindigt in vreugde, blijdschap, en voortdurend God loven in jouw leven, dan is Pasen nog niet af. En tegelijk is de beste manier om tot je door te laten dringen wat Jezus’ nieuwe leven voor jou betekent er het feest van vieren, een christelijk feest.

Ik zeg dat ‘christelijk’ er maar even bij. Het gaat niet zomaar om een feest. Op veel feesten tegenwoordig wordt eigenlijk niet meer echt iets gevierd. Er is een aanleiding, een verjaardag bijvoorbeeld of een jubileum, en dan wordt er gefeest. Die feesten zien er allemaal ongeveer hetzelfde uit: lekker uit je bol gaan, een roes, dansen en muziek. Op een feest stap je even uit de echte werkelijkheid, even lekker alles vergeten. Een feest is dan niet meer dan een pauze in de gang van je leven. Vaak lijkt het erop dat Pasen, en dat de zondagen verder in het jaar ook zo’n soort feest zijn — als ze al feestelijk zijn. Even een pauze in je leven, even alles vergeten, en dan op maandag weer verder.

Maar het gaat er vandaag, en alle zondagen verder die uit Pasen opborrelen, juist om dat we wel echt iets vieren. Blij word je altijd van iemand of van iets. Wil je blij worden dan moet je dus goed op die iemand letten of naar dat iets kijken. Samen blij zijn om wat we samen van God gekregen hebben in de opstanding van Jezus Christus betekent dus naar Hem kijken: Hij leeft! van Hem genieten, van Hem zingen, voor Hem dansen desnoods. Maar er hoort ook stilte bij waarin iets door kan dringen, gesprekken, gemeenschap, samen eten, avondmaal vieren, dat soort dingen maken Pasen een feestdag en willen iedere zondag een feestdag maken. Zoals je op je verjaardag de mensen bij elkaar brengt die jouw leven mooi en de moeite waard maken en samen blij bent, zo zetten we op zondag allerlei mensen bij elkaar in wie Jezus concreet voor ons wordt in de kerk. Samen staan we stil bij zijn nieuwe leven. En als we daar geen werk van maken, dan dringt het zomaar niet werkelijk tot ons door. Dan worden we ook niet echt blij. Dan maakt Pasen en maakt welke zondag dan ook, geen echt contact met ons leven.

Maar God wil juist dat Pasen wel in ons leven uitwerkt. Jezus’ nieuwe leven wil echt de bron van ons leven van alledag zijn. Zijn lege graf wil een bron van nieuw, fris leven voor ons zijn, en alle dagen ons blij maken. Wil dat wat worden, dan moet je het echt vieren. Word maar stil voor God, lees maar zo’n stukje evangelie, laat het tot je doordringen. Neem de tijd, ook verder vandaag. Je hebt die tijd toch. Verdraaid nog an toe, Jezus heeft de dood overwonnen. Hij leeft. Moet je toch eens kijken, goed kijken: de dood, waar wij zo bang voor kunnen zijn, het afscheid, het stukbreken van onze relaties, het gemis, het donkere nauwe gat waar alles in verdwijnt, de grote afrekening, je niet meer kunnen verschuilen of je groter voordoen dan je bent — en dan staat daar zomaar onze Heer voor ons, en Hij leeft! Hij kijkt ons aan, schudt als het ware de laatste stukken en brokken van de dood van zich af: kijk maar, Ik ben het zelf, Ik leef, Ik leef voor jou, kom, jij mag met Mij leven. Mensen, dat moet je niet maar weten, dat moet je samen vieren, vieren om het werkelijk tot je eigen hart te laten doordringen. Dat scheelt een boel angst, een hoop zorgen. Hoe meer je Pasen viert, hoe meer je het jaar door de zondag werkelijk viert, des te ruimhartiger zul je doordeweeks leven, des te vrijer. Wil je echt iets aan Pasen hebben, dan zul je ook de rest van het jaar actief mee moeten vieren, waar je maar de kans krijgt, iedere zondag in de kerkdiensten, ja, maar ook in de week op je kring, dagelijks thuis, in allerlei momenten van jouw leven.

Alleen wat je echt viert is kennelijk echt verbonden met je leven. Ik heb een nieuwe verzameling muziek, waar ik elke dag naar luister. Die is verbonden met m’n leven. Ik weet dat ik nog ergens wat restanten van een oude postzegelverzameling heb liggen. Die doet me niets meer, hoe vaak ik als jochie ook in die boeken met zegels keek. Zo ongeveer kan het met Pasen, met Jezus’ nieuwe leven voor ons, met jouw vertrouwen daarop, ook gaan, toch? Je kunt weten dat je nog ergens op de zolder van je leven goede herinneringen aan Jezus hebt liggen. Maar daar gaat verder niets van uit in je leven. Pas als je elke dag luistert, telkens weer kijkt, tijd maakt, het evangelie door je vingers laat gaan en het tegen het licht houdt als een kostbaar juweel, merk je dat het met je leven verbonden is en blijft en steeds meer wordt.

Dat zet de goede sfeer ook in je leven, trouwens. Want werkelijk vieren, dat heeft alles te maken met werkelijk blij zijn met wat je krijgt. Een echt feest vier je altijd en alleen maar omdat je wat gekregen hebt, iets wat je zelf niet in je macht had. Je bent blij omdat je iets gegeven is: een jaar ouder, een jaar langer getrouwd, een geslaagd examen, een goede oogst, een jubileum, leven, gezondheid, noem maar op. Hoeveel er ook van jezelf bij zit, het is steeds dat element van gekregen dat beslist. Wat je verdiend hebt incasseer je, blij of vanzelfsprekend. Maar je viert geen feest omdat je iets verdiend hebt. Dat doe je juist omdat je iets gekregen hebt. En wat je gekregen hebt stempelt het feest.

Als dat ergens geldt, dan op Pasen. Heel ons christelijk leven begint daar, bij het nieuwe leven dat aan Jezus ontspringt als de bron van ons leven tot in eeuwigheid. Wij leven van de geef, tot in eeuwigheid. Wij hebben dat nieuwe leven niet gemaakt. Integendeel, voor ons is de dood veel te sterk. Wij hebben ook niet bijgedragen aan het nieuwe leven. Integendeel, wij zijn vooral goed in kapot maken. Met de opstanding van onze Heer is iets heel nieuws gebeurd, iets heel anders, iets wat nog nooit gebeurd is: een definitief, doorslaggevend begin van nieuw, eeuwig leven. Het is gebeurd, in een ver land, als vervulling van Mozes, de profeten en de psalmen. Wat Israël altijd verwacht heeft, waarop Israël altijd gehoopt heeft, dat is nu gekomen in Jezus: sterk nieuw leven, sterker dan de dood; echte liefde die sterker is dan de dood. En die gaat uit als gave voor alle volken, ook voor ons. Vergeving van zonden, nieuw leven, je maakt het niet, het is er al lang, je krijgt het door Jezus Christus, onze Heer.

Dat betekent heel diep: het gaat niet om wat wij al dan niet bereiken, om wat wij presteren, maar om wat wij krijgen en gekregen hebben. Jezus is opgewekt en Hij geeft ons deel aan nieuw leven. Als je het ergens ziet dan hier: God houdt niet van je omdat je ergens goed in bent. Hij houdt al lang van je, al zo lang dat Hij tweeduizend jaar geleden zijn Zoon voor je liet opstaan en Hij geeft je Hem als een stromende bron van nieuw leven. Waar je zelf ook allemaal goed in bent, zoveel stelt het niet voor. Waar je ook allemaal in mislukt bent, zo erg is het niet. Jij betekent iets voor God om wie je bent, Hij laat je roepen met nieuw leven dat sterker is dan de dood. Jezus leeft voor jou en geeft jou nieuw leven, dat blijft en dat een kracht in je leven wil worden.

En ook op een andere manier heel diep: Lucas eindigt Pasen niet maar met feest op een willekeurige plaats. Lucas eindigt in de tempel. En de tempel was niet zomaar een plaats. Bij de tempel mag je direct denken aan de plaats waar hemel en aarde elkaar snijden en overlappen, waar God op aarde is en mensen in de hemel bij God. De tempel, dat is altijd direct ook: kijk, de woonplaats van God is weer bij de mensen, zij zullen zijn volken zijn en hij hun God! Het gaat met Pasen echt niet maar om wat losse mensen die hun ziel redden, het gaat echt niet maar om mij en mijn God. Het feest van Pasen is het feest van uiteindelijk de nieuwe werkelijkheid van God die binnenbreekt in de onze en die eens alles nieuw zal maken. Wij mogen er al deel aan hebben, wij mogen het al vieren. Tempel van de heilige Geest worden, eerst samen als gemeente, plaats waar hemel en aarde elkaar overlappen, God op aarde bij ons en wij in de hemel bij God. Daar gaat het vanmorgen hier ook om… En dan ook persoonlijk: tempel van de Geest ook jij: God in jouw leven en jij bij God in heel je bestaan.

Dat is te groot om te begrijpen, en juist daarom moet je het vieren. Om er werkelijk iets van tot je door te laten dringen moet je er de tijd voor nemen, het ruimte geven. Om de opstanding van Christus werkelijk tot een kracht in je leven te laten worden moet je haar vieren. Dat is de beste manier om je haar toe te eigenen, je eigen te maken. Zo werkt het toch? Hoe meer je vandaag, en verder ’s zondags, jezelf gericht hebt op de Here Jezus, hoe meer je je verwonderd hebt over wat Hij je zomaar geeft, hoe meer je stil geworden bent voor Hem en zijn evangelie in je hart hebt laten bezinken, samen blij gezongen hebt van zijn redding, hoe meer je van dat eindeloos mooie van God en Christus gezien hebt, des te meer ben je er de rest van de week van onder de indruk. En omgekeerd, hoe minder je vandaag, en verder ’s zondags gevierd hebt wat je gekregen hebt in Christus onze Heer, des te oppervlakkiger zal doordeweeks je christelijke leven zijn. We moeten maar niet weten dat Jezus is opgestaan, we moeten het vieren. Daar zijn zondagen voor, niet om rust te houden, maar om feest te vieren. Laat dat tot je doordringen en het helpt je alle andere dagen van het jaar, van de week. Recht tegenover de machten van economie en prestatie die mensen afmatten en moe maken, beginnen wij als christenen het jaar en elke week met een feest. Wat je presteert? Dat is mooi meegenomen, maar het hoeft je leven niet te bepalen. Je bent niet wat je kunt, nooit bij God. Je bent wat Hij je geeft. Heerlijk. Kun je ’s maandags of dinsdags weer ontspannen naar je werk.

En net zo goed werkt dat zo bij dat andere hier, dat de apostelen er op uit gestuurd worden om getuigenis af te leggen, om te spreken over Jezus de Koning, de Levende Heer. Dat getuigenis, dat spreken is ook iets dat opborrelt uit deze bron van leven, en dus uit het vieren van dat leven. Kijk hier: de apostelen worden niet meteen op weg gestuurd. Ze moeten nog wachten op de Geest, de belofte van de Vader, maar intussen vieren ze het feest dat Jezus leeft, elke dag in de tempel. En als die Geest komt beginnen ze automatisch niet met alle kanten op te rennen, maar met samen in het huis waar ze zijn God te loven en te prijzen. Het is het feest van de grote daden van God dat ze vieren in dat huis op Pinksteren. Daar komen dan allerlei mensen op af, verbaasd dat de feestvierders hun eigen taal spreken. En vervolgens pas komt de preek van Petrus.

Om echt iets te vertellen te hebben aan anderen over Jezus, moet het eerst tot jezelf zijn doorgedrongen. Je krijgt de woorden om Jezus’ leven door te geven aangereikt als je de tijd neemt om zijn leven te vieren, het te laten bezinken, Hem je hart te laten aanraken, zijn Geest je te laten vinden. Juist omdat Jezus’ nieuwe leven tot de bron van jouw eigen leven wil worden, vraagt Hij om de ruimte en de tijd om door ons leven te stromen. Fris water, dat zuivert, een goede stroom, die je leven schoonwast en draagt, en die je binnendraagt het eeuwige leven met Hem binnen. Daarom: Jezus leeft! Dat moet gevierd worden. Vandaag, morgen, alle zondagen van het jaar, en alle dagen, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 6 april 2008

eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 16 april 2006

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *