Waarheid en geloof op Golgota

Preek over Johannes 19:35-37

orde avonddienst
welkom
votum en groet
gebed
zingen: Psalmen voor Nu 130
Schriftlezing Johannes 19:16b-37
luisteren: Gethsemane
preek over Johannes 19:35-37
zingen: E&R 97 in Arabisch en Nederlands
lezen NGB art. 21
zingen: Opwekking 436
inzameling gaven
zingen: Liedboek 182,1.2.6
zegen

Het is gebeurd. Het is volbracht. Het is voorbij. Jezus is gestorven, overduidelijk en niet te ontkennen. De Romeinse beulen verstonden hun vak. Dan gaat Johannes spreken over waarheid en geloof. Niet alleen over waarheid. Niet alleen over geloof. Over waarheid en geloof. Bij Jezus horen die altijd bij elkaar. Maar Johannes begint met waarheid. Waarheid heeft te maken met zien, met met-je-eigen-ogen zien. Ook het voorgaande, ook wat we vanavond niet gelezen hebben, heeft Johannes zien gebeuren. Tot in zo’n detail, dat er bloed en water uit de speer-wond kwam. Niemand hoeft hem te vertellen dat Jezus niet echt gestorven was. Hij schrijft als ooggetuige, van wat hij heeft gezien. Van wat er is gebeurd.

Laten wij hem daarin vanavond eren als de apostel die hij is. Hij schrijft als gezondene van Jezus, namens hem die hier sterft. Laten wij dan ook beginnen met te letten op de waarheid die Johannes beschrijft. Het is een sobere waarheid. Jezus droeg zelf zijn kruis naar Golgota. Dat Hij gevallen is of dat Simon van Cyrene Hem helpen moest, dat kan best, maar Johannes vindt het niet interessant. Jezus werd gekruisigd tussen twee anderen. Dat het rabauwen waren, dat er één spotte, dat het misdadigers waren, dat kan best, maar Johannes vindt het niet interessant. Het kruis krijgt als opschrift: Jezus de Nazoreeër, de Koning der Joden. Een machteloze wraakneming van Pilatus op de overpriesters, die tegelijk het antwoord inhoudt op Pilatus’ eigen machteloze vraag van even eerder: wat is waarheid? Dit is waarheid, Pilatus, wat je geschreven hebt, dat heb je geschreven. De soldaten verdelen zijn kleren, dobbelen erom. Wat de soldaten verder deden, Johannes vindt het niet interessant. Bij het kruis staan drie Maria’s. Wat ze doormaken, hun gevoelens, Johannes vindt ze niet interessant. Wel dat Jezus het vijfde gebod vervult door voor zijn moeder te zorgen. Daar gaat het om, in dat gebod, dat zich richt tot volwassenen: zorg voor je ouders als ze oud zijn. Jezus doet het. Jezus zegt: Ik heb dorst, en krijgt te dringen. Jezus zegt: het is volbracht en geeft de geest. Het is gebeurd.

Johannes’ waarheid is sober. Hij vertelt van wat hij heeft gezien. Afgezien nu van verwijzingen naar de bijbel, waar ik zo op terugkom – als Johannes iets breder uithaalt gaat het er om duidelijk te maken waarom hij iets kon zien. Het opschrift op het kruis ondanks de tegenstand van de overpriesters, het breken van de benen van de beide anderen vanwege de vraag van dezelfde overpriesters om de sabbat. Zus en zo en daarom viel er dit te zien. Verder zijn het eigenlijk vooral een paar schetslijnen: dit is er gebeurd, en dat, en toen.

Wat eigenlijk het meest opvalt, zeker na het zien van de nodige verfilmingen van Jezus’ leven, is dat er in Johannes helemaal nergens sprake is van emoties. In de andere evangeliën moet je daar ook naar zoeken, maar in het hele gedeelte dat we gelezen hebben ontbreekt iedere aanduiding van wat voor emotie dan ook, positief of negatief. Er wordt niets verteld van spot of hoon, er wordt niets verteld van pijn of lijden, er wordt niets verteld van verdriet of angst. Niemand stelt in de bijbel de grote standaard verslaggevers-vraag: hoe heb jij dat ervaren, die kruisiging van Jezus te moeten aanzien? hoe was dat? wat ging er door je heen? Als er getuigd wordt, nog wel met een waarachtig, een betrouwbaar getuigenis, dan gaat het om hoe het was en niet om hoe het voelde.

Ik denk niet dat dit betekent dat Johannes bedoelt dat het niet uitmaakt wat mensen ervaren. Dat het alleen maar om wat gebeurd is gaat. Als je er even langer over nadenkt merk je eerder dat ook hierin de bijbel een barmhartig boek is, dat open staat voor alle mensen. Juist door ze niet te beschrijven maakt Johannes ruimte voor verschillende gevoelens en ervaringen. Wat zouden wij moeten met Johannes’ persoonlijke beleving van wat hij gezien heeft? Wat met wat er door Maria heenging, toen ze haar Zoon zag heengaan en een nieuwe zoon kreeg? Wat zouden we aan moeten met de laatste emoties van zo’n moordenaar toen zijn benen gebroken werden? Wat zelfs met de herinnering aan het geluid van brekende botten, het geluid van los gegeseld vlees, van een laatste adem. Niemand kan werkelijk meevoelen met Jezus, nog niet eens omdat Hij Gods Zoon is en wij niet, maar al om de eenvoudige reden dat niemand ooit de emoties van een ander mens kan voelen. Uiteindelijk sluiten emoties uit, vervreemden ze. Wat mensen kan verbinden is dat wat die emoties oproept, is dat wat er gebeurd is, is de waarheid.

Niemand hoeft zich verplicht te voelen emotioneel mee te leven met Jezus, laat staan met iemand anders hier. Als hier van alles had gestaan over hoe Johannes, hoe Maria, hoe zo’n soldaat dit of dat ervaren had, was voor ons de vraag geworden: kunnen wij dat meemaken? En als het bij ons nu eens heel anders is, moeten we ons dan schuldig voelen? Nu is dat geen vraag, omdat iedereen op eigen manier de eigen emoties kan laten wakker roepen door wat er gebeurd is, heel sober naverteld. Wat niemand van ons kan meevoelen is toch gebeurd voor ons, zonder vertraagde beelden, zonder de sfeer invullende muziek, zonder emotionele manipulatie. Je mag er allemaal je eigen beeld bij vormen, je eigen muziek bij componeren en je eigen gevoelens bij hebben. Jezus speelt niet op ons gevoel, hij probeert ons niet over de streep te trekken met een: kijk eens hoe zwaar ik het voor je heb gehad, kijk eens hoeveel ik van jou houd, zou jij nu niet van mij houden? Dat is de boodschap van een film als The Passion of the Christ. Het is een boodschap waarvan Johannes laat merken dat het niet de boodschap van de Christus is. Als God ons zo, op die manier, heeft liefgehad, schrijft hij later, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niet maar hem, nee, elkaar.

Waar het Johannes, en waar het dus God zelf die door hem spreekt om gaat, is hier intussen niet maar de combinatie van wat er gebeurd is, van waarheid en beleving, maar van waarheid en geloof.

Waarheid heeft met zien te maken, zei ik. Geloof heeft met horen te maken, met luisteren naar de bijbel. Al eerder vlocht Johannes verwijzingen in: Zij hebben het lot geworpen over mijn kleren, Psalm 22; Ik heb dorst, naar Psalm 22; en nu hier aan het slot Psalm 34 en Zacharia 12. En vanzelf denk je op het paasfeest ook aan het paaslam, waarvan geen bot gebroken mocht worden. Geloof ontstaat waar beseft wordt dat wat er gebeurd is, gebeurd is naar het Woord van God, en dat het dus maar niet gebeurd is op zichzelf, maar gebeurd is namens, door God voor ons. Als het Woord komt bij wat er gebeurt, gaat wat er gebeurt ons aanspreken als gebeurd voor ons. Kijk maar naar hoe Johannes schakelt: hij spreekt opdat zijn lezers geloven. Want dit is geschied opdat het Schriftwoord zou vervuld worden.

Als wat hier op Golgota gebeurt verbonden wordt met Gods woorden, dan spreekt God daarin tot jou: dit is mijn Zoon, de geliefde, Hij sterft hier voor jou, preciezer nog bij deze verzen: Hij is hier gestorven voor jou. Neem hem, neem zijn leven voor jouw leven aan uit mijn hand, als mijn belofte voor jou, en word mijn kind, leef van mij. Geloven is niet maar dat je aanneemt dat Jezus echt gekruisigd, gestorven en begraven is, geloven is niet maar dat je instemt met de waarheid van Johannes’ getuigenis. Geloven is dat je Jezus aanneemt als jouw Heer die naar waarheid gestorven is voor jou. Wat je daar voor emoties bij hebt mag van persoon tot persoon verschillen. Maar dat het echt iets voor jou is, waar je persoonlijk op reageren moet, dat is waar het voor ons allemaal om gaat.

De vraag is niet op zichzelf: wat is er gebeurd? Maar de vraag is: nu dit zo voor jou gebeurd is, hoe sta jij tegenover deze Jezus? wat ga jij nu in jouw leven laten gebeuren? Bij gebeuren hoort gebeuren, nietwaar? Als juist in wat hier op Golgota gebeurd is de levende God met zoveel daden tegen jou zegt: ik houd van jou tot het laatste toe, dan kun jij niet meer reageren met: zo dat is mooi, daar ben ik het mee eens. Dat slaat helemaal nergens op, dat komt in feite neer op: dit interesseert me geen bal, leg daar maar neer. Maar je kunt ook niet meer een traantje wegpinken, even geroerd zijn: wat mooi, wat emotioneel, en dan weer over gaan tot de orde van de dag. Dat slaat ook nergens op. Bij gebeuren hoort gebeuren. Bij voor jou gebeuren hoort door jou gebeuren. Hoe ga jij reageren op deze Jezus, met jouw leven?

Dat wordt hier door de citaten die Johannes aanhaalt nog eens onderstreept. Jezus is gestorven. Zijn werk van lijden en kruisiging is volbracht. Hij heeft, naar elders staat, zijn geest in de handen van zijn Vader gelegd. En nu zorgt zijn Vader dan ook verder voor Hem. De verlatenheid is voorbij. Gods bijzondere zorg voor zijn Zoon keert terug. Was Jezus in het voorgaande prijsgegeven aan de wreedheid van zijn vijanden, nu niet meer. Dat werk is volbracht. Zijn lichaam zal voor verminking bewaard worden. Naar Psalm 34. Zijn lichaam is weer dat van de rechtvaardige. God behoedt al zijn beenderen, niet één daarvan wordt gebroken. Zijn lichaam is weer dat van de Zoon, de geliefde, afgebeeld in het Paaslam, de oudste zoon: niet verminkt mocht het worden. Hij is weer de bijzondere, degene om wie het gaat. En vanzelf is de vraag: hoe sta jij tegenover deze Jezus?

Nog sterker wordt dat bij Zacharia. Hem die zij doorstoken hebben blijkt de door God verhoogde te zijn. En als God zijn Geest uitgiet dringt dat tot de mensen door, eerst tot Jeruzalem, maar dan ook tot alle geslachten, eerst van Israël, dan van alle mensen. Straks in Openbaring 1:7 lezen we: Zie, Hij komt met de wolken en elk oog zal Hem zien, ook zij, die Hem hebben doorstoken; en alle stammen der aarde zullen over Hem weeklagen. Ja, amen. Wat hier op Golgota gebeurd is blijkt straks te gaan over degene die God èn tot Heer èn tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus die jullie gekruisigd hebben. En drieduizend komen tot geloof, het begin van talloos velen.

Als het Woord van God komt bij wat er gebeurde blijkt dat ons aan te spreken, direct en persoonlijk: hoe sta jij tegenover deze Jezus? Hij is hier gestorven voor jou, om jou te laten leven. Wat ga jij daarmee doen? Vul de emoties dan maar in zoals het je persoonlijk past, maar geef in ieder geval jezelf in geloof. Bij gebeuren hoort gebeuren. Want wat jij doet met Hem die zij doorstoken hebben, dat beslist over alles, over je dood of je leven. Doe geen gekke dingen, want alleen bij Hem is leven tot in eeuwigheid. Kijk maar zondag. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 6 april 2007
in een eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 9 april 2004

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *