Dertiende vrijdag door het jaar (Heilig Hart van Jezus) — Metten

korte stilte

℣ Heer, open mijn lippen,
℟ en mijn mond zal uw lof verkondigen.
℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

uitnodiging

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

psalm bij de uitnodiging: Psalm 95 — Uitnodiging om God te loven
Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang het ‘heden’ duurt (Heb. 3:13).

Kom, laten wij jubelen voor de HEER,
juichen voor onze rots, onze redding.
Laten wij hem naderen met een loflied,
hem toejuichen met gezang.

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

De HEER is een machtige God,
een machtige koning, boven alle goden verheven.
Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde,
de toppen van de bergen behoren hem toe.

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

Van hem is de zee, door hem gemaakt,
en ook het droge, door zijn handen gevormd.
Ga binnen, laten wij buigen in aanbidding,
knielen voor de HEER, onze maker.
Ja, hij is onze God
en wij zijn het volk dat hij hoedt,
de kudde door zijn hand geleid.

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

Luister vandaag naar zijn stem:
‘Wees niet koppig als bij Meriba,
als die dag bij Massa, in de woestijn,
toen jullie voorouders mij op de proef stelden,
mij tartten, al hadden ze mijn daden gezien.’

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

‘Veertig jaar voelde ik weerzin tegen hen.
Ik zei: “Het is een stuurloos volk
dat mijn wegen niet wil kennen.”
En ik zwoer in mijn woede:
“Nooit gaan zij mijn rustplaats binnen!”’

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

Jezus heeft zich met hart en ziel voor ons gegeven,
kom, laten we hem aanbidden.

hymne: Auctor beate saeculi

O Heiland der barmhartigheid
die deze wereld schept en leidt,
die God uit God zijt, licht uit licht,
de glans van ’s Vader aangezicht.

En ons in liefde zo nabij
dat Gij een mens wordt zoals wij,
een nieuwe Adam die ons geeft
wat de oude ons ontnomen heeft.

Dezelfde liefdevolle hand
die sterren schiep en zee en land,
die steekt Gij naar de mensen uit
en breekt de band die hen omsluit.

Verlaat ons niet, zo bidden wij,
blijf met uw liefde ons nabij,
die liefde die voor allen is
een bron van licht en lafenis.

Een bron die vloeit in overvloed,
een bron van water en van bloed,
ontspringend waar de harde speer
uw hart doorboorde, lieve Heer.

U Jezus, zij de lof gewijd,
uw hart is vol barmhartigheid.
U met de Vader zij de eer,
U met de Geest voor immermeer.

eerste antifoon

Wat de HEER beraamt, blijft van geslacht tot geslacht.

eerste psalm: Psalm 33 — Lofzang op Gods voorzienigheid
Alles is door hem ontstaan (Joh. 1:3).

Juich, rechtvaardigen, voor de HEER,
de oprechten moeten hem loven.

Huldig de HEER bij de klank van de lier,
speel voor hem op de tiensnarige harp.
Zing voor hem een nieuw lied,
speel en zing met overgave.

Oprecht is het woord van de HEER,
alles wat hij doet is betrouwbaar.
Hij heeft recht en gerechtigheid lief,
van de trouw van de HEER is de aarde vervuld.

Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt,
door de adem van zijn mond het leger der sterren.
Hij verzamelt het zeewater en sluit het in,
hij bergt de oceanen in schatkamers weg.

Laat heel de aarde vrezen voor de HEER,
en wie de wereld bewonen hem duchten,
want hij sprak en het was er,
hij gebood en daar stond het.

De HEER doet de plannen van volken teniet,
hij verijdelt wat naties beramen,
maar het plan van de HEER houdt eeuwig stand,
wat hij beraamt, blijft van geslacht tot geslacht.

Gelukkig het volk dat de HEER als zijn God heeft,
de natie die hij verkoos als de zijne.
Uit de hemel ziet de HEER omlaag
en slaat hij de sterveling gade.

Vanaf zijn troon houdt hij het oog
op allen die de aarde bewonen.
Hij die de harten van allen vormt,
hij doorziet al hun daden.

Koningen winnen niet door een machtig leger,
brute kracht redt krijgsheren niet.
Van geen nut zijn paarden voor de overwinning,
hoe sterk ook, ze bieden geen uitkomst.

Het oog van de HEER rust op wie hem vrezen
en hopen op zijn trouw:
hij zal hen redden in doodsgevaar,
bij hongersnood zal hij hun leven sparen.

Wij verwachten vol verlangen de HEER,
hij is onze hulp en ons schild.
Ja, om hem is ons hart verblijd,
op zijn heilige naam vertrouwen wij.

Schenk ons uw trouw, HEER,
op u is al onze hoop gevestigd.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Wat de HEER beraamt, blijft van geslacht tot geslacht.

tweede antifoon

Geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

tweede psalm: Psalm 47 — De Heer is koning van het heelal
Hij zit aan de rechterhand van de Vader en zijn rijk zal geen einde hebben.

Klap in de handen, o volken,
juich God toe met jubelzang:
geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

Volken dwong hij voor ons op de knieën,
naties legde hij aan onze voeten.
Hij koos voor ons een eigen land,
de trots van Jakob, het volk dat hij liefheeft. sela

Onder gejuich steeg God omhoog,
de HEER steeg op bij hoorngeschal.
Zing voor God, zing een lied,
zing voor onze koning, zing hem een lied:
God is koning van heel de aarde.
Zing een feestelijk lied.

God heerst als koning over de volken,
God zetelt op zijn heilige troon.
De vorsten van de volken zijn bijeen
in het gevolg van Abrahams God.
Zijn schildwachten zijn ze op aarde.
Hoog is hij verheven.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Geducht is de HEER, de Allerhoogste,
machtige koning van heel de aarde.

derde antifoon

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.

derde psalm: Psalm 98 — God, de overwinnaar en de rechter
Deze psalm wijst op de eerste komst van de Heer en op het geloof van alle volkeren (Athanasius).

Zing voor de HEER een nieuw lied:
wonderen heeft hij verricht.
Zijn rechterhand heeft overwonnen,
zijn heilige arm heeft redding gebracht.
De HEER heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.

Hij heeft gedacht aan zijn liefde en trouw
voor het volk van Israël.
De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.

Juich de HEER toe, heel de aarde,
juich en jubel, zing het uit.
Zing voor de HEER bij de lier,
laat bij de lier uw lied weerklinken.
Blaas op de ramshoorn en de trompetten,
juich als de HEER, uw koning, verschijnt.

Laat bruisen de zee en alles wat daar leeft,
laat juichen de wereld met haar bewoners.
Laten de rivieren in de handen klappen
en samen met de bergen jubelen

voor de HEER, want hij is in aantocht
als rechter van de aarde.
Rechtvaardig zal hij de wereld berechten,
de volken oordelen naar recht en wet.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

De einden der aarde hebben het gezien:
de overwinning van onze God.

vers

℣ Hij stelde een gedenkdag in voor zijn wonderen,
genadig en liefdevol is de HEER.
℟ Hij gaf voedsel aan wie hem vrezen,
eeuwig gedenkt hij zijn verbond.

korte stilte

zegen

Moge God het vuur van zijn liefde aansteken in ons hart.

eerste lezing: Efeziërs 1:3-7.15-18

Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend. In Christus immers heeft God, voordat de wereld gegrondvest werd, ons vol liefde uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn, en hij heeft ons naar zijn wil en verlangen voorbestemd om in Jezus Christus zijn kinderen te worden, tot eer van de grootheid van Gods genade, ons geschonken in zijn geliefde Zoon. In hem zijn wij door zijn bloed verlost en zijn onze zonden vergeven, dankzij de rijke genade die God ons in overvloed heeft geschonken. Daarom, en ook omdat ik gehoord heb over uw geloof in Jezus, de Heer, en over uw liefde voor alle heiligen, dank ik God onophoudelijk voor u en noem ik u in mijn gebeden. Moge de God van onze Heer Jezus Christus, de vader van alle luister, u een geest van inzicht schenken in wat geopenbaard is, opdat u hem zult kennen. Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen.

eerste responsorie

℟ Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden.
℣ De HEER is liefdevol en genadig, geduldig, trouw en waarachtig.
℟ Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden.

tweede lezing: Efeziërs 2:4-7.14-18

Maar omdat God zo barmhartig is, omdat de liefde die hij voor ons heeft opgevat zo groot is, heeft hij ons, die dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Ook u bent nu door zijn genade gered. Hij heeft ons samen met hem uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus. Zo zal hij, in de eeuwen die komen, laten zien hoe overweldigend rijk zijn genade is, hoe goed hij voor ons is door Christus Jezus. Want hij is onze vrede, hij die met zijn dood de twee werelden één heeft gemaakt, de muur van vijandschap ertussen heeft afgebroken en de wet met zijn geboden en voorschriften buiten werking heeft gesteld, om uit die twee in zichzelf één nieuwe mens te scheppen. Zo bracht hij vrede en verzoende hij door het kruis beide in één lichaam met God, door in zijn lichaam de vijandschap te doden. Vrede kwam hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: dankzij hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader.

tweede responsorie

℟ Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos, ik hoopte op mededogen – vergeefs; op troost – die ik niet vond.
℣ Nee, ze mengden gif door mijn eten en lesten mijn dorst met azijn.
℟ Smaad heeft mijn hart gebroken, ik ben radeloos, ik hoopte op mededogen – vergeefs; op troost – die ik niet vond.

derde lezing: Efeziërs 3:14-21

Daarom buig ik mijn knieën voor de Vader, die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsferen en op aarde. Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen kracht en sterkte schenken door zijn Geest, zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft in de liefde. Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte kunnen begrijpen, ja de liefde van Christus kennen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods volkomenheid. Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, aan hem komt de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Ambrosiaanse hymne

U, God, loven wij. U, Heer, prijzen wij.
U, eeuwige Vader, eert heel de aarde.
Tot U zingen alle engelen,
de hemelen en alle machten,
cherubs en serafs, zonder ophouden:
Heilig, heilig, heilig is de HEER,
God van de hemelse machten.
Vol zijn hemel en aarde van uw majesteit. —

U looft het roemvol koor van apostelen,
U het lofwaardig getal van profeten.
U looft de witte stoet van martelaren,
U prijst de heilige kerk over heel de aarde:
U, Vader, onmetelijk in majesteit,
U, echte en enige Zoon, hoog verheven,
U, heilige Geest, pleitbezorger. —

U, Christus, koning der glorie,
U bent de eeuwige Zoon van de Vader.
Om ons mensen, en om onze redding,
bent u mens geworden uit de maagd Maria.
U hebt de angel van de dood overwonnen
en voor de gelovigen het hemelrijk geopend.
U zit aan Gods rechterhand in de glorie van de Vader.
U verwachten wij als rechter.
U smeken wij: kom uw dienaren te hulp
die u door uw kostbaar bloed gered hebt.
Laat ons in de eeuwige heerlijkheid
geteld worden onder uw heiligen. —

Red het volk dat u toebehoort, zegen het,
wees zijn herder en draag het voor eeuwig.
God, wij loven u dag na dag,
uw naam zullen wij altijd prijzen.
Wees genadig, Heer,
spaar ons deze dag voor de zonde.
Ontferm u over ons, Heer, ontferm u over ons.
Schenk ons uw trouw, HEER, op u is al onze hoop gevestigd.
Bij u, HEER, schuil ik, maak mij nooit te schande.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Laten wij Jezus, die zachtmoedig en nederig van hart is, aanroepen en bidden: God van liefde, toon ons uw goedheid.
Heer Jezus, in U woont de godheid in alle volheid; geef dat wij deel krijgen aan Gods eigen wezen.
Heer Jezus, in U zijn alle schatten van wijsheid en kennis; openbaar ons door uw kerk de veelvuldige wijsheid van God.
Heer Jezus, in U heeft de Vader zijn welbehagen gesteld; laat ons altijd luisteren naar uw woord.
Heer Jezus, van uw volheid hebben wij allen ontvangen; schenk ons de gaven van de Vader: genade en waarheid.
Heer Jezus, bron van leven en heiligheid; laat ons heilig en onberispelijk zijn voor Gods aangezicht.

Ik bid U, Heer, …

… Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.