Tweede woensdag van de advent – Vespers

korte stilte

℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

eerste antifoon

Van het einde der aarde roep ik u aan.

eerste psalm: Psalm 61 — Gebed van een balling
Het gebed van een rechtvaardige die zijn hoop gesteld heeft op de eeuwigheid (Hilarius).

Hoor, o God, mijn smeken,
sla acht op mijn gebed,
van het einde der aarde roep ik u aan,
want mijn hart bezwijkt.
Breng mij op de rots hoog boven mij,
u bent altijd mijn schuilplaats geweest,
een toren te sterk voor de vijand.

Laat mij altijd wonen in uw tent,
veilig verscholen onder uw vleugels, sela
u hoort mijn geloften, God,
u beloont wie uw naam vereren.

Voeg dagen toe aan de dagen van de koning,
dat zijn jaren duren van geslacht op geslacht.
Wil zijn troon altijd beschermen, God,
laten trouw en waarheid over hem waken.
Dan zal ik uw naam voor altijd bezingen,
en mijn geloften volbrengen, dag na dag.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Van het einde der aarde roep ik u aan.

tweede antifoon

Bij de HEER is genade, bij hem is bevrijding, altijd weer.

tweede psalm: Psalm 130 — Berouw en Godsvertrouwen
Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (Mat. 1:21).

Uit de diepte roep ik tot u, HEER,
Heer, hoor mijn stem,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade.

Als u de zonden blijft gedenken, HEER,
Heer, wie houdt dan stand?
Maar bij u is vergeving,
daarom eert men u met ontzag.

Ik zie uit naar de HEER,
mijn ziel ziet uit naar hem
en verlangt naar zijn woord,
mijn ziel verlangt naar de Heer,
meer dan wachters naar de morgen,
meer dan wachters uitzien naar de morgen.

Israël, hoop op de HEER!
Bij de HEER is genade, bij hem
is bevrijding, altijd weer.
Hij zal Israël bevrijden
uit al zijn zonden.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Bij de HEER is genade, bij hem is bevrijding, altijd weer.

derde antifoon

HEER, niet trots is mijn hart.

derde psalm: Psalm 131 — Kinderlijk vertrouwen in de Heer
Leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart (Mat. 11:29).

HEER, niet trots is mijn hart,
niet hoogmoedig mijn blik,
ik zoek niet wat te groot is
voor mij en te hoog gegrepen.

Nee, ik ben stil geworden,
ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
als een kind is mijn ziel in mij.

Israël, hoop op de HEER,
van nu tot in eeuwigheid.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

HEER, niet trots is mijn hart.

vierde antifoon

Laten wij zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen aan zijn voeten.

vierde psalm: Psalm 132:1-10 — De belofte van God aan het huis van David
God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven (Luc. 1:32).

Blijf David gedenken, HEER,
en alles wat hij heeft doorstaan,
omdat hij de HEER had gezworen,
de Machtige van Jakob had beloofd:

‘Ik zal mijn tent niet binnengaan
noch mij te ruste leggen op mijn bed,
mijn ogen niet overgeven aan de slaap
noch mijn wimpers aan de sluimer,
voordat ik een plaats vind voor de HEER,
een woning voor de Machtige van Jakob.’

In Efrata hoorden wij van de ark,
wij vonden hem in de velden van Jaär.
Laten wij zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen aan zijn voeten.

Trek op, HEER, naar uw rustplaats,
u en uw machtige ark.
Laten uw priesters zich kleden in gerechtigheid,
uw getrouwen juichen van vreugde.

Wijs omwille van David, uw dienaar,
het verzoek van uw gezalfde niet af.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vierde antifoon

Laten wij zijn woning binnengaan,
ons neerbuigen aan zijn voeten.

vijfde antifoon

Ik zal Sions priesters met eer bekleden.
Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde.

vijfde psalm: Psalm 132:11-18 — De belofte van God aan het huis van David
God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven (Luc. 1:32).

De HEER heeft David trouw gezworen,
en zijn belofte neemt hij niet terug:

‘Een van je nazaten
laat ik je troon bestijgen.
Houden je zonen zich aan mijn verbond,
aan de richtlijnen die ik hun geef,
dan zullen ook hun zonen voor altijd
zetelen op je troon.’

De HEER heeft Sion verkozen
en als woonplaats begeerd:
‘Dit is, voor altijd, mijn rustplaats,
hier verlang ik te wonen.

Ik zal Sion met voedsel zegenen,
de armen brood geven in overvloed
en de priesters met eer bekleden.
Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde.

Hier breng ik Davids huis tot aanzien,
hier ontsteek ik een lamp voor mijn gezalfde.
Zijn vijanden bekleed ik met schande,
maar op zijn hoofd schittert een kroon.’

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vijfde antifoon

Ik zal Sions priesters met eer bekleden.
Zijn getrouwen zullen juichen van vreugde.

kapittel: Genesis 49:10

In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen.

hymne: Creator alme siderum

Gij die der sterren schepper zijt,
met eeuwig licht uw kinderen leidt,
o Christus, die de mensen redt,
hoor naar ons innig smeekgebed.

Opdat de wereld niet vergaat
door ’t duivelse bedrog en kwaad,
geeft Gij Uzelf in liefdespijn,
en wordt haar milde medicijn.

Gij draagt aan ’t harde kruis gehecht
de zonden van de wereld weg,
o kind der maagd dat tot ons kwam
als onbezoedeld offerlam.

Voor uw immense majesteit
buigt alle knie zich wijd en zijd,
buigt aarde en hemel zich ter neer
en dient U op uw wenken, Heer.

Wanneer Gij zetelt ten gericht
ten laatste dage in het licht,
wij bidden U dat Gij ons wilt,
o Rechter, schutten met uw schild.

Lof, eer en macht en majesteit
zij God de Vader toegewijd,
en God de Zoon en God de Geest,
zoals het immer is geweest.

vers

℣ Hemel, laat gerechtigheid neerregenen, laat haar neerstromen uit de wolken.
℟ Laten hemel en aarde redding voortbrengen en ook het recht doen ontspruiten.

antifoon bij de lofzang

Sion, je zult vernieuwd worden en je zult je Rechtvaardige weldra binnen je muren zien komen.

lofzang van Maria

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert. —

Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen. —

Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid. —

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

antifoon bij de lofzang

Sion, je zult vernieuwd worden en je zult je Rechtvaardige weldra binnen je muren zien komen.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Bidden wij vol vertrouwen tot Jezus Christus die ons uit de duisternis geroepen heeft tot zijn licht: Kom, Heer Jezus.
Heer, breng de volken van heel de aarde bijeen; hernieuw uw eeuwig verbond met hen.
Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt, zuiver ons van alle smet.
U bent komen redden wat verloren was; kom opnieuw en veroordeel niet wat u eens hebt verlost.
In geloof zien wij uit naar u; laat ons bij uw komst delen in de eeuwige vreugde.
U zult komen om levenden en doden te oordelen; geef onze doden een plaats onder uw uitverkorenen.
U die leeft en heerst met God de Vader in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.