Aan God alle eer tot in eeuwigheid

Preek over Romeinen 16:25-27

orde avonddienst
welkom
zingen: Opwekking 267
zingen: Opwekking 331
stil gebed
votum en groet
zingen: Liedboek 397,1-3.6
gebed
Schriftlezing Romeinen 16
preek over Romeinen 16:25-27
zingen: Liedboek 301,1.2.5
zingen: NGK 123,1
lezen 12 Artikelen II,2-7
zingen: NGK 123,5
moment van gedenken
zingen: Psalm 90,1
gebed
zingen: Psalm 90,8
inzameling gaven
zingen: Opwekking 454
zegen

Zo hoort het te eindigen, ook dit jaar 2007: aan hem, de enige en alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.

Wat aan dit einde vooraf gaat kan heel groots zijn, zoals de grote vergezichten eerder in de brief aan de Romeinen. Het mag ook gerust heel gewoon zijn, zoals de groeten die er net aan vooraf gaan, of ernstig, zoals die vermaning daar weer voor over mensen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan. Het kan ook heel praktisch zijn, niet alleen in praktische wegwijzingen over het leven met God en met elkaar, zoals in de laatste hoofdstukken van de brief, maar ook, concreet hier in hoofdstuk 16: het lijkt er op dat Paulus Febe, de diacones die de brief in eerste instantie bezorgt, via al die groeten de weg wijst naar de stuk of vijf, zes huisgemeenten in Rome. Groot of klein, van het bijzondere, haast deftige van de brief tot en met de laatste sms-jes van Paulus net voor het einde, het hoort allemaal te eindigen zoals Romeinen eindigt: aan God alle eer tot in eeuwigheid!

En denk dan ook maar rustig terug aan al die dingen van 2007, wat gebeurd is in je leven, in je familie, in de kerk hier, in de kerken verder, in de wereld, om ons heen en verder weg. Groot of klein, bijzonder of gewoon, vanavond mag het eindigen met het eren van God, de enige en alwijze God, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid.

Hij is dan ook de God die zich niet schaamt om nu al twee millennia lang de groeten te laten doen aan Prisca en Aquila, aan Epenetus, aan Maria, aan Andronikus en Junias, aan Ampliatus, en aan al die anderen hier. De kleine contacten van mensen die groeten en gegroet worden krijgen een plaats in de bijbel. Dat past echt bij de God die bij machte is ons kracht te geven.

Waardoor word je meer gesterkt dan door persoonlijke aandacht? God is ons niet maar algemeen nabij. Hij bemoedigt ons niet maar als meisjes of jongens, als vrouwen of mannen, als ouders of ambtsdragers, als werknemers of studenten, nee, hij noemt onze namen erbij. Hij houdt ons persoonlijk in het oog. De genade van onze Heer Jezus zij met u (vers 20). Het is de grote standaard-groet in de brieven, zoals het in de uitvoerige vorm de standaard-zegen in de kerk is geworden. Met u allen. Maar daarvoor staan namen. En de namen die er niet staan mag je er bij horen. U en jij en jij en u. Al die keren dat we naar huis gingen uit de kerk was het God om ons persoonlijk gegaan. En wie het gehoord heeft, die is versterkt thuis gekomen. Dus zeggen we samen vanavond: aan deze God komt de eer toe tot in eeuwigheid.

Waardoor word je meer gesterkt dan door onvoorwaardelijke liefde, liefde die vrijspreekt en opnieuw begint met je? Dat is de prediking van Jezus Christus naar Paulus’ evangelie ten voeten uit. Gods verrassing niet alleen voor Joden, maar ook voor niet-Joden, geopenbaard in Jezus en als vervulling van al Gods beloften in het oude testament bekend gemaakt aan wie het maar horen wil. Zet je eigen naam maar in die boodschap. Herinner je wat er allemaal gebeurd is, het afgelopen jaar, waar je blij mee was, waar je nog verdrietig over bent. Laat het evangelie nog één keer vanavond tot je doordringen, nog een kans na al die vorige keren dit jaar. En laat God het je zeggen: Ik geef jou mijn gerechtigheid, mijn goedheid, mijn vergeving, mijn genade in Jezus Christus als een volkomen verzoening van al jou zonden, als een persoonlijke gave om gesterkt verder te gaan in nieuw leven. Dus zeggen we samen vanavond: aan deze God komt de eer toe tot in eeuwigheid.

Waardoor word je meer gesterkt dan door echte wijsheid, door de nabijheid van een wijs persoon bij jou, iemand die echt de weg weet in het leven? De enige en alwijze God heeft ons een jaar lang telkens opnieuw in het leven gezet en zijn woorden mee gegeven. Ze waren persoonlijk gericht aan ons allemaal, op naam geadresseerd, op doopnaam. In allerlei opzichten heeft God ons inzicht in het goede willen geven en de kracht om dat ook te doen. Ja, ik weet het, juist iedereen die echt wijs is geworden bij God beseft ook dat daar veel aan ontbrak, dat het gemengd was met dwaasheid van ons. Maar dat is geen reden om de genade van Gods wijsheid te vergeten of te minachten. Integendeel, het is juist reden om samen vanavond te zeggen: aan onze God komt de eer toe tot in eeuwigheid.

Juist die dank scherpt je op en al die namen hier bepalen je bij het directe verband tussen het evangelie en het samen leven van mensen. Mensen die groeten en gegroet worden met de heilige kus. Het maakt je extra gevoelig voor mensen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan. Ga hun uit de weg, zegt Paulus. Zorg er voor dat je niet besmet wordt door het kwaad. God, de bron van alle vrede, zal satan nu spoedig vertrappen en aan u onderwerpen. Mijd gezeur en bitterheid als de pest, gepraat en altijd maar kritiek, oordelen en andere zonden tegen de gemeenschap. Let er op. Let er op in je eigen hart, in je eigen mond. Blijf er gevoelig voor ook bij anderen. Al zijn de woorden nog zo vroom en mooi, als er namen niet meer genoemd worden en mensen niet meer gegroet worden, als mensen alleen maar kritiek krijgen, dan krijgt niet God de eer, maar de duivel. Dan gebeurt het omgekeerde van wat we vanavond juist willen doen: samen zeggen: aan onze God komt de eer toe voor eeuwig.

Die enige en alwijze God heeft de macht ons kracht te geven. Hij heeft dat in 2007 ook gedaan. We zitten hier niet als machtige mensen, als perfecte figuren, als succes-hebbers. We zitten hier als gewone mensen, met allemaal gewone mensen om ons heen. We hebben een jaar gehad dat voor de een prachtige dingen bevatte, voor de ander moeilijke. Soms was het mooi, bijzonder: geboorte, doop, belijdenis, slagen, goede contacten, nieuwe contacten. Soms was het zwaar: dood, eenzaamheid, pijn, angst, contacten die wegvallen. Maar zoals we hier zijn hebben we allemaal reden om God te danken voor alle goede dingen die Hij gaf. We zeggen vanavond samen: aan deze God komt de eer toe tot in eeuwigheid.

En we zeggen dat niet maar voor onszelf. We zeggen dat midden in onze wereld, in onze stad, tussen de mensen die wij kennen en die wij nog niet kennen. Gods grote verrassing in Jezus Christus voor alle volken is niet voor een klein clubje. Ze moet bij alle volken bekend worden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen, ook bij alle volken die hier in Amsterdam leven. We mochten er het afgelopen jaar op onze eigen manier ook aan bijdragen, persoonlijk en als gemeente, samen met onze medechristenen in Amsterdam uit andere kerken en groepen. We mochten mensen groeten en hun namen leren kennen en hun de genade van onze Heer Jezus Christus mee geven. Wat wij ervaren hebben van God, van zijn persoonlijke, sterkende omgang met ons, we mochten het doorgeven, iets ervan doorgeven, in gesprekken, in de alphacursus en in gebed. En wie weet wat God doet. De paar huisgemeenten in het enorme Rome uit Paulus’ tijd groeiden uit tot een enorm leger van kerken. Aan de God die zulke dingen doet komt de eer toe tot in eeuwigheid.

Dit is de enige echte God, de God die mensen laat groeten en gegroet laat worden, die aandacht voor ons allen heeft in een blijde boodschap die een machtig middel is waarmee God iedereen redt die gelooft. Wie ook maar een naam heeft heeft weer een jaar lang de groeten van God gekregen. En daarom zeggen wij hier vanavond, als wij terugzien op 2007: aan hem, de enige en alwijze God, komt de eer toe door Jezus Christus tot in eeuwigheid. En we zijn echt niet de enigen die dat zeggen. In alle talen klinkt het vanavond, over de hele wereld, luid of misschien schuchter, omdat anders de politie of de soldaten komen, maar toch. In vele talen klinkt het hier vanavond ook in Amsterdam. De kerk is altijd 7000 keer groter dan wij denken, ook vlakbij. En in de hemel zelf klinkt het, altijd maar door, want het einde van alles is en blijft: aan onze God, de enige en alwijze, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 31 december 2007

eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 31 december 2002

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *