Jezus liefhebben, op Jezus vertrouwen, je in zijn komst verheugen

Preek over 1 Petrus 1:8-9

orde morgendienst
welkom
votum en groet
gebed
zingen: Psalm 105,1.2
zingen: Opwekking 267
zingen: Opwekking 609
Schriftlezing 1 Petrus 1;3-9
zingen: Liedboek 219, 1.2.3.6
preek over 1 Petrus 1:8-9
zingen: Psalmen voor Nu 84
lezen 1 Petrus 1:13-2:5
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 123
zegen

Een mooie, prikkelende, uitdagende tekst van de apostel Petrus, lijkt me. Echt iets voor zo’n zondag als vandaag, tussen Pasen en Pinksteren. Pasen betekende voor Petrus dat zijn leven een totaal nieuwe start kreeg, tot leven geroepen door de God en Vader van Jezus Christus zelf. Petrus leeft nu in hoop, zegt hij, met de lof van God op de lippen. Maar iets dergelijks geldt ook voor de mensen aan wie hij schrijft. Zonder Jezus ooit gezien te hebben houden ze van hem. Zonder Jezus nu te zien vertrouwen ze op hem. Zonder Jezus al te zien ervaren ze een onuitsprekelijke, hemelse vreugde. De zinnen bij Petrus barsten van vreugde, de woorden buitelen over elkaar heen, de moeilijke dingen van het leven lijken te worden meegesleurd in de dans van nieuw leven.

Des te meer prikkelt zo’n tekst me. Ze roept allerlei gedachten op, net naar hoe ik in m’n vel zit. Op een stil moment herinneren de woorden me bijvoorbeeld aan de tamheid en de zorg, de oppervlakkigheid zomaar, in mijn leven. Ze maken me op een bepaalde manier jaloers. Kan dat niet anders? Waar vind ik mijn liefde, mijn vertrouwen, mijn vreugde? Als ik toch al chagrijnig ben komt Nietzsche er weer eens tussendoor roepen: Blijf de aarde trouw! en hecht geen geloof aan die gifmengers die van bovenaardse verwachtingen spreken. Of als ik me toch al open voor God, voor mijn leven met hem, herinnert Petrus me aan de grote ervaringen van de ontmoeting met God. Een onuitsprekelijke, hemelse vreugde. Bijvoorbeeld 1654, november, Frankrijk, Blaise Pascal. “Vuur. God van Abraham, God van Isaac, God van Jakob, niet van filosofen en geleerden. Zekerheid, zekerheid, gevoel, vreugde, vrede.” Juist in de ontmoeting met Jezus Christus laat God zich vinden. Het moet Pascal volledig onderuit gehaald hebben: “Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde.” Maar ja, dat is gelijk wel allemaal heel groots en heel bijzonder.

Toch schrijft Petrus dit. En hij schrijft het niet maar over bijzondere mensen, over christenen van de buiten-categorie. Hij richt zich tot gewone christenen in het huidige Turkije. Petrus heeft het ook niet maar over zichzelf, over zijn eigen levenservaring. Dan zouden we kunnen zeggen: Ja, vind je het gek? Petrus heeft Jezus gezien na zijn opstanding, meer dan eens. Hij is uit het diepste verdriet van de verloochening van zijn Heer overgezet in overspoelende vreugde. Logisch dat in zijn leven alles anders werd. Maar ik ben toch zeker Petrus niet? Nee, inderdaad. Maar dat hoeft ook niet. Heel bewust haalt Petrus juist het verschil naar voren tussen hem en zijn lezers: U hebt Jezus lief zonder hem ooit gezien te hebben, zoals ik, en zonder hem nu te zien, zoals ik eerst, vertrouwt u op hem en bent u blij.

Daarmee schuift Petrus deze woorden tegelijk helemaal ook onder onze neus. Evenmin als die oude broeders en zusters in Turkije hebben wij Jezus ooit gezien of zien we hem nu. Als dan voor hen geldt dat zij Jezus lief hebben, dat ze op hem vertrouwen, en door hem eindeloos blij zijn — dan moet dat voor ons, in het Nederland van nu, ook een mogelijkheid zijn. Als dat in ons leven zo niet geldt, hebben we kennelijk nog ruimte om te groeien, om te leren, om tot ons door te laten dringen. Petrus daagt ons uit om die ruimte in te nemen: ook jij kunt Jezus lief hebben zonder hem ooit gezien te hebben, ook jij kunt op hem vertrouwen zonder hem nu te zien, ook jij kunt je onuitsprekelijk, hemels verheugen zonder Jezus nu al te zien, ook als jij helemaal niet groots of bijzonder bent, of niets groots of bijzonders meemaakt.

Denk er even over na en je merkt dat Petrus niet alleen prikkelt en uitdaagt, maar zomaar ook irritant begint te worden. Als hij deze mensen dit kan schrijven en als dat voor ons de boodschap inhoudt van: ook jij kunt dit, Jezus liefhebben, op hem vertrouwen, je onuitsprekelijk verheugen, ook jij, wie je ook bent — dan betekent dat ook dat er geen smoes meer is als het niet zo is. Als ik Jezus niet liefheb, niet op hem vertrouw en niets ken van die diepe hemelse blijdschap dan ligt dat aan mij, op wat voor manier dan ook. Wat Petrus betreft is er geen probleem. Goed, lijkt me de moeite waard om eens even bij stil te staan vanmorgen.

Ook jij kunt dat, Jezus liefhebben, op Jezus vertrouwen, je in zijn toekomst verheugen. Dat kan iedereen, volgens Petrus, omdat je er Jezus zelf echt niet voor ontmoet hoeft te hebben of voor hoeft te ontmoeten. Er zijn geen bijzondere voorwaarden of ervaringen voor nodig. Ook geen bijzondere geestelijke ontmoeting met Jezus. Zo’n ervaring als van Pascal, dat kan, maar het moet niet. Een bevestiging in jouw leven, een ervaring van vrede, van rust, van nabijheid, het kan, maar het moet niet. Een moment van wedergeboorte, een ervaring van roeping, op de een of andere manier een persoonlijk contact tussen Jezus en jou, het kan, maar het moet niet. Het zijn allemaal extra’s, gaven, cadeaus, mooi meegenomen, maar het moet niet. Als zoiets wel zou moeten, nou ja, dan was het ook niet voor iedereen. Dan moest je eerst wachten tot jou zoiets ten deel zou vallen, of je er op de een of andere manier toe opwerken. Dan had Petrus dit hier zo niet kunnen zeggen.

Maar hij zegt het wel. En het is opvallend genoeg. Hoe kun je zeggen dat je Jezus Christus kunt liefhebben, op hem kunt vertrouwen en je eindeloos verheugen in hem, zonder hem zelfs ontmoet te hebben? Voor ons is het de laatste jaren steeds meer vanzelfsprekend geworden dat je een persoonlijke verhouding met Jezus moet hebben, en dan niet maar in de oude, klassieke zin dat jij persoonlijk je leven in zijn dienst stelt, maar dat er echt een wederzijdse relatie ontstaat, die heel direct beleefd wordt. We denken over geloven als over een relatie zoals we die met intimi hebben, inclusief gesprek, vragen en antwoorden, doen en reageren. Dan is dit heel vreemd. In een directe wederzijdse relatie kun je niet van iemand houden die je nooit ontmoet hebt, of op iemand vertrouwen die je niet ziet. Voor Petrus kon dat dus wel.

Het kan echt geen kwaad als we ons eens realiseren dat Petrus niet in ons plaatje past. En dat geldt niet alleen voor Petrus. Ga er gerust van uit dat dit voor het hele Nieuwe Testament geldt. Het lijkt me dat dit betekent dat wij zelf nog maar eens goed moeten nadenken of onze benadering wel klopt, of we daar dingen niet veel te ingewikkeld mee maken. Wat in ieder geval voor de vroege christenen, met als voorbeeld hier Petrus, vanzelfsprekend was, was iets heel anders. Die vanzelfsprekendheid wordt zichtbaar als je bij je bijbel lezen de woorden ‘Jezus Christus’ consequent vervangt door ‘Koning Jezus’ en ‘Christus’ of ‘de Christus’ vervangt door ‘de Koning’. Dat roept een heel andere wereld op, een andere belevingswereld ook. U hebt hem, Koning Jezus, lief zonder hem ooit gezien te hebben; zonder hem, Koning Jezus, te zien vertrouwt u op hem, en zonder hem, Koning Jezus, al te zien ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde.

Wat hier aan de hand is lijkt op iets als de verhouding van zwarte Zuid-Afrikanen met Nelson Mandela. Zonder hem ooit persoonlijk ontmoet te hebben, hielden ze van hem. Zonder dat ze een persoonlijke band met hem hadden, vertrouwden ze erop dat hij hen zou bevrijden, aan Apartheid een einde maken en vrede stichten. En zonder dat allemaal al te zien waren ze blij, intens blij toen hij uit de gevangenis op Robbeneiland werd vrijgelaten: nu ging het gebeuren, hun redding kwam er aan.

Zoiets, en dan echt en perfect, nog eindeloos veel meer omvattend en meer betekenend, gebeurde voor het besef van Petrus toen de God en Vader van onze Heer, Koning Jezus, zijn Zoon uit de dood opwekte. Toen bleek hij de Koning te zijn van Gods koninkrijk. Toen bleek dat God zijn offer voor zijn volk, als van een kostbaar lam, zonder smet of gebrek, had aanvaard en dat mensen nu mogen leven, vrij van schuld en smet. Toen bleek de Koning op te varen naar zijn Vader, die ook de Vader van zijn volk is en bleek de Zoon van God mens te zijn geworden om mensen zonen en dochters van God te maken. Toen bleek de redding te zijn begonnen en het nieuwe leven, in veel dimensies meer dan het onze, in Koning Jezus al aanwezig te zijn. Dan zou hij ook voor de rest zorgen en de rest van zijn volk en van de wereld bevrijden van onrecht, onderdrukking en ellende. Daar kon je op vertrouwen. Dus is er reden om te dansen, om blij te zijn, om je te verheugen met een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, ook al is het nu nog niet zover. We zijn op weg naar de ontmoeting met de Koning.

En de mensen aan wie Petrus schrijft, gewone christenen in wat nu Turkije is, hoorden het verhaal van Paulus, van Petrus, van nog andere apostelen, evangelisten en anderen. Ze hoorden niet over dat zij nu een ontmoeting met Jezus moesten hebben, nee, het ging over dingen die gebeurd waren en dat zij nu daarom gehoorzaam moesten worden aan Koning Jezus. Dat zij als de zoveelste divisie van zijn volk hun leven in zijn dienst moesten stellen. Dingen die gebeurd waren: ze hoorden over Jezus’ leven en sterven en opstanding, het verhaal van de evangeliën. Deze Jezus was Koning van Israël, meer nog, Koning van de wereld. Hij had zijn kostbaar bloed gegeven en zo het kwaad overwonnen, de schuld bedekt, ook hun kwaad en hun schuld als ze bij deze koning wilden horen. En ze gingen van hem houden, zonder hem ooit gezien te hebben. Deze Jezus was bezig de onvergankelijke, ongerepte erfenis van een nieuwe hemel en aarde op aarde te brengen, de redding die aan het einde van de tijd zeker geopenbaard zal worden. En ze vertrouwden hem, zonder hem nu te zien. Het drong tot hen door: als dit zo was, als dit gebeurd was en aan het gebeuren is, dan zijn wij bezig gered te worden, dan komt alles goed, dan komt er een eind aan de pijn en het onrecht en de lelijkheid en de gebroken relaties en noem maar op. En met dat het tot hen doordrong werden ze onnoemelijk blij: het onvoorstelbare zou toch waar worden! En ze zouden straks de Koning zien, zelf…

En wij, gewone christenen in Nederland, wij horen net zo goed het verhaal. Wat Petrus en Paulus en Johannes en de anderen vertelden is in een Nieuw Testament neergeslagen. Allemaal verhalen over wat er gebeurd is, over wat Koning Jezus gedaan heeft, en doet en zal doen. Mensen om ons heen geven het door. Vanmorgen doe ik het weer. Koning Jezus staat weer voor je, in het verhaal van zijn leven en sterven en opstanding. Hij heeft zijn kostbaar bloed voor jou gegeven. Als Zoon van God geeft hij jou de bevoegdheid net zo zoon en dochter van God te worden. Daar hoef je niet eerst een ontmoeting met Jezus voor te hebben. Erop vertrouwen dat het ook voor jou gebeurd is, is genoeg. Zonder hem ooit gezien te hebben kun je van hem houden. Ja, daar heb je eigenlijk alle reden toe. Geen enkele smoes om niet van hem te houden.

Wij horen net zo goed het verhaal, ook dat van Petrus hier weer. Koning Jezus is ons al voorgegaan naar de nieuwe werkelijkheid. Wie op Jezus vertrouwt kan er op vertrouwen dat die voor haar, voor hem zeker ook komen zal. Door Gods kracht beschermd wacht ons in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis. Waar uw schat is, zal ook uw hart zijn, zei Jezus al. Zonder Koning Jezus nu te zien kunnen we op hem vertrouwen. Ja, daar heb je eigenlijk alle reden toe. Geen enkele smoes om niet op hem te vertrouwen.

En als dan tot ons doordringt waar Koning Jezus mee bezig is, hoe ver dat reikt, dat het al die kleine en grote dingen van ons leven raakt en zal gaan veranderen, dan kan de grote vreugde boven komen. Denk weer aan Mandela en Zuid-Afrika en denk je dan eens in dat je er zeker van zou kunnen zijn dat al je goede verwachtingen wel uit zouden komen. Dan ga je met nieuwe moed naar je zware werk, dan ziet je hut in de sloppenwijk er anders uit, dan vind je ruimte voor vergeving van je onderdrukkers, nog meer dan we toch al in Zuid-Afrika zagen, dan, ja, dan heb je alle reden tot onuitsprekelijke, hemelse vreugde. Geen enkele smoes van niet.

Zie je: Petrus daagt ons uit: ook jij kunt Jezus Christus lief hebben zonder hem ooit gezien te hebben, ook jij kunt op hem vertrouwen zonder hem nu te zien, ook jij kunt je onuitsprekelijk, hemels verheugen zonder Jezus nu al te zien, ook als jij helemaal niet groots of bijzonder bent, of niets groots of bijzonders meemaakt. Het bijzondere zit hem niet in ons, in onze verhouding met Jezus, in wat we met hem meemaken — daar wordt geloven alleen maar een heel verraderlijk ‘goed werk’ van, een relatie die jij moet onderhouden — het bijzondere zit hem in Jezus, in dat de God en Vader van onze Heer Koning Jezus zijn Zoon heeft opgewekt uit de dood. Want wat Jezus gedaan heeft straalt over ons leven als het zonlicht vanmorgen en het roept onze liefde op. Wat Jezus doet geeft kleur en diepgang in ons bestaan en geeft ons vertrouwen. Wat Jezus zal doen zet alles nu al in een ander licht, maakt het mooie mooier en het lelijke draagbaar, hoe meer het doordringt, des te meer geeft het onuitsprekelijke vreugde.

Goed, waarom werkt het dan toch zo vaak niet? Waarom roept een verhaal over wat Jezus deed eerder iets op van: dat is al zo lang geleden dat het bijna niet meer waar is, ver van mijn bed, raakt mij niet? Wat ooit gebeurd is of wat ergens ver weg gebeurt, dat zegt mij niets, betekent voor mij niets. Waarom hebben wij anno nu zo vaak echt een teken, een ervaring, een bevestiging nodig vóór we Jezus kunnen liefhebben, op hem vertrouwen en zeker om enigszins blij te kunnen zijn met hem? Tja, dat weet ik ook allemaal niet zo. De interessante cultuurfilosofische discussie hierover mag straks bij de koffie gevoerd worden, of later nog. Wat ik wel weet is dat ik het tot niet zo heel erg lang geleden zelfs helemaal verleerd was om over Jezus na te denken als een Koningsfiguur. Langzaam maar zeker verlies je dan contact met de bijbel. Telkens weer helpt het Nieuwe Testament je herinneren: jij leeft in het jaar 2007 na Christus, dat betekent nadat de Koning kwam. Ik leef bijna 2000 jaar nadat Koning Jezus de dood heeft overwonnen, nadat het licht is opgegaan van nieuw leven, van vergeving, van ruimte voor mensen, ook voor mij, om echt kind van God te worden. Ik mag er zo instappen en ervan genieten. Hoef ik Jezus niet eerst voor te treffen of te ervaren. Dat is genade, lijkt me. Ze roept liefde bij me wakker voor Koning Jezus, al heb ik hem nooit gezien. En als ik kijk waar hij mee bezig is, met het voltooien van een perfecte wereld hier op aarde, hemel op aarde, goedheid, liefde en bevrijding, roept het vertrouwen bij me op, en telkens weer als er iets doordringt van hoe mooi het wordt, van hoe mooi hij is, Koning Jezus, is daar ook die vreugde, waar Petrus het hier over heeft, gewoon zoals de vreugde vanmorgen, op weg hierheen, het licht over het landschap, de vogels, de dieren op het land, de mensen allemaal in hun eigen leven. Wat mooi is mag bij Koning Jezus blijven tot in eeuwigheid, gaaf. En ik hoef er niets voor te doen, geen eens een ingewikkelde relatie met hem te onderhouden, ik mag zo mee, en de Koning ontmoeten in zijn huis. De vraag is alleen maar: laat ik het tot me doordringen, en ga ik dan ook echt mee.

Goed, laten deze woorden van Petrus vanmorgen met jullie mee gaan. Ze dagen je uit, vragen er hartstochtelijk om werkelijkheid te zijn in jouw leven: U hebt Koning Jezus lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde, omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. Laten we zingen van het bereiken van dat einddoel: Psalm 84.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 22 april 2007
Veenendaal-W, 6 mei 2007
Bussum-Huizen, 10 juni 2007
Delft, 13 april 2008
Oegstgeest, 20 april 2008

Een gedachte over “Jezus liefhebben, op Jezus vertrouwen, je in zijn komst verheugen

  1. Beste Wim,

    Ik heb deze preek gelezen afgelopen zondag in de GKV Alblasserdam. Wij starten binnenkort een project missionaire gemeente : inpakken en weggeven. Sterke preek om je eigen rijkdom nog eens te beseffen -Koning Jezus komt !

    Mvg – Dick de Wit

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *