De Geest van welke waarheid?

preek over Johannes 14: 16-17

orde
intochtslied Lb 672,1.2.7
welkom
voorbereiding
zingen Lb 68,1
Kyrie en Gloria met Lb 299h
gebed bij de opening van de Schrift
lezing OT: Genesis 11: 1-9
lezing NT: Handelingen 2: 1-11 (gezongen op muziek van Hans Jansen)
lezing Ev: Johannes 14: 8-17
acclamatie met Lb 675
preek
Petr Eben, Spiritus mundum adunans voor 4-stemmig koor en orgel
Geloofsbelijdenis van Nicea
voorbeden
viering van de maaltijd
zingen Lb 975
inzameling gaven
opdracht van en gebed over de gaven
tafelgebed met Lb 404a, Onze Vader, Lb 408a
tijdens de communie: Howard Goodall, Veni Sancte Spiritus
dankgebed
zingen Lb 687
zegen

Geliefden in Jezus,

Zo, daar zitten we met de laatste lezing plotseling in Cruyffiaanse sferen. De wereld kan de Geest van de waarheid niet ontvangen, want ze ziet hem niet en kent hem niet. Jezus’ leerlingen kennen hem wel, want hij blijft bij hen, komt zelfs in hen. Maar de wereld niet. Je denkt vanzelf aan het Amsterdams orakel: ‘Je gaat het pas zien als je het door hebt.’ Zoiets is er volgens Jezus kennelijk ook aan de hand met de andere ‘stem naast je’, die hem zal opvolgen — Pleitbezorger, lazen we; Trooster stond er vroeger; ik neem het maar even als een ‘stem naast je’ —. De ‘stem naast je’ van Jezus, de koning van de waarheid, wordt vervangen door de ‘stem naast je’, ja de ‘stem in je’ van de Geest van de waarheid. Er is iets vreemds mee, iets ongrijpbaars, iets van ‘Je gaat het pas zien als je het doorhebt.’

Ik merkte bij mezelf dat die vreemde woorden ook wat kriebeligs hebben. Zitten we hier dan een onderonzig feestje te vieren voor ingewijden? Hebben we voor gek zitten zingen over hemelse vrede die meegedeeld moet worden aan ‘een wereld die u verwacht’? Nou nee, dat denk ik niet. Maar waar gaat het dan over in deze vreemde woorden? Wat zou dat kunnen zijn, waardoor niet gewoon alle mensen volgens Jezus deze Geest kunnen ontvangen, omdat ze hem niet zien en kennen?

Misschien helpt het als we even verder kijken naar Jezus zelf. Ik noemde hem net de koning van de waarheid. Een paar hoofdstukken verder in hetzelfde evangelie van Johannes vinden we Jezus terug terwijl hij verhoord wordt door Pontius Pilatus, de Romeinse stadhouder. Pilatus vraagt hem naar zijn koning zijn. Jezus zegt dan: ja, ik ben koning, maar mijn koningschap is niet van hier, ik ben gekomen om van de waarheid te getuigen. Pilatus’ reactie is wereldberoemd geworden: ‘wat is waarheid?’ — hij heeft geen idee waar Jezus over spreekt, er is geen contact. In de woorden van de lezing net: Pilatus kan Jezus niet ontvangen. Het is dezelfde ongelijkvloerse kruising als waar Jezus het hier over heeft, alsof stekker en stopcontact niet op elkaar passen.

Pilatus denkt in termen van macht. Hij kan zich er helemaal niets bij voorstellen dat er iemand zou zijn die zou zeggen: de waarheid is dat het niet om macht gaat. Ik hoef geen macht, ik hoef geen bescherming, ik hoef mezelf niet overeind te houden of te handhaven, ik hoef geen applaus, ik heb het niet nodig dat iemand tegen me opkijkt of ‘dank je wel’ zegt. De waarheid is dat alles geschapen is en gedragen wordt door goddelijke liefde, die zorgt en geeft, eenvoudigweg en zonder gedoe. Het is Pilatus ondenkbaar dat iemand zou zeggen: Ik ben koning, want die eindeloos en met huid en haar gevende liefde is sterker dan wat anders dan ook, sterker dan de dood. Ik overwin het kwade door het goede, en door helemaal niets anders dan het goede. Geen kracht, geen geweld, geen trucs, geen manipulatie, geen dwang, niets. Ik ben zo volkomen liefde dat ik werkelijk kwetsbaar kan zijn.

Met dit soort woorden en andere woorden en daden in die geest is Jezus een tijd lang de ‘stem naast je’ van zijn leerlingen en tijdgenoten geweest. En nu kondigt hij een nieuwe ‘stem naast je’, ja ‘stem in je’ aan: van de Geest van dezelfde waarheid. Zoals zijn tijdgenoten Jezus iets vonden tussen ‘bezeten’ en ‘gek’, net zo kan de wereld deze Geest niet ontvangen. Het past gewoon niet. En, of we nu christen zijn of niet, we kunnen ons er wat bij voorstellen. Probeer het maar eens zonder macht, zonder bescherming, zonder maskers, zonder heel dat enorme arsenaal aan middelen waarmee mensen zichzelf veilig houden in het leven. Iedereen met een beetje levenservaring weet dat je dan gruwelijk gekwetst wordt, gebruikt, misbruikt of nog erger. Met Jezus is het ook niet heel goed afgelopen, toch? Liefde is prachtig, een vuur, ze verandert de wereld, maar dan wel graag zonder kwetsbaarheid.

Toch zijn we vanmorgen hier gekomen om te vieren dat deze Geest van deze waarheid gekomen is. Hij is de ‘stem naast je’ in medemensen, medechristenen, ja hij is de ‘stem in je’ die zegt, roept, zucht, fluistert, schreeuwt soms: Nee, het gaat niet om macht, jezelf overeind houden is een leugen waar je dood aan gaat. Jezelf beschermen blokkeert alles. Kwetsbaar of niet: alleen wie zichzelf laat zien kan geliefd worden. Goddelijke liefde draagt alles, taaier dan wat ook. Je bent al een geliefde, en wie naast je zit ook, en wie verderop zit, en wie nu nog lekker thuis uitgebreid zit te ontbijten ook. Hoe onvoorstelbaar ook, we zijn hier in de hoop, in het verlangen, misschien wel met onze nagels vastgeslagen in het laatste beetje vertrouwen dat ons leven en heel onze wereld leeft van liefde, en niet van het recht van de sterkste. We begrijpen iedereen die er totaal geen contact mee krijgt, maar er is iets in ons dat zegt dat deze woorden van liefde woorden van eeuwig leven zijn.

Het is maar goed dat we het zo ook gaan oefenen. Helemaal symbolisch samengetrokken doen we wat leven in deze Geest betekent in het avondmaal, in de eucharistie: dankend ontvangen en dankend delen van brood en wijn, in een open kring. We leven van goddelijke liefde in Jezus, en delen het met elkaar als mede-geliefden, ja met wie ook maar door God geliefd wil zijn. Wij hier zijn niet bijzonder. Integendeel, we zijn net als alle andere mensen. We hebben oefenen nodig omdat de waarheid van Jezus en van zijn Geest voor ons net zo vreemd is als voor iedereen. Góddelijke liefde draagt alles, góddelijke goedheid overwint het kwaad, góddelijke overvloed leert delen, liefhebben leer je doordat iemand van jou houdt.

Als je in die Geest dan verder gaat, deze week, en daarna, kom je vanzelf al die andere mensen weer tegen, die zich bij Gods waarheid niets voor kunnen stellen. Ze zien alleen ons, en onze gemeenschappen. Ja, wie het lichaam van Christus gegeten heeft is het lichaam van Christus geworden. Hoe meer we dan werkelijk leven van goddelijke liefde, des te meer zal Pinksteren blijken ook feest voor de wereld te zijn. Danken en delen helpen om het door te krijgen. Veiligheid helpt, en fouten kunnen maken zonder gekwetst te worden. En wie weet blijkt dan ook wel dat mensen het inderdaad gaan zien als ze het doorhebben.

In de naam van de Vader, van de Zoon en van de heilige Geest, amen.

gehouden in PKN Haarlem-Centrum (Pinksteren, gezamenlijke dienst met Lutherse en Remonstrantse gemeente, en Oud-Katholieke parochie), 20 mei 2018

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *