Genade als handelswaar

Preek over Lucas 19:11-28

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 138
zingen: Psalm 25,2.3
gebod
zingen: Psalm 25,4.5
gebed
Schriftlezing Lucas 19:11-28
zingen: Liedboek 328
preek over Lucas 19:11-28
zingen: NGK 64
gebed
inzameling gaven
zingen: Liedboek 106
zegen

Het lijkt me goed om het vanmorgen nog maar eens over genade te hebben, genade als handelswaar deze keer. We hebben het de afgelopen tijd gehad over genade als goed nieuws, bij de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar, over genade in actie bij de gelijkenis van de verloren zonen en over genade als passie bij de gelijkenis van de man die in de handen van rovers viel. Vanmorgen dan over genade als handelswaar bij de gelijkenis van de koning die terugkwam.

Het is best belangrijk dat we daar uitkomen. Want we zouden zomaar kunnen denken dat Gods genade iets is dat hij aan ons geeft. Punt. Zijn liefde, zijn vergeving, Jezus’ overgave voor ons, zijn dan de mooie dingen in ons leven, maar ze komen niet buiten ons leven, in het leven van anderen. Wij leven van al die mooie dingen, en misschien maken we er niet eens een geheim van dat we het goed hebben bij God door Christus ook. Maar dat is nog iets anders dan dat we beseffen dat genade iets is om door te geven, iets is dat bedoeld is om handel mee te drijven. En toch is dat altijd al de bedoeling van genade geweest.

Altijd al. Toen God voor het eerst iemand uitkoos om zijn genade aan te geven, was dat meteen met het doel om die genade handelswaar te laten zijn. Hij zei tegen Abraham: in jou zal ik de hele mensheid zegenen. De genade die God aan Abraham en aan zijn nakomelingen, het volk Israël, gaf, was bedoeld om aan de hele mensheid ten goede te komen. Israël moest een banier voor de andere volken zijn, een licht voor de wereld. En dat zou Israël zijn door goed met God te leven in Kanaän. Dan zou dat land een plek licht zijn op het knooppunt van de grote doorgaande wegen van de oudheid. Het land van het goede leven zou het land van Gods aanwezigheid en Gods zegen zijn, ten bate van alle volken.

Maar Israël wilde aan dit plan niet meewerken. Het volk koos voor andere goden, koos de vloek in plaats van de zegen, en ging onder in de ballingschap. God ging weg uit zijn tempel en gaf die prijs aan de verwoesting. Het volk Israël mocht na zeventig jaar terug komen in het land. Het mocht overleven, onverdiend, helemaal van genade. Denk maar aan vorige week: alleen wie zich overgeeft overleeft. Maar helemaal zoals vroeger werd het niet. Een deel van het volk Israël was wel terug in het beloofde land, maar God was nog altijd niet triomfantelijk teruggekeerd naar zijn tempel. Andere volken maakten nog altijd de dienst uit in het land.

Er was een soort tussentoestand ontstaan. Eens zou God terugkomen om plechtig en triomfantelijk koning te zijn in Jeruzalem. Maar nu was hij nog weg, weg naar een ver land. Toen kwam Johannes de Doper. En toen kwam Jezus. En ze gingen het land rond met de boodschap: bekeer je want het koninkrijk van God staat voor de deur. God gaat binnenkort koning worden in Jeruzalem. De profetie van Maleachi gaat in vervulling: Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Allerlei mensen geloofden dat. Op het moment dat Jezus de gelijkenis van vanmorgen vertelt dachten ze dat het koninkrijk van God nu spoedig zou aanbreken. God zou koning worden in Jeruzalem, zijn volk Israël in het gelijk stellen, het bevrijden en de hele wereld recht zetten.

Dat is de situatie waar deze gelijkenis in eerste instantie over gaat. En de boodschap is niet: nee, maken jullie je maar niet zo druk, dat koninkrijk komt nog lang niet. De boodschap is eerder: ja, het is waar: het koninkrijk van God gaat spoedig aanbreken. Maar het zal anders gaan dan jullie denken. Jullie krijgen niet zomaar gelijk. Alleen als je beseft hebt dat je van genade leeft en dat genade handelswaar is, krijg je gelijk. Anders blijkt de komst van het koninkrijk van God een ramp en geen bevrijding. Jullie mochten terugkeren in het land. Dat was zuivere genade, er was geen verdienste aan. Maar wat hebben jullie ermee gedaan? Hebben jullie daarnaar geleefd? Andere mensen ermee gewonnen? Al was het maar een beetje, prima. Maar als je gedacht hebt dat al die genade alleen maar voor jou was, om te bewaren, dan heb je echt een probleem. Dan zul je er ook niets van begrijpen als God echt naar zijn tempel komt, en geen idee hebben van wat je vrede brengt: genade en genade alleen. Genade als handelswaar.

Na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem. Daar is de engel van het verbond naar wie verlangd werd, daar is de Heer naar wie uitgezien werd. Opeens komt hij naar zijn tempel. Opeens is hij daar in de heilige stad. Daar is de koning. Nu gaat het koninkrijk van God beginnen. Kijk maar, daar rijdt hij op zijn ezelsveulen, kijk maar, daar veegt hij alle koopwaar uit de tempel. En tegelijk is het vreemd. Alles gaat anders dan iedereen dacht. De koning komt niet in triomf en macht, nee, hij is zachtmoedig en hij huilt over het lot van Jeruzalem. Hij geeft onderwijs, hij stelt zijn avondmaal in, en hij geeft zichzelf over aan zijn tegenstanders. De koning die in macht en majesteit zou komen, de Romeinen en andere volken zou overwinnen en ze voor zijn rechterstoel slepen, de koning die al die gebeden uit de psalmen zou verhoren van: o Heer, doe mij recht! — die koning komt, en hij komt om te zoeken en te redden wat verloren was, hij komt om te lijden, hij komt om genade te geven.

Dat was echt vreemd. Denk maar aan wat wij verwachten van de jongste dag. Dan eindigt de geschiedenis. Een punt achter je leven. Dan is Jezus daar als rechter. En niemand ontsnapt aan zijn oordeel. Laat ik het zo eens zeggen: als de genadetijd lang genoeg geduurd heeft, dan komt Jezus. Dat dachten Jezus’ tijdgenoten ook van de komst van de Messias, zo’n soort van jongste dag scène. Als de genadetijd (van Gods geduld met de heidenen) lang genoeg geduurd heeft, dan komt de Messias. En dan komt de Messias en dan blijkt de genadetijd pas echt te beginnen. Het punt waarop ze dachten dat alles dicht zou gaan, blijkt het punt waarop God juist nog veel genadiger blijkt te zijn dan iedereen al wist. Als God zich zelf met de gang van zaken op aarde gaat bemoeien komt hij niet om als rechter de deur in het slot te gooien, maar om te lijden en zichzelf te geven om de deur juist zover mogelijk open te zetten.

Als je dan van daaruit weer die gelijkenis leest, krijgt-ie nieuwe kleur en diepte. Jezus gaat nog een heel stuk verder naar een vreemd land om het koningschap te ontvangen. Helemaal de kruisdood in. Hij heeft zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood, de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat. Paulus, nietwaar, in Filippenzen. En wat geeft Jezus zijn leerlingen in handen als hij weg gaat? Dat staat in het vervolg van Lucas. Op zijn kortst samengevat: dat Hij zijn leven voor hen geeft. Zijn genade. Dat krijgen ze allemaal, en allemaal dus evenveel. Werk het verder maar uit zoals je wilt, zolang het maar gaat om iets wat we allemaal krijgen en allemaal evenveel, dezelfde munt van honderd drachme. Vergeving van zonden, oké. De gave van de Geest zelf, oké. Dat God echt van jou houdt, oké. Noem maar op. Dat krijgen alle leerlingen van Jezus, allemaal evenveel, hoe verschillend we ook zijn.

En waar het dan dus om gaat is dat we beseffen dat het hier in alles om echte genade gaat, ouderwetse genade, genade als handelswaar. Zo gemakkelijk denken ook wij als ouderwetse Joden in plaats van als frisse christenen. We zijn blij met wat God ons geeft in Christus en we houden het voor onszelf. We bewaren het. Als Jezus dan terug komt komen wij er tenminste goed af. Onze zonden zijn vergeven en zo, toch? En het kan toch niet zo zijn dat we ons in goede werken uit de naad moeten werken wil het echt goed met ons aflopen? Nee, dat is ook zo. De koning in de gelijkenis zegt ook niet tegen zijn dienaren: ik ga weg, gaan jullie zolang maar aan het werk, handel drijven. Hij geeft ze eerst iets en zegt dan: ga daarmee handeldrijven. Wat ze krijgen is handelswaar. Wat wij krijgen van de Here Jezus is handelswaar. Genade is iets om iets mee te doen.

Wat dan? Hoe gaat dat dan? Betekent dat iets als: je moet iedereen wel over de Here Jezus vertellen, doorgeven wat hij gedaan heeft, hoe hij van ons houdt en zo? Dat heeft er vast veel mee te maken, maar ik houd niet zo van die gedachtegang. Het gaat me te snel. Evangeliseren is voor je het weet het grote vrome goede werk van onze tijd geworden. En dan vergeten we dat daar nog een heel leven vóór en omheen ligt. Daar gaat het Jezus om hier. We moeten handeldrijven met wat we krijgen van hem. Als we van hem vergeving krijgen betekent dat dus dat wij zelf anderen vergeven vanuit de vergeving die wij ontvangen hebben. Als we van hem liefde krijgen betekent dat dus dat wij zelf anderen liefhebben vanuit de liefde die wij ontvangen hebben. Als we van hem zorg krijgen en aandacht betekent dat dus… En vul maar in wat hij ons verder wel niet geeft in zijn grote overgave aan het kruis. Als wij zijn Geest ontvangen is het de bedoeling dat we in zijn geest gaan leven.

Maak dat voor jezelf vooral concreet door er wat gezichten bij te denken van mensen die je kent, niet alleen leuke en aardige mensen, want zulke leuke en aardige mensen zijn wij ook niet en toch geeft Jezus zijn leven voor ons. Hen vergeven en liefhebben en aandacht geven en op al die andere manieren leven in de geest van Christus, daar gaat het Jezus dus om. Dat kost moeite? Ja. Maar je dacht toch zeker niet dat dat kruis een peuleschilletje was? Kijk nog eens goed naar wat je van Jezus gekregen hebt. En vertrouw daar dan op. Je zult zien dat het veel meer wordt als je het zelf gebruikt in je leven. Want er is hier echt iets vreemds aan de hand. Iets wat bij Jezus hoort.

Neem maar weer die voorbeelden: vergeven, liefhebben, aandacht geven. Als we die gaven van Jezus aan ons inzetten voor anderen denken we zomaar dat ons dat vooral iets kost. Maar dat is niet waar. Genade is echt handelswaar. Als we haar gebruiken groeit ze. Je ontdekt pas echt hoe groot Jezus’ vergeving van jou is als jij anderen vergeeft. Je ontdekt pas echt hoe groot Jezus’ liefde voor jou is als jij van anderen houdt. Je ontdekt pas echt hoeveel aandacht Jezus voor jou heeft als je echte aandacht aan anderen geeft. Wie heeft zal nog meer krijgen. En andersom: als je die anderen niet kunt vergeven wordt Jezus’ vergeving steeds kleiner voor jou en word je verbitterd en eenzaam. Als je niet van die anderen kunt houden wordt Jezus’ liefde steeds kleiner voor jou en word je hard van binnen. Wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft worden ontnomen. Dat hoort bij genade. Want genade is geen rustig goedje. Het is handelswaar. Je krijgt haar om iets mee te doen.

Dat is altijd al de bedoeling van Gods genade geweest. Het zal altijd zo blijven. Laten we daar dan ook goed op letten in deze lijdenstijd. We zijn op weg naar Goede Vrijdag en Pasen en Pinksteren. Telkens weer staan we voor wat Jezus ons geeft. Allemaal krijgen we dat muntstuk van zijn leven voor ons, zijn liefde met de daad, zijn overgave. Dat is niet maar iets moois voor ons, dat we tevreden ergens in ons leven kunnen opbergen. Het is van het begin tot het eind handelswaar, werkmateriaal, iets om te doen. Hoeveel dat dan oplevert is niet zo erg belangrijk. Die tweede slaaf krijgt geen kritiek omdat hij niet zoveel verdiend had als die eerste. Hij wordt net zo goed geprezen. Het gaat er maar om dat we het echte punt snappen en in praktijk brengen: genade is iets om handel mee te drijven. En laten we bij alle weerstand die we dan in de praktijk in onszelf merken vooral telkens weer denken aan het slot hier: na deze woorden trok Jezus verder, op weg naar Jeruzalem, naar zijn lijden, naar zijn dood voor ons. Zo, als de koning die regeert van het kruis, zendt hij ook ons erop uit, ons eigen leven weer in. Laten we daar van zingen. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 2 april 2006
Zeist, 9 april 2006
Driebergen-Rijsenburg, 2 juli 2006
Mijdrecht, 2 juli 2006

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *