Ik doe wat ik wil

Preek over zondag 33 Heidelbergse Catechismus

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 119,1-3
gebod
zingen: Psalm 119,20-22
gebed
Schriftlezing Lucas 19:28-48
zingen: Psalm 119,34-36
preek over Zondag 33
zingen: Psalm 119,42-44
gebed
inzameling gaven
zingen: Liedboek 75,10-12
zegen

Christelijk leven komt op een nieuwe manier van binnen uit. Daarover zijn we twee weken geleden begonnen bij zondag 32. Jezus — en God — wil dat wij een leven leiden dat we zelf kiezen, zelf willen, zelf vormgeven. Wat je doet daar sta je zelf achter. Je legt je hart er in. Mensen zijn gemaakt om zelf, zelfstandig te leven. Echt mens ben je pas als je doet wat jij wilt. Anders ben je uiteindelijk slaaf. Alleen een vrij mens kan zeggen: ik doe wat ik wil. Waar het Jezus — en God — om gaat is, dat wij weer werkelijk kunnen zeggen: ik doe wat ik wil.

Wil dat kunnen, en iets goeds voorstellen, dan moet er iets met ons gebeuren. Als mensen moeten we vanuit ons hart leven, maar in plaats van slechte moeten er goede gedachten in opkomen, in plaats van moord liefde, in plaats van overspel en ontucht trouw en respect, in plaats van diefstal delen en in plaats van leugens en laster goede woorden die opbouwen. Daar gaat het Jezus om. En vandaag zouden we verder gaan met de vraag hoe, op wat voor manier Jezus probeert dat te bereiken. Hoe verandert Hij ons zo dat wij goede dingen gaan doen die wij willen?

Daar is een heel eenvoudig antwoord op, waar we ons leven lang niet over uitgedacht raken, een werkelijkheid die we alleen maar kunnen ontvangen, maar die we nooit in onze vingers krijgen: Hij verandert ons door van ons te houden. Zijn liefde verovert ons hart en leert het goede dingen willen. Wie dan in zijn Geest leeft, die kan werkelijk zeggen: ik doe wat ik wil.

Hij verandert ons door van ons te houden. Dat is eindeloos eenvoudig. Net zo eenvoudig als je twee jonge mensen ziet opbloeien die echt van elkaar houden. Ze worden er gewoon mooier van om te zien zelfs. En tegelijk is het onnavolgbaar. Niemand pakt het. Niemand maakt het. Wat liefde uitwerkt blijft altijd een geheim. Waarom het ‘klikt’ tussen twee mensen weet uiteindelijk niemand. Waarom liefde onbeantwoord blijft weet uiteindelijk niemand. Wat de een raakt, laat de ander koud. Wat het leven van de ene mens volstrekt overhoop haalt, doet de ander niets. We zien het, we kunnen er onze verhalen bij hebben, maar we pakken het nooit.

Zo is het eens te meer bij God en mensen, bij Jezus en mensen. We zien het, we hebben er onze verhalen bij, maar uiteindelijk ontglipt het ons in een geheim, misschien wel het meest geheimzinnige geheim van het geloof. Wat uiteindelijk iedere christen gepakt heeft is dat God, dat Jezus van hem, van haar houdt. Wat er ook aan verandering in ons leven te zien is, vindt daar haar uiteindelijke bron. Hij verandert ons door van ons te houden.

Daarin neemt God ons als mensen onvoorstelbaar serieus. God heeft ons geschapen om zelf te leven, van binnen uit, van harte, uit liefde. Ik doe wat ik wil. Dat konden Adam en Eva zeggen in het paradijs. Ze mochten heersen over planten en dieren. Ze mochten van alle bomen in de hof vrij eten. Ze waren geen slaven, ze waren vrij. En van die ene boom waar ze niet van mochten eten had God gezegd: je gaat dood als je ervan eet. Hij bedoelde: dat wil je helemaal niet, dat kun je niet willen. Wie wil er nu zijn eigen ondergang?

Maar de mensen wilden dat toch. ‘Ik doe wat ik wil’ bleek een duivelse inhoud te kunnen krijgen. En nog blijkt dat steeds. Lamech sloeg een man dood om een wond en een jongen om een striem. Er zijn nog steeds veel Lamechs: wie ze verkeerd aankijkt wordt in elkaar geschopt. Maar God schopt niet terug, en zorgt er ook niet voor dat de schoppende voet verzwikt. Hij heeft mensen geschapen om zelf te leven, van binnen uit.

Eén van de meest opvallende eigenschappen van God in de bijbel is zijn terughoudendheid. Hij is de God die niet dwingt, de koning die niet neerslaat. Jezus manipuleert nooit iemand. Hij is open, eerlijk, houdt van mensen, wijst hen op de gevolgen van hun keuzes, maar laat dan de beslissing aan henzelf: jij moet doen wat jij wilt. Jezus keek die rijke jongeman aan en kreeg hem lief en gaf hem de echte keus van zijn leven en liet hem toen gaan. De enige keer dat Jezus zich als koning profileert huilt Hij op een ezelsveulen om de mensen die niet willen. Wat Hij niet gebruikt is wat wij vanzelf gebruiken: macht. God — Jezus laat de mensen hun vrijheid: wij moeten doen wat wij willen.

De enige die in het geheel geen last had van een Messias-complex was de Messias zelf. Hij had niet de dwanggedachte dat Hij tijdens zijn leven de hele wereld moest bekeren of dat Hij mensen moest genezen die daar niet klaar voor waren. Hij heeft Judas niet tegengehouden en ook die twaalf legioenen engelen niet geroepen. Toen de mensen met Hem deden wat zij wilden bad Hij: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen. Er is werkelijk geen mens en al helemaal geen god, die mensen zo serieus neemt als Jezus. Hij houdt van ons.

En in wie dàt ziet kan iets worden opgeroepen dat oprecht verdriet mag heten over het kwaad. Van de Joden die Hem kruisigden waren er ongeveer drieduizend die op Pinksteren diep in hun hart getroffen werden en zich lieten dopen. En het waren de joden niet die hem kruisten, maar wij, samen, mensen. Hij houdt ons niet tegen als wij onze middelvinger opsteken, onze rotopmerkingen maken, onze ruzies uitvechten of onze lusten botvieren. Wij mogen doen wat wij willen. Maar wie dan nog eens naar Jezus kijkt, die van ons houdt, die kan het raken als nooit te voren: ik heb gedaan wat ik wil en het was slecht, goor slecht. Juist door van ons te houden roept Jezus dat op, oprecht verdriet.

Maar kijk dan nog eens: Hij houdt van ons, geeft zijn leven voor ons, leidt zijn leven voor ons. Jezus dringt zich niet op, Hij laat zich juist uit ons leven terugdringen tot op zijn kruis, maar daar is Hij dan ook voor ons, helemaal. Hij houdt van ons als niemand. Je mag je ware ik ontdekken in het licht van zijn goddelijke liefde voor ons. Juist door van ons te houden roept Jezus het op, hartelijke blijdschap in God en zin om nu ook zelf goed te leven. Heb lief en doe wat je wilt, daar gaat het om. Wees mens, echt, eerlijk, open, samen.

En dat kan nu ook. Je mag je ware ik ontdekken in het licht van Gods liefde in Christus. Hij verandert ons doordat Hij van ons houdt. Kijk goed. Sommige dingen zijn geliefd omdat ze van waarde zijn. Kunstwerken, top-artiesten, belangrijke mensen. Sommige dingen zijn van waarde omdat ze geliefd zijn. De onvervangbare knuffel van de peuter, die verder niets waard is. En kijk nu eens naar wat er met ons gebeurt bij Jezus’ kruis: we wilden zo graag geliefd worden omdat we van waarde zijn, zo belangrijk, eindeloos, de kosmos draait om ons, toch? En wat een verdriet kwam daar uit voort. We blijken van waarde te zijn omdat we geliefd zijn. En niets of niemand neemt ons dat af: geen zonde, geen mislukking, geen tekort, geen onbeduidendheid. Wat een blijdschap komt daar uit voort.

Hij verandert ons doordat Hij van ons houdt. Jezus’ liefde heeft effect op christenen. We gaan zelf leven, zelf goede dingen willen en ze nog doen ook. Alles ziet er anders uit omdat Hij ons die moeite waard vond. Ik doe wat ik wil, en ik wil iets goeds.

Tegelijk blijft die terughoudendheid van God, van Jezus. Hij verandert ons doordat Hij van ons houdt. Er worden geen knopjes omgezet, er worden geen robots opnieuw geprogrammeerd. Er blijft een geheim, een kwetsbaar geheim. Er zijn mensen die dit allemaal niks doet, die de andere kant opkijken en de tijd niet opmerken dat God naar ze omziet. En ook dat neemt God serieus. Jezus tovert niet, Jezus dwingt niet, Jezus manipuleert niet. Die rijke jongeman liet Hij gaan. Tegen zijn leerlingen zei Hij later: jullie willen toch ook niet weggaan? Ons allemaal waarschuwt Hij: wie Mij volgen wil, moet zijn kruis op zich nemen, zichzelf verloochenen, z’n leven verliezen. Je moet doen, wat je wilt. Christelijk leven komt van binnen uit, of het is geen christenleven.

Ja. Maar nog even één ding. We gaan elkaar niet aanpraten dat dit betekent dat christenleven volmaakt van binnen uit komt, of niks waard is. Daar staat hier ook niets van in de catechismus. De bekering bestaat niet in het afgestorven zijn van de oude en het opgestaan zijn van de nieuwe mens. Nee, het is bezig. Jezus verandert ons doordat Hij van ons houdt. Dat is pas klaar in zijn nieuwe wereld. Het enige wat hier van belang is, is dat het echt begint. Twee weken terug zei ik dat het uiteindelijk niet eens interessant is dat er bij alle goede zin en goede gedachten die door Christus vanuit ons hart naar buiten komen, ook nog van alles aan oude troep mee naar buiten glipt. Daar zou ik nog op terug komen. Bij deze dan.

God neemt ons echt serieus als mensen, als mensen in de tijd en als mensen die kunnen leren. Hij verandert ons doordat Hij van ons houdt, en niet door de nodige instellingen in ons hart mechanisch om te zetten. Hij houdt een leven lang van ons en gaat een weg met ons. Hij tovert niet aan ons, maar wil ons zelf zien leren en groeien en afleren en bijsturen. Net als een trotse ouder, kijkt God kennelijk liever naar de stuntelige verrichtingen van zijn onvolwassen kinderen, dan naar een vertoon van zijn eigen almacht. Het is veel belangrijker dat je iets probeert, dan dat het lukt.

Er staat een heel hoofdstuk in de bijbel om ons daaraan te herinneren: Romeinen 7. Paulus vindt daar de regel dat als hij het goede wenst te doen het kwade bij hem aanwezig is, en vindt zichzelf terug als krijgsgevangene van de zonde. Maar hij zit daar uiteindelijk niet mee, omdat hij God zij dank toch gered is door Jezus Christus, onze Heer. Zo is er dan geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn, gaat hij verder. Of het allemaal lukt, of het af is, dat is uiteindelijk niet interessant. Als je doet wat je wilt, samen met Christus, dan zorgt Hij er wel voor dat het af komt. Hij verandert ons doordat Hij van ons houdt. Eerst houdt Hij van ons, dan volgt de verandering, hier nog onvolkomen, maar straks helemaal af.

Laten wij maar gewoon beginnen met op onszelf te letten: leven als christen doe je omdat je dat hoe dan ook zelf wilt, of je leeft niet als christen. Ik doe wat ik wil. Zo heeft God ons geschapen. Zo neemt Hij ons serieus. Nu wij nog. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 17 november 2002
Mijdrecht, 9 oktober 2005

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *