Christelijk leven komt op een nieuwe manier van binnen uit

Preek over zondag 32 Heidelbergse Catechismus

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 113,1.2
gebod
zingen: Psalm 80,1.10
gebed
Schriftlezing Matteüs 15:1-20
zingen: Liedboek 327
preek over Zondag 32
zingen: Psalm 101
gebed
inzameling gaven
zingen: Liedboek 75,13-15
zegen

We gaan het de komende tijd op zondag maar weer eens over ons christelijk leven hebben. De catechismus geeft daar iedere ronde weer een mooie aanleiding voor. We hebben twee zondagen, 32 en 33, voor een algemene inleiding, dan nog elf voor een uitwerking van allerlei thema’s, en vervolgens nog acht voor het echt belangrijke. Ik bedoel met dat echt belangrijke natuurlijk het bidden. Het voornaamste van de dankbaarheid, heet dat. En dat is niet voor niets.

Vanmorgen dus het begin van de algemene inleiding. De komende serie gaat het me er om dat christelijk leven op een nieuwe manier van binnen uit komt, of helemaal geen christelijk leven is. Leven als christen doe je omdat je dat hoe dan ook zelf wilt, of je leeft niet als christen. Het gaat bij wat je doet en laat als christen om je hart, om je zelf. Die gedachte ga ik in deze preek wat uitwerken. Sommige dingen blijven voor de volgende preek liggen. Deze keer gaat het me om drie dingen:

Christelijk leven komt op een nieuwe manier van binnen uit.

1. Zo past het echt bij Jezus.
2. Zo past het echt bij mensen.
3. Zo past het echt bij het Koninkrijk.

Leven dat van binnen uit komt is leven waar je zelf voor kiest. Je doet dingen niet omdat je er opdracht voor krijgt, omdat andere mensen of desnoods God zelf tegen je zeggen: jij moet dat doen. Nee, je kiest er zelf voor, je wilt het zelf, je staat er zelf achter. Je legt je hart er in. Zo gezegd is leven van binnen uit een ideaal dat we delen met talloze mensen om ons heen. Dat je integer leeft, jezelf kunt zijn, je eigen leven vorm geven, is een groot goed in onze samenleving. Ik denk dat het ook echt een groot goed is, dat we als christenen en niet-christenen samen kunnen delen. Het spannende punt tussen christenen en niet-christenen zit ergens anders, zit in iets dat christenen van Jezus geleerd hebben.

Jezus — en God — is nogal een nuchter en ontnuchterend type. Hij is niet zo optimistisch over mensen als wij wel kunnen zijn. Van de grote voorbeelden van vroomheid in zijn dagen, de Farizeeën, constateert Hij nogal bot dat ze in feite helemaal niet vroom zijn. Hun hart is ver van God. Het gaat hen om zichzelf. En van alle mensen, wie ze ook zijn, constateert Hij even bot dat uit hun hart slechte gedachten, moord, overspel, ontucht, diefstal, valse verklaringen en lasterpraat voortkomen.

In ieder geval wat mij betreft heeft Hij daar groot gelijk in. Als ik op mezelf van binnen uit ga leven, als ik helemaal uit mezelf ga kiezen wat ik wil, dan wordt het ook een grote bende. En als ik zo om me heen kijk geldt dat niet alleen voor mij. Integriteit, eerlijkheid, wat je zelf wilt, van daaruit leven, zelf leven, dat is inderdaad een groot goed. Het is zoals God ooit heeft gewild dat mensen zouden leven. Maar er zit een probleem in onszelf, in ons hart. Wij verzinnen slechte dingen. Wat ons onrein maakt, wat ons bij God vandaan houdt, is juist ons hart.

Nu zijn er nogal wat mensen die daar conclusies aan verbinden. Ze zeggen dan iets wat neerkomt op het volgende: Oké, omdat ons hart het probleem is kan het niet meer gaan om leven van binnen uit. Het zal moeten gaan om leven van buitenaf. Slechte mensen moet je met stevige geboden en regels in de tang houden. Als ze die dan doen, dan gaat het vast wel beter. Zoiets deden die Farizeeën. Ze regelden het hele leven. Allicht dat het dan met dat hart ook beter zou gaan. Zoiets is trouwens ook in Nederland anno nu weer mode: hard optreden, duidelijke en harde regels, geen gedoogbeleid, maar optreden. Dan gaat het vast wel beter.

Jezus — en God — is daar te nuchter voor. Vergeet het maar. Hoeveel en hoe harde regels je ook stelt, een beetje mensenhart zal zich daar altijd aan onttrekken. Van buitenaf bereik je uiteindelijk niemand. Wil je mensen winnen dan moet je hun hart veroveren, en dat kan alleen van binnen uit. Als het hart van mensen slecht is, dan moet je niet de regel veranderen dat leven van binnen uit het goede leven is, maar dan moet je dat hart veranderen. Dat is de insteek van Jezus – en God. Niet door kracht, niet door geweld, maar door mijn Geest. Jezus is niet maar een wijsheidsleraar, een wetgever of de grondlegger van een nieuwe cultuur. Jezus is onze Verlosser, Redder, Genezer.

Jezus zet in op de vernieuwing van mensen, op de verandering van ons hart. Dat mensen van binnen uit leven, dat moet juist blijven. Maar we moeten het op een nieuwe manier leren doen, vanuit een nieuw hart, en niet vanuit ons oude, in onszelf gekeerde zelf. Mensen moeten juist vanuit hun hart leven, maar in plaats van slechte moeten er goede gedachten in opkomen, in plaats van moord liefde, in plaats van overspel en ontucht trouw en respect, in plaats van diefstal delen, in plaats van leugens en laster goede woorden, die opbouwen. Daar gaat het Jezus om. Hoe, op wat voor manier Hij dat probeert te bereiken, daar kom ik een volgende keer op terug. Waar het me nu om gaat is dat Jezus de structuur van menselijk leven vast houdt: het zal leven van binnen uit moeten zijn. Daarom vernieuwt Hij ons.

Christelijk leven komt van binnen uit. Dat past bij Jezus. Hij is niet zo’n type als Mohammed, die in zijn Islam het via geboden probeert. Daar is Hij veel te nuchter voor. Hij is ook niet zo’n uiteindelijk pessimistische en wantrouwige gereformeerde, die via een ethiek van geboden en opdrachten probeert de losbandigheid van mensen te beteugelen. Daar is Hij veel te reëel voor. Hij weet wel wat er in mensenharten woont. Daarom komt Hij juist die mensenharten genezen en veranderen, er goede zin en geestkracht in leggen. En in mensen die leven in zijn geest, kijk, in hen worden alle goede geboden die er maar zijn vervuld. Niet omdat ze het moeten, maar omdat ze het willen.

Zo past het echt bij mensen, zei ik als tweede. Dat je doet wat je wilt, wat je zelf kiest, en niet maar sec doet wat anderen zeggen, dat is iets wat past bij mensen. Mensen zijn geen automaten en laten zich niet programmeren. Als je iets doet alleen maar omdat iemand je dat opdraagt ben je daar helemaal niet bij betrokken. Als het gebeurt, omdat die ander nu eenmaal macht heeft, staat het voor jezelf in het teken van ’t is rot maar het mot. En zodra je de kans krijgt onttrek je je eraan. Naar jezelf toe betekent dat niets. En naar anderen toe ook niet.

Dat lijkt wel eens overal vanzelfsprekend behalve in de kerk. In de kerk moet het plotseling over gehoorzaamheid en over geboden gaan, en mag het niet gaan over wat je zelf wilt en kiest. En dan vergeten we dat geboden en gehoorzaamheid van buiten naar binnen werken en ons hart uiteindelijk niet bereiken. Hoe gehoorzaam je ook doet wat God van je vraagt, je zult je altijd kunnen afvragen: wil ik dit zelf of doe ik het alleen maar omdat het van me gevraagd wordt? Zolang je iets doet omdat het moet is het nog niet echt van jou, komt het nog niet van binnen uit. Dat komt pas als je het zelf begint te willen.

Zelf vanuit de vruchten zeker zijn van je geloof, dat betekent dat je merkt dat er goede zin, goede keuzes, een goede wil van binnen naar buiten bij je komt. Het betekent niet maar dat je uiterlijk netjes leeft en je aangepast gedraagt. Want dat hoeft helemaal nog geen vrucht van geloof te zijn. Het kan bij wijze van spreken niet meer zijn dan een gebrek aan lef. Meedoen met anderen in christelijk leven is nog geen christelijk leven. Dat wordt het pas als het je eigen keus wordt, als je zelf er in naar voren komt.

Naar anderen toe werkt het allemaal net zo. Als je daden niet jouw daden zijn betekenen ze niets. Nooit zal iemand onder de indruk zijn van mensen die alleen maar doen wat ze moeten. Integendeel. Als je iemand een cadeau geeft en erbij zegt: ja, ik moet dat geven van m’n moeder, dan plaats je jezelf erbuiten, dan laat je merken dat jij in ieder geval de vriend van de jarige niet bent. Als je iemand zou opzoeken en helpen, of het evangelie vertellen, en dat komt niet van binnen uit, maar gebeurt omdat God dat nu eenmaal wil, dan betekent dat dat je jezelf er buiten plaatst en in feite zegt: ik help jou omdat dat moet van God, ik vertel jou het evangelie omdat dat moet. Ik houd van jou omdat het moet. Dat kan dus niet.

Juist naar anderen toe mogen we daar wel goed op letten. Mensen verwachten vaak van christenen dat het toch zo gaat. Dat we eigenlijk geen vrienden van ze willen worden, maar alleen contact met hen leggen om ze vervolgens te bekeren. Dat we eigenlijk niet uit onszelf ons leven leiden, maar aan de hand van regels en geboden. In Nederland hebben mensen veel ervaring met christenen die meer op de Farizeeën lijken dan op Jezus. Als je op vragen waarom jij je leven zus en zo leidt, waarom je iets doet of laat, niet verder komt dan te verwijzen naar geboden, gewoontes of wat in de kerk nu eenmaal zo gaat is dat snel een teken dat je er zelf niet bij betrokken bent, dat je niet integer bent, dat je je leven niet van binnen uit leeft, maar een rol speelt. Daar win je niemand mee. Dat past niet bij mensen.

Leven van binnen uit, doen wat je zelf wilt en zelf kiest, dat hoort bij een christelijk leven tenslotte nog omdat het past bij het Koninkrijk. Ik duid dat nu alleen nog maar even aan. Want je kunt je afvragen: waarom is dat nu zo, dat de onkuise, afgodendienaar, echtbreker, dief, gierigaard, dronkaard, lasteraar, oplichter of een ander zondaar het Koninkrijk van God niet zal beërven? Dat is uiteindelijk heel eenvoudig zo omdat het bij dat Koninkrijk gaat om Gods nieuwe wereld van liefde, vrede en recht. Daar kun je het helemaal niet eens uithouden als het jou zelf niet om liefde, vrede en recht gaat.

Naar de hemel willen gaan is niet hetzelfde als naar een mooi subtropisch verwen-paradijs gaan, waar alles om jou draait. Echt naar de hemel willen gaan is verlangen naar recht en gerechtigheid, is niets liever willen dan echte liefde en vrede. En het is volstrekt onmogelijk om hier je aan liefde en vrede niets gelegen te laten liggen en tegelijk naar de echte hemel te willen gaan. Dat is gewoon een innerlijke tegenspraak in je leven.

Juist daarom past het echt bij het koninkrijk om hier al van binnen uit te leven als christen. Je doet wat je wilt en waar je eens volmaakt van wilt genieten. Dat klopt op elkaar. Dat dit hier niet helemaal lukt, dat we onvolmaakt willen, dat er bij alle goede zin en goede gedachten die door Christus vanuit ons hart naar buiten komen ook nog van alles aan oude troep mee naar buiten glipt, dat is uiteindelijk niet eens interessant. Ik kom daar de volgende preek nog wel op terug. Waar het me nu om gaat is even dat grote algemene punt op tafel leggen: Christelijk leven komt op een nieuwe manier van binnen uit.

1. Zo past het echt bij Jezus.
2. Zo past het echt bij mensen.
3. Zo past het echt bij het Koninkrijk.

Laten we daar maar eens beginnen op te letten bij onszelf: Leven als christen doe je omdat je dat hoe dan ook zelf wilt, of je leeft niet als christen. Het gaat bij wat je doet en laat als christen om je hart, om je zelf. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 3 november 2002
Mijdrecht, 2 oktober 2005
Amsterdam-ZW, 4 januari 2009

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *