We horen bij Jezus, de koning die geeft

Preek over Efeziërs 4:7-16

orde morgendienst
welkom
zingen: Opwekking 584
zingen: Opwekking 159
stil gebed
votum en groet
zingen: Opwekking 461
gebed
Schriftlezing Efeziërs 4:7-16
preek over Efeziërs 4:7-16
zingen: Liedboek 473,1-5
bevestiging ambtsdragers
zingen: Psalm 86,4.7
lezen Efeziërs 4:32-5:20
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Psalm 146,6.8
zegen

Goed, mensen, we beginnen een nieuw seizoen kerkzijn in de Tituskapel vanmorgen. Kerk, gemeente zijn, dat doe je met elkaar. En niet alleen met elkaar: gasten horen erbij, hoe meer hoe leuker. Laten we daarom eens beginnen met elkaar goed aan te kijken. Kijk even om je heen. Kennen we elkaar, zo de mensen die direct om je heen zitten? Als dat niet zo is, maak even kennis. Als je elkaar wel kent, praat dan even bij. Kom rustig uit je stoel als je even verder iemand ziet die je de hand wilt schudden. Leuk om elkaar weer te zien, of om elkaar te ontmoeten.

Oké. Nog een stapje dan. Denk nog eens even apart aan die ander, die anderen die je nu net gezien heb. Wat waardeer je in haar, in hem? Wat verwacht je van elkaar? Wie zou je voor die ander willen zijn? Wat zou je nog in elkaar willen ontdekken, of met elkaar willen doen? Kijk rustig nog eens rond en denk er even over na.

Zo, nu zitten we goed om iets te vatten van waar het Paulus om gaat in dat stukje uit zijn brief aan de christenen in Efeze dat we gelezen hebben. Paulus is nog wel eens moeilijk te begrijpen. Misschien vond je dat net ook wel toen hij voorgelezen werd. Dat krijg je met een Joodse schriftgeleerde die de eerste theoloog uit de geschiedenis van de kerk werd. Maar als je invult waar het hem om gaat, als je er gezichten bij ziet van mensen om jou heen, blijkt het wel de moeite waard om naar hem te luisteren. Aan ieder van ons is genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft, zegt hij. Zoals we hier bij elkaar zitten hebben we dus allemaal wat gekregen van Jezus Christus, niet verdiend, maar gekregen. En we hebben allemaal net iets anders gekregen, laten we zeggen onze eigen cadeaus, voor ons op maat gesneden. Nou, kijk elkaar daar dan ook maar eens direct op aan: wat heb jij gehad? Wat voor moois? Kunnen we delen? Kunnen we samen iets nog mooiers maken? Kijk nog maar eens rond: allemaal wat, niemand niets. Wie hoort bij Jezus mag naar zichzelf en naar de anderen kijken als begaafd mens, allemaal begaafde mensen. Het is echt zo. Kijk maar.

Zo past het ook helemaal bij Jezus. Hij is de Zoon die op zijn Vader lijkt: de God die uitdeelt, en eindeloos geeft, in vlees en bloed, met huid en haar. Hij is zelf de koning die geeft. Die vreemde koning die anders is dan alle andere koningen. Dat zijn koningen die vragen, die belasting heffen, die je kinderen tot soldaat maken, kind-soldaat desnoods, en die hoogstens wat afschuiven om de boel net rustig genoeg te houden. Hij is de Zoon van de God die uitdeelt. Die vreemde God die anders is dan alle andere goden. Dat zijn goden die vragen, die offers willen, die jezelf en je kinderen tot slaven maken, martelaars desnoods, en die hoogstens wat afschuiven om het systeem in stand te houden. Welke andere god heeft het lef om uit zijn hemel af te dalen naar wat lager ligt, naar de aarde? Welke andere koning stapt af van zijn troon, legt zijn statiegewaad af en komt zelf gewoon mens zijn en gewone mensen bevrijden en geven wat ze ook maar nodig hebben? Maar het is volstrekt typerend voor de levensgeschiedenis van Jezus.

Paulus is een Schriftgeleerde en ziet die levensgeschiedenis van Jezus op allerlei manieren aangekondigd in zijn bijbel. Hier haalt hij een vers uit Psalm 68 aan (dat wij zo niet kennen in de ons bekende versies van die psalm) en verbindt dat met Jezus. De psalm bezingt God die als zegevierend koning terugkeert naar zijn heiligdom. Dat geldt ook voor koning Jezus. Toen hij opsteeg naar omhoog, voerde hij gevangenen mee en schonk hij gaven aan de mensen. En dan zegt Paulus: ja, zo is Jezus eerst afgedaald, mens geworden, heeft het echte diepe kwaad overwonnen en gevangen genomen, en nu is hij weer naar de hoge hemel teruggegaan om alles met zijn aanwezigheid te vullen door gaven uit te delen. De koning die eerst zichzelf gaf en zo de haat overwon door zijn liefde blijft nu uitdelen en echt de koning zijn die geeft. De God die het kwaad overwon en gevangen nam door het goede zelf in eigen persoon te geven en uit te leven is en blijft de gevende God tot alles van hem vol is. Dat hier iedereen iets heeft, iets gekregen heeft, onverdiend, dat is allemaal door deze koning Jezus, de koning die geeft.

Zo staan we allemaal naast elkaar voor Jezus, als mensen die van alles gekregen hebben en krijgen. En hij is de God die uitdeelt. Dat wil de toon zetten voor ons leven, ons eigen leven en ons leven samen. Aan ons allemaal is genade geschonken op maat voor ons zelf door Jezus Christus. En niemand die hier is hoeft zich daarvan buitengesloten te voelen. Hij heeft je al lang van alles gegeven en wil je nog veel meer geven. Bid hem dat je het ook kunt zien, het zelf kunt ontdekken in jouw leven, dat je het zelf ook in ontvangst kunt nemen. Heb je een puinhoop van je leven gemaakt, hij wil je vergeving geven voor precies dat wat jij gedaan hebt. Voel je je op jezelf teruggeworpen, alleen in het leven, mislukt misschien, onder je niveau, hij geeft je echte liefde precies voor jou, sluit je in zijn armen en richt je weer op, richt je op een goede taak, precies voor jou. En allerlei mogelijkheden meer deelt hij ons samen uit. Enig idee waar je goede ideeën vandaan komen? En hoe kwam dat eigenlijk, dat je zomaar zin had om eens bij die ander langs te gaan en contact te leggen? Daar is zomaar iemand die blijkt te kunnen luisteren naar je, hier duikt iemand op die je helpt je leven weer op orde te brengen, dan is er opeens iemand die er echt voor je is, eenvoudigweg, en straks maakt weer een ander eten voor je.

Ik bedoel maar, als we bij koning Jezus komen, met hem leven, wordt ons leven altijd rijker. Hij is de koning die geeft, de een dit, de ander dat, samen een levend geheel. Ruimte zat voor wie dan ook, hoe meer gasten en bezoekers hoe leuker, want iedereen die erbij komt heeft weer eigen cadeaus van Jezus bij zich. En dat is maar geen idealistisch plaatje, geen vrome wens die binnen de kortste keren een illusie blijkt te zijn, het is echt zo. Denk maar weer even terug aan het begin. Kijk nog maar weer even rond, zo dichtbij of ver als je wilt. Zoals we hier zitten is aan ieder van ons genade geschonken naar de maat waarmee Christus geeft. Het is alleen maar de vraag of je daar op wilt letten of dat je je ervoor afsluit. Het is alleen maar de vraag of je met die cadeaus van Jezus in elkaar iets positiefs, iets constructiefs wilt, of niet. Het is alleen maar de vraag of je zijn gaven in ontvangst wilt nemen, of niet.

Jezus zelf wil in ieder geval dat we echt iets doen met elkaar, iets opbouwen wat goed is en waar en mooi. Daarom houdt hij ook niet op met geven als hij ons allemaal onze eigen gaven gegeven heeft. Jezus geeft, dat blijft hem typeren. Paulus gaat verder met een serie mensen op te noemen die in zijn tijd in de kerk een rol speelden: apostelen, profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren. Die mensen geeft Jezus extra. Door hun werk worden de heiligen toegerust voor het werk in zijn dienst en groeit de gemeente tot een echte eenheid uit. Intussen ziet de kerk er wat anders uit dan in Paulus’ tijd, maar koning Jezus geeft nog steeds mensen om de gemeente te stimuleren samen iets op te bouwen en tot één geheel te worden. Vanmorgen ontvangen we Elsa en Jan hier als zo’n extra gave van Jezus aan de gemeente: als diaconaal werker en ouderling bestuur.

Laat ik meteen dat extra nog maar eens wat onderstrepen. We zijn allemaal begaafde mensen. Christus is al lang met ons bezig en hij geeft, hij deelt uit. Nu gaat het er om dat we samen met al die rijkdom iets positiefs, iets constructiefs doen. De gaven die er zijn moeten gestimuleerd worden, de mensen die er zijn moeten bemoedigd worden, geloof en vertrouwen moet gedeeld worden. De extra gave van ouderlingen, diakenen of anderen die in de kerk dienen, komt altijd bovenop alles wat Christus al geeft. Het gaat er om dat rijke mensen samen nog rijker worden. Dat maakt werk in de kerk echt mooi werk. Je komt altijd bij mensen binnen waar Jezus zelf al binnen is en gaven heeft gegeven. Er is altijd iets om bij aan te sluiten. Je komt niet maar iets brengen, je komt iets delen. En delen blijkt in de kerk altijd weer vermenigvuldigen te worden. Juist dat wil koning Jezus geven mede doordat hij dit soort extra gaven geeft.

En er zit nog iets in dat extra. Elsa en Jan krijgen vanaf vandaag een speciale taak. Maar dat is geen taak die vreemd voor hen is. Eerst heeft Jezus zelf hen gaven gegeven, gaven om enthousiast te maken, om te organiseren, om leiding te geven, om nieuwe kansen te zien, om contacten te leggen. En toen hebben wij die gaven herkend: ja, daar is Elsa goed in, dat is echt iets voor Jan. En nu zeggen we: ga dat nu vooral doen, uitleven, in praktijk brengen, ga ons er maar in voor, en stimuleer ons zo maar in ons leven als christenen. Doe het maar voor. Dat is één van de typische dingen die horen bij wat wij dan een ambt noemen: je hebt gaven gekregen en je krijgt nu de taak om die dingen vóór te doen. Dat vóór doen, dat is een extra. En het wil stimuleren dat we het allemaal doen. Iedereen hier heeft gaven gekregen en het is de bedoeling dat iedereen die gaven ook inzet, die dingen doet. Daar is in de kerk een naam voor ook. We noemen dat het ambt van alle gelovigen: de gaven die jij hebt in praktijk brengen, dat is in de kerk je recht en tegelijk je taak. Mensen met een aparte taak, een extra, doen dat alleen maar vóór. Doe mee, dus.

Goed, en dan nog even door luisteren naar Paulus hier. Want ik heb het grootste geheim van de gemeente van koning Jezus nog even overgeslagen. Paulus zegt: als nu de heiligen, dat zijn die mensen die bij Jezus horen en van hem zomaar allerlei cadeaus hebben gekregen — als nu die heiligen gestimuleerd worden om samen van die cadeaus te genieten, om ze te delen, om ermee te dienen, dan wordt het lichaam van Christus opgebouwd. Even verder noemt hij dat lichaam de volmaakte mens en de volheid van Christus. Dat moeten we niet te snel als beeldspraak nemen. Voor Paulus vormen Jezus en de mensen die bij hem horen echt een eenheid, één lichaam, waarin Christus het hoofd is en de christenen allemaal organen en lichaamsdelen. En net als wij concreet en tastbaar bij elkaar aanwezig zijn in ons lichaam, zo is Jezus concreet en tastbaar op aarde in zijn christenen. Als wij zijn gaven delen en ermee dienen, dan neemt Jezus zelf gestalte aan in zijn gemeente en wordt hij concreet voor ons en voor de mensen om ons heen.

Als jij vergeving hebt gekregen leert je dat weer helemaal opnieuw naar jezelf en naar de mensen om je heen kijken en zelf ook anderen vergeven. Als Jezus zo van jou houdt dat hij zijn leven voor jou heeft gegeven leer je daar zelf van elkaar en anderen lief te hebben en je leven voor hen inzetten. Als Jezus je leven lang geduld met jou heeft leert jou dat bepaald geduldig zijn. Als Jezus jou nieuwe moed geeft om te leven en te werken, je positief laat kijken naar jezelf, leert hij je ook anderen bemoedigen en positief naar hen kijken. En zo nog een hele tijd door. En het effect daarvan is, dat Jezus zelf zichtbaar wordt, tastbaar, ervaarbaar. Jouw arm om de schouder van je verdrietige buur mag ervaren worden als Jezus’ arm om de schouder. Weer: en zo voort. Leef uit Jezus’ gaven en er ontstaat een nieuw geheel dat leeft van liefde en spreekt van Jezus: hij is de koning die geeft, concreet in ons. Kijk dan nog maar één keer rond, naar de mensen hier om je heen. Allemaal mensen die zelf en vooral samen iets kunnen laten zien van wie Jezus is voor jou en voor anderen, zijn lichaam hier.

Wil je hen ook zo in ontvangst nemen? Wil je jezelf zo ontvangen van Jezus als iemand die de moeite waard is, die begaafd is, die altijd iets kan? Dat is eigenlijk de enige vraag die overblijft. Als gemeente samen beantwoorden we die vraag vanmorgen voor Elsa en Jan. We nemen hen zo plechtig in ontvangst als gaven van koning Jezus aan ons allemaal. Maar ik denk, ook daarin zijn ze een voorbeeld en een stimulans. Neem zo ook de anderen en ook jezelf in ontvangst van Jezus als gave, goede gave om samen iets nog mooiers te maken: een echte gemeenschap die spreekt van Jezus’ liefde. Dan zijn we werkelijk goed begonnen aan een nieuw jaar kerk zijn.

Koning Jezus is eindeloos aan het geven en uitdelen. Talloze gaven en mogelijkheden, mensen met allemaal iets eigens. Of je nu ouderling bent, of diaken, of diaconaal werker, of bezoeker, of kringleider, of koster, of muzikant, of koffieschenker, of noem nog maar wat, het is het mooiste wat je te doen gekregen hebt dat je die gaven mag uitleven, in praktijk mag brengen, zo mag stimuleren en verbinden dat er een stukje van Jezus zelf heel concreet zichtbaar en ervaarbaar wordt: zijn lichaam. Elsa en Jan, ik hoop dat jullie, en ik hoop dat iedereen in de gemeente, daar echt iets van mogen ervaren. In eigen kracht hoef je het niet te doen. Besef het maar: je bent zelf een gave van koning Jezus. En — het begin, het eind, de hoofdlijn, en alles waar het in deze preek en in ons christenleven om gaat: Jezus geeft. Laten we hem dan ook bidden:

Christus Jezus, onze Heer, onze koning,

U bent het die ons eindeloos alles geeft en ons juist daarin en daarmee roept. Helpt u ons dan ook in ons leven de weg te gaan die bij die roeping past, de weg van liefde en delen. Help ons bescheiden te zijn, zachtmoedig en geduldig en elkaar uit liefde te ontvangen en te verdragen. Help ons om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te bewaren die uw Geest ons geeft. Maak ons één lichaam in één geest, geef ons één hoop op grond van uw roeping. Wees onze éne Heer en laat ons leven in het éne geloof uit onze éne doop. En breng ons thuis bij uw Vader, de éne God en Vader van allen. Hij is boven allen, door allen en in allen, tot in alle eeuwigheid, Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 29 augustus 2010

eerdere versie gehouden in: Amsterdam-ZW, 17 september 2006

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *