Troost in je echte leven

Preek over Zondag 1 Heidelbergse Catechismus

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 92,1-3
gebod
zingen: Psalm 50,1.2.11
gebed
Schriftlezing: 2 Korintiërs 1:1-11
zingen: Psalm 116,1-3
preek over Zondag 1
zingen: NGK 62
gebed
inzameling gaven
zingen: NGK 134,1.3-6
zegen

Hier achter mij, aan de voorkant van de kerk, staat nog steeds op het bord dat wij de Gereformeerde Kerk Loenen-Abcoude zijn. Gereformeerde Kerk. Gereformeerd. Is dat interessant? Heb je daar wat aan? Of heb je daar vooral last van? Betekent gereformeerd sowieso nog iets? Waarom zou het überhaupt de moeite waard zijn om gereformeerd te zijn?

Goed, ik stop al. Even. Ik hoor al wat mensen iets denken als: nee hè, hij gaat het toch niet over gereformeerd zijn hebben? Dat is dat lastige en ingewikkelde en allemaal gezeur en gedoe dat nu gelukkig niet meer hoeft. Kunnen we het eindelijk gewoon over Jezus en over de Heilige Geest en zo hebben en dan moet het weer over gereformeerd gaan. In plaats dat je gewoon christen kunt zijn gaat het weer over zoveel cijfers achter de komma. We zijn net zo blij dat we lekker kunnen geloven, zonder al dat gedoe. En trouwens, de kinderen snappen daar helemaal niets van.

Oké. Laten we het dan eens over zwemmen hebben. Dat snappen kinderen wel. Wie vindt zwemmen leuk? Zie je wel, dat is een veel beter onderwerp. Waar zwem je dan, als het leuk is? Zwembad, de Angstel. Lekker. Is dat gevaarlijk, zwemmen? Niet echt. Zo hard stroomt dat niet, die Angstel, en er zijn allemaal badmeesters en -juffen in het zwembad. Zwemmen, dat is gewoon leuk, lekker, gezellig, doen we. Geen gedoe met zoveel cijfers achter de komma. Ja. Dat is allemaal als het leuk is, zwemmen als je zin hebt. Maar als het nu eens moet. Als er echt water komt. Drie van die golven die alles meenemen en waar je helemaal niet tegenin kunt zwemmen. Als het zwembad van je hotel plotseling overstroomd wordt of als je je nog net kunt vasthouden aan een boom of een boot in het kolkende water. Is zwemmen dan nog leuk? Nee, dan wordt het eng. Als je dan gelukkig toch weer bij je moeder en vader bent dan ben je heel erg geschrokken en dan moet je huilen en getroost worden.

Ander voorbeeld. Wie heeft er thuis een hond? Is-t-ie lief? Ben je er bang voor? Natuurlijk niet. Je bent niet bang voor je eigen hond, thuis. Hartstikke lief dier. Leuk om mee te spelen. Maar als je nu alleen buiten loopt in een stille straat en er komt zo’n groot zwart monster van een hond op je afrennen, grommen en blaffen en zulke tanden en zo. Zo, maar dan wil je wel bang worden. En dan ben je maar wat blij als er een hele grote sterke meneer naast je opduikt die dat beest wegjaagt.

Goed, zoiets is er nu ook met geloven en nadenken over geloven. Je kunt geloven en nadenken over geloven en rekening houden met een zwembad, met lekker warm water, bubbelbaden en een glijbaan, en je kunt geloven en nadenken over geloven met de gevaarlijke golven van een overstroming voor ogen. Je kunt geloven en nadenken over geloven en denken aan je eigen lieve huisdieren en je kunt geloven en nadenken over geloven en je realiseren dat je allerlei wilde dieren en wilde mensen en wilde duivels kunt tegenkomen op straat. En om nu meteen maar terug te gaan naar het begin: die tweede manier, dat is gereformeerd.

Daarom lijkt het vaak of gereformeerd ingewikkeld is en overdreven, dramatisch ook. Kijk maar naar zo’n eerste zondag: lange zinnen, bijzinnen, extra woorden, gedoe. Waarom zeggen ze niet gewoon iets als dat ik het eigendom van Jezus ben? Waarom moet dat met lichaam en ziel, in leven en sterven, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Heiland Jezus Christus worden? en zo voort. Dat is precies dit punt. Met je beentjes omhoog in het zwembad kun je zeggen: ja, ik hoor bij Jezus, ik heb Jezus in mijn hart, of zo. Maar als je denkt aan na de tsunami op een plankje ronddobberen tussen de resten van je dorp, met je lijf vol blauwe plekken en je ziel verscheurd van verdriet, met je hart kloppend maar de dood in de ogen, dan zeg je iets als ‘met lichaam en ziel, in leven en sterven, niet van mijzelf, maar van mijn trouwe Redder Jezus Christus’.

Waarom zou het überhaupt de moeite waard zijn om gereformeerd te zijn, vroeg ik net. Uiteindelijk denk ik, omdat je niet in een zwembad lééft en omdat je niet alleen met fijne huisdieren te maken hebt, maar omdat het leven in het echt ruig en hard is. Als het niet fysiek hard is, dan wel psychisch. En complex en verwarrend en verrassend en anders dan je denkt. Wat je in het echte leven tenslotte nodig hebt is troost. Wat je buiten de subtropisch-zwembad sferen nodig hebt is Iemand die het geknakte riet niet afbreekt en de kwijnende vlam niet dooft. Wat je nodig hebt in de wereld waar alles je pijn kan doen is niet maar de Jezus van een bidprentje, maar ‘mijn trouwe Redder Jezus Christus’.

Het is dat contact met de echte werkelijkheid dat die typisch gereformeerde manier van geloven vormt. Die vreemde mengeling van heel eenvoudig en iets wat ingewikkeld kan lijken. Als het leven ruig en hard is, is het ook heel eenvoudig. Als er zo’n grote wilde hond op je afkomt is het eenvoudig rennen naar die sterke meneer die je helpt. Als alles om je heen wegspoelt is het zwemmen of verdrinken en je vastgrijpen aan iedereen die je helpen kan. Waar het in alles om draait is dat je van de Here Jezus bent, dus rennen naar Hem en je laten helpen, laten redden door Hem. Heel eenvoudig, allemaal genade, allemaal Jezus, Hij is je alles.

op een bierviltje

Vandaar ook in dat tekeningetje op het papiertje met de bijbeltekst van vanmorgen het teken van de Here Jezus in het midden. Als je je afvraagt: waar gaat het om in het christelijk geloof: heel eenvoudig, dat jij zo snel en diep en echt mogelijk bij de Here Jezus komt.

Maar vervolgens kom je niet in de een of andere droomwereld terecht. Als je bij Jezus bent betekent dat niet dat je nu voortaan met Hem in een zwembad zwemt of dat er geen enge dingen meer zijn. Als Hij bij ons is, kunnen we de echte wereld onder ogen zien, uithouden, zelfs er over nadenken. Dat is typisch iets gereformeerds, niet alleen als de wiedeweerga naar Jezus toe, alles in Hem hebben, maar dan ook samen met Hem terug het leven rond. En als we daar moeilijke of enge of pijnlijke dingen tegenkomen, ons laten troosten door Hem.

De hele werkelijkheid rond heb ik dus maar eens uitgetekend in dat plaatje. Niet alles komt zo in deze zondag aan de orde. Maar wat bij gereformeerden hoort, is samen met de Here Jezus de héle God, de hele bijbel, de hele werkelijkheid en de hele kerk serieus nemen, op je in laten werken, er over nadenken, iets van besef laten groeien en daarmee steeds weer naar Jezus gaan, bovenal beseffen dat je als eigendom van Jezus daar in staat.

God drieënig echt serieus nemen, Hem echt God laten zijn, niet alleen kijken naar wat we van Hem vanzelf begrijpen en mooi vinden, maar ook naar wat we niet begrijpen en waar we bang voor zijn. Er is in de christelijke kerk een diep besef dat het nooit vanzelfsprekend is dat God als een genadig God ons nabij is. Dat besef vind je heel uitgesproken bij Paulus, bij Augustinus, bij Luther en Calvijn, en ook bij Ursinus en onze catechismus. Gods majesteit en macht, zijn oordeel en toorn, houden de spanning er in. Er is kostbaar bloed nodig om voor al mijn zonden volkomen te betalen en mij te verlossen uit de macht van de duivel. Dat is niet, nooit vanzelf sprekend. Wie God echt serieus neemt, die moet getroost worden, tot rust gebracht door Jezus. Zonder Hem, zonder zijn genade, zonder dat wonder van zijn kostbaar bloed voor ons, hoe zouden we het uithouden met de levende God? Maar met Hem, met Jezus, met zijn genade, krijgen we niet alleen maar Jezus, maar heel de levende God met ons mee, ons leven door: zijn Vader bemoeit zich met ons, zijn Geest bezielt ons.

Hoe zouden we het ook anders uithouden in de echte werkelijkheid? De werkelijkheid waarin slechte dingen niet overgaan, waarin je verknipte mensen en dieren kunt tegenkomen en waarin de aarde zelf verkrampt en vervalt. Met Jezus kun je dat redden, niet omdat je begrijpt, maar omdat Hij er is en je bewaart, omdat Hij je samen met zijn Vader je leven toevertrouwt en weet wat je aankunt. Omdat Hij je door zijn Geest besef geeft dat dit leven hier niet alles is, maar het begin. Wie met Jezus terug gaat het echte leven in, vindt niet alleen de hele God bij zich, maar krijgt ook de ruimte van leven om de hele werkelijkheid serieus te nemen.

En hoe meer je daarmee bezig bent, des te meer ontdek je ook hoe de hele bijbel daar over gaat. Die bijbel, ook met zijn ruige en niet te plaatsen gedeelten. Die bijbel ook, die helemaal draait om die Ené figuur, Jezus, de Christus, de Messias van Israël, onze Redder. En des te meer ontdek je dat je niet de enige bent, maar een plek hebt in de grote Kerk van Jezus Christus. Je ziet hoe de Catechismus zichzelf onderwijs in de christelijke leer noemt, en ontdekt verderop hoe het boek probeert aan te sluiten bij de oude kerk, bijvoorbeeld in de oude Twaalf Artikelen.

Maar goed, laat die twee zijkanten maar even voor een andere keer. Waar het me nu om gaat is eens dat typische naar voren te halen dat in deze zondag zit. Je proeft een eigenaardige manier van geloven, een spiritualiteit waarin het draait om troost. Het gaat niet om kracht, niet om heerlijkheid, niet om genezing, of noem nog maar een paar van dat soort dingen. Het gaat om troost. Daar kom je op als je niet alleen naar Jezus gaat en niet alleen je richt op wat onderdelen van zijn leven, en niet alleen let op wat fijne aspecten van God, niet selecteert in de bijbel en niet je ogen sluit voor wat echt is. Dan blijkt dat wij niet in een zwembad leven, dat er meer dan huisdieren zijn. Dan blijkt dat we troost nodig hebben, meer dan wat dan ook anders. En gelukkig, dan blijkt ook dat onze trouwe Heiland Jezus Christus ons die troost wil geven.

Gereformeerde Kerk. Gereformeerd. Is dat interessant? Heb je daar wat aan? Of heb je daar vooral last van? Betekent gereformeerd sowieso nog iets? Waarom zou het überhaupt de moeite waard zijn om gereformeerd te zijn? Als het dit niet is, troost in het echte, ruige leven, wat zou het anders kunnen zijn? Als het om Jezus niet gaat, om wie werkelijk alles draait, midden in de werkelijkheid, om wie anders zou het kunnen gaan? Laat het dan ook werkelijk om Hem gaan, echt en open. Hij is de troost van ons leven. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 16 januari 2005

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *