Nou en?

Bij de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 4 (december 1998)

Hoopt u ook zo, dat ze er nog wat op vinden? -: AEX in vrije val, bijplussen op je beleggingsrekening, winst-waarschuwingen, Air-miles nodig voor je derde vakantie, uitzicht op ‘verminderde economische groei’…

Even ging er een golf van opwinding door burgerlijk gereformeerd Nederland. Zelfs een zwarte bladzijde in de succes-story van dat IT-bedrijf dat iedereen kent en waar we als gereformeerde wereld zo trots op waren… Met des te meer aandacht wordt er op verjaardagsfeesten geluisterd naar de slimme oom die college geeft: over hoe je het best in te dekken tegen de gevolgen van een en ander.

Hoopt u ook zo, dat ze er nog wat op vinden? -: de vrijgemaakte wereld in vrije val, de ene na de andere organisatie verschiet van kleur, her en der vallen er gaten in de middagdiensten, de erediensten zijn overal anders, de grote leer over de enige echte ware kerk rekt haar leven in wat obscure brochures en artikelen, het stoerste jongetje van de klas verzeild in een diepe identiteitscrisis…

Gereformeerd Nederland staat er wat bij te kijken. Verbaasd: was het dan zó hol, zó uiterlijk? Juist niet verbaasd: hadden ze maar wat ‘bevindelijker’ moeten wezen, en ook die andere ‘doorgaande reformatie’ (die van het hart) wat meer ter hand moeten nemen. Bezorgd: wat blijft er van gereformeerd geloven over in Nederland? Juist niet bezorgd: het werd tijd ook, dat ideologieën vervangen werden door evangelie, en bekrompenheid door de ruimte van de Kerk.

Hoopt u ook zo, dat ze er nog wat op vinden? -: bij zoveel mensen de principes in vrije val, protestgedrag: ik moet niks!, scepsis, cynisme, de sloppenwijken van lauwheid, onverschilligheid en keihard materialisme, die ook in de gereformeerde wereld groeien achter de blinkende toeristen-hotels aan de kust.

Ze zongen het op Radio 3. En ook uit de kerk wordt het meegezongen:

Niet dat het me niet interesseert
Maar wat weet ik er nou van?
Soms dacht ik: Stel nou dat…?
En dat was het wel weer dan.

Het tijdsgevoel is diep doorgedrongen, zomaar tot onder je eigen huid: Nou en? Morgen zien we wel weer verder. Dom zijn en werk hebben, dat is het geluk. Tijd voor een cd’tje. Laat me slapen, Enter sandman.

Hoopt u ook zo, dat ze er nog wat op vinden? Ze. Want wij weten het niet zo goed meer. We redden ons wel, daar niet van. Maar de spirit, waar is die? We overleven als gereformeerde kerken, |4| maar we werven niet of nauwelijks. Uitzonderingen bevestigen de regel. Als we ons nog ergens voor inzetten is het iets christelijks en meestal ook iets praktisch: vluchtelingen, zieken, stervenden. Maar als iemand ons aanspreekt op ons gereformeerd zijn domineert de onzekerheid – of de geforceerde zekerheid.

Gereformeerd-zijn met een slecht geweten, wat moeten we er mee aan? Op zoek gaan? Allerlei andere tradities aanboren? Bij-tanken bij evangelisch enthousiasme? Voor sommigen zal het helpen. Anderen blijven evengoed met hun slechte geweten zitten. Midden onder een opwekkingslied kan het je bekruipen: wij zijn de mensen voor wie onze ouders, ons altijd waarschuwden. De pijn van de traditie-breuk zit diep. En wie zal er wat op vinden?

Niemand, als we niet heel eerlijk worden met elkaar. Want de breuk in de gereformeerde traditie zelf zit ook heel diep. Niemand weet meer wat ons als gereformeerde christenen werkelijk samenbindt en waar wij samen voor gaan. Natuurlijk zijn er nog mensen genoeg die roepen: de drie formulieren van eenheid binden ons samen, we gaan voor wat daar in staat. Maar vraag eens rond in de kerk: wat zijn dat eigenlijk, die drie formulieren van eenheid? De antwoorden zullen je de moed ontnemen om verder te vragen naar wat er in staat. Rond die oude belijdenissen vind je hoogstens een select gezelschap binnen de kerken. Zij laten overal van zich horen. Zo blijft de illusie in stand. In werkelijkheid verbindt ons iets anders met elkaar. Maar wat? Wat bindt ons als gereformeerden samen?

Hoopt u ook zo, dat ze dáár nog eens wat op vinden? Of denkt u juist hier: nou en? Nou en? Als wij maar christelijk gereformeerd kunnen blijven, of Nederlands gereformeerd, of vrijgemaakt. Als dat zo is, dan heeft het postmodern cynisme ons helemaal ingepakt. Vergeet het dan ook maar dat er nog iets te doen is aan het voortvretend materialisme, aan het verval van kerkelijke structuren, of dat we op ander terrein nog iets kunnen doen aan dat grote gevoel van: Nou en? Morgen zien we wel verder.

Wat bindt ons als gereformeerden samen. Daar zullen wij iets op moeten vinden. Als wij het niet doen, zal het ze nooit lukken. Of dat een nieuw formulier van eenheid zal opleveren? Dat zien we de volgende eeuw wel. Voorlopig is het net als in de reformatie-tijd: eerst het leven, dan de formuleringen.

Misschien denkt u:

Niet dat het me niet interesseert
Maar wat weet ik er nou van?

Denk nu eerst eens: stel nou dat…?
Dan komt er wet wat van.

Worden als de kinderen wil nog wel eens helpen.

Ik ga slapen, ik ben moe
sluit mijn beide oogjes toe.
Here, houd ook deze nacht
over ons getrouw de wacht.