Ik heb mijn ziel tot rust gebracht

Preek over Psalm 131

orde middagdienst
welkom
votum en groet
zingen: Psalm 8,1.3.4
gebed
Schriftlezing Psalm 131
preek over Psalm 131
luisteren: Psalm 131 (Sons of Korah)
huwelijksbevestiging Gerard en Thelma
zingen: Liedboek 415
gebed
zingen: Psalm 150 (berijming Liedboek)
zegen

Thelma, Gerard, familie en vrienden, beste mensen,

Dit hier in Artis is in deze buurt wel zo ongeveer de meest natuurlijke plaats om te trouwen voor jullie, Thelma en Gerard, geloof ik. Duiken in het IJ levert tenslotte niet de mooiste onderwaterpanorama’s op en de permanent opstijgende rook van de electriciteitscentrale heeft geen vulkanische oorsprong, gelukkig. Maar op weg hierheen had ik wel iets van: ja, dat klopt, dit is echt een plek waar dat gekke stel past dat me vorig jaar verleidde om toch maar eens Bill Brysons Een kleine geschiedenis van bijna alles te gaan kopen. Meer slachtoffers hier, die ook dat dikke boek toch maar…?

Het is ook een veelzeggende plek, denk ik. Kijk om je heen en je beseft: we zijn kleine mensen in een enorme wemelende wereld. Kijk even om de hoek in het planetarium en proef iets van de immense proporties van het uitdijend heelal waar wij een pietepeuterig speldeknopje in bewonen. Ga naar het aquarium en verwonder je over de onvoorstelbare veelkleurigheid van leven onder water, waar wij helemaal niet kunnen leven (of niet veel langer dan we onze adem kunnen inhouden met behulp van wat zuurstofflessen). Mocht je ooit al gedacht hebben dat deze aardbol een mooie voor mensen zoals wij gestoffeerde woning was, dat leer je wel af als hier iets van tot je doordringt. Het leert je bescheidenheid.

Dat was ook altijd al de bedoeling van deze tuin, geloof ik. Tenslotte is het in Nederland de dierentuin met de vreemdste naam. Als jochie van een jaar of drie, vier begreep ik al heel goed waarom de dierentuin in Rotterdam Blij-dorp heette, maar pas toen ik Latijn had geleerd begon ik iets te snappen van die gekke Amsterdammers. Natura artis magistra stond er boven het oude toegangshek van Artis. Artis middenin en bovenaan en dat werd dus de naam. Maar het betekent: De natuur is de leermeesteres voor de kunst, kunst in die heel brede oude zin van het woord: van beeldende kunst tot en met de kunde van de ambachtsman en de levenskunst van de wijze. Niet wij weten alles, wij leven in een grote wereld die ons onderwijst, leert. Waarin wij niet alles uitmaken, maar een eigen plek hebben, bescheiden.

Die bescheidenheid is belangrijk voor jullie, nietwaar? Die keren dat we elkaar gesproken hebben heb ik dat ook geproefd. Zo willen jullie in het leven staan, bescheiden. Sterker nog, het moest vanmiddag over nederigheid gaan, zeiden jullie. En dus zijn we niet alleen samen hier in Artis, maar lazen we net ook die oude psalm. Vanzelf loopt het in elkaar over, de bescheidenheid van kleine mensen die als pelgrims rondtrekken over onze aarde en dat: Heer, niet trots is mijn hart, niet hoogmoedig mijn blik, ik zoek niet wat te groot is voor mij en te hoog gegrepen. Nee, ik ben stil geworden. Stil, eerst maar eens stil om tot je door te laten dringen waar we eigenlijk wel niet zijn, hier op aarde.

Zelfs in de mensenproporties van de dierentuin blijft indrukwekkend duidelijk hoe onze werkelijkheid vele maten groter is dan wij. Nee, het draait allemaal niet om mij, niet om jou. We zijn zelfs niet ooit het centrum van alles geweest. De big bang is niet door mensen gemaakt. De dieren zijn niet ons vee, wat je ziet als je duikt is er niet voor jou. Een beetje vulkaan trekt zich niets van mensen aan. Wat een wonder dat jij er dan toch bent en al dat leven, al die kleuren, al die beweging kunt zien, mag meemaken… Nee, het draait niet allemaal om jou. Ook de andere mensen niet. Het is niet vanzelfsprekend dat anderen op jou afkomen en van jou gaan houden. Wat een wonder nog extra dus dat je elkaar mag tegenkomen, allebei net die ene uit zoveel, ontelbaar veel mensen, en dat er liefde groeit. Juist als je niet trots bent en niet op zoek naar grootse dingen vind je zomaar elkaar en vind je samen nog veel meer, mensen, dieren, dingen, kleuren, klanken, kunst, leven.

Als je dan toch stil bent, houd dat dan nog even vol, suggereert Psalm 131. Ik heb mijn ziel tot rust gebracht. Ook meer dan tweeduizend jaar geleden was dat al iets wat je echt even moest doen, jezelf tot rust brengen. Vandaag geldt dat misschien wel meer dan ooit. Amsterdam is nooit helemaal stil. Als je zelf stil bent hoor je de stad ademen en leven. Buiten haasten de mensen zich de vrijdagmiddag-file in. Er moet nog van alles. Misschien. Maar nu even niet. Breng jezelf eens even echt tot rust. Weet je nog? Als een kind op de arm van zijn moeder, toen je klein was en alles nieuw en mooi? Ik denk dan hier in Artis toch weer even aan Blijdorp, waar ik als klein ventje op de arm van mijn moeder naar de ijsberen keek. Ben er altijd een fan van die broeder beer door gebleven. Wat een kracht en een leven in zo’n dier. En dan toch gerust zijn, je veilig voelen, rustig zijn, je eigen plek hebben. Dat gevoel. Weet je nog?

Kan dat nog, dat gevoel, als je inmiddels volwassen bent? Tja, misschien wel nooit meer helemaal. Je wordt nooit meer kind als je het eenmaal niet meer bent. Als je moeder je heeft neergezet en is weg gegaan, gestorven misschien wel, is het nooit meer zo veilig. In de stilte komt zomaar ook de angst boven en de herinnering aan al die keren dat de wereld geen goede plaats was om te zijn. We weten iets, hoe weinig ook in West-Europa, van de vernietigende kracht van de natuur. Niet alleen vulkanen trekken zich niets van mensen aan, ook tsunami’s en aardbevingen niet. En zo vaak trekken ook mensen zich niets van andere mensen aan. Ze hebben van dat ene vogeltje geleerd om de insecten van hun wreedheid op een doornstruik te prikken, zodat ze een tijdje in leven blijven. En ze hebben van de sluipwesp geleerd om de eitjes van hun haat in hun slachtoffer te leggen, zodat die van binnen uit verteerd wordt. Natura artis magistra, leermeesteres ook van dat soort kunsten.

Kun je dan nog wel je ziel tot rust brengen? Laat ik er maar geen al te algemene uitspraken over doen. In ieder geval de dichter van deze psalm kon het. Hij zingt ervan. Wat is zijn geheim? Ik denk het eerste woord van zijn lied: Heer, en het laatste vers zo: Israël hoop op de Heer. Hij zingt voor zijn God. Hij vindt uiteindelijk rust bij de God van dit uitdijend heelal. Behalve alles wat je ziet en wat je meemaakt is er nog iemand, iemand die je roept, iemand die van je houdt, iemand die niet weg gaat en je niet in de steek laat. Laat zo’n psalm even in het geheel van de bijbel klinken en je kunt zelfs nog verder gaan. Er is zelfs iemand die ons opzoekt, die naast ons verschijnt als mens onder de mensen, Jezus Messias, en zijn arm om ons heen slaat.

Deze dichter hier zingt voor zijn God, die zo groot is dat hij heel dit veelkleurig, van leven krioelend uitdijend heelal voor zijn rekening neemt, en tegelijk zo klein dat hij jou, toevallige mens, kent en opzoekt en van jou houdt, bij zijn volk, Israël, wil hebben. Die God die zo machtig is, dat hij mensen echte vrijheid kan geven, zo goed en wijs, dat hij zelfs met het kwaad nog goede dingen kan doen, zo trouw, dat hij het volhoudt om van zijn schepping te houden tot in eeuwigheid. Als je dan toch nog stil bent, laat dat dan ook even tot je doordringen. Je mag er weer rustig van worden. Bij deze kleine

Mensengod mag je mens zijn, wat er ook gebeurd is en wat je ook gedaan hebt. Zin in je leven, daar is deze God goed in. Je krijgt het telkens weer van hem, niet maar voor even, maar voor altijd.

Daarom is het extra goed om vanmiddag hier in Artis even bij deze psalm stil te staan. Thelma en Gerard, jullie gaan samen verder na vandaag. Trots en hoogmoedig zie ik jullie niet snel worden. Maar ook jullie hebben geen idee waar je aan begint vandaag, geen idee wat er komt en hoe je leven verder zal gaan. Hoe kun je dan toch telkens weer jezelf en elkaar tot rust brengen? Ik zou met deze dichter willen zeggen: vul je eigen namen maar in in dat laatste vers. Thelma, hoop op de Heer, van nu aan tot in eeuwigheid. Gerard, hoop op de Heer, van nu aan tot in eeuwigheid. Wat er ook gebeurt, hij zal er voor jullie zijn als een eindeloze bron van zin in je leven. Wat die zin verpest, het kwaad, ook dat kwaad dat in jezelf huist, hij wil het voor je dragen en wegdoen. Wat die zin verpest, het lijden, ook dat lijden dat jullie overkomt, hij is daarin nabij in Jezus, zijn Zoon, die het lijden heeft uitgehouden en overwonnen. Hij geeft leven dat blijft. Het goede, ook in jullie huwelijk, is voor altijd. Het ware, ook in jullie omgang met elkaar, is voor altijd. Het mooie, ook in jullie zelf, het is voor altijd.

Dierentuinen als Artis zullen eens niet meer nodig zijn, maar niet omdat deze wereld verdwenen is, weggegooid als tenslotte iets waardeloos. Ze zullen eens niet meer nodig zijn omdat deze God eens heel onze werkelijkheid tot de zoveelste macht verheft en nog veel mooier en indrukwekkender maakt dan ze nu al is. Hij is de God van ons uitdijend heelal. Laat dat tenslotte ook maar even dit zeggen: als hij verantwoordelijk is voor zoiets, is hij echt de God van altijd meer dan je denkt, altijd groter, altijd verder, altijd beter, altijd meer vol liefde en trouw. Echt iemand om op te hopen van nu tot in eeuwigheid. Ga met hem, dan kom je goed terecht.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 13 juni 2008

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *