Eenentwintigste zaterdag door het jaar – Lauden

korte stilte

℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

eerste antifoon

Laat het volk van Sion juichen om zijn koning.

eerste psalm: Psalm 149 — De jubel van de heiligen
De kinderen van het nieuwe volk, de kerk, jubelen om Christus, hun koning (Hesychius).

Zing voor de HEER een nieuw lied,
roem hem te midden van zijn getrouwen.
Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,
het volk van Sion juichen om zijn koning.

Laten zij dansend zijn naam loven,
bij lier en tamboerijn voor hem zingen.
Ja, de HEER vindt vreugde in zijn volk,
hij kroont de vernederden met de zege.

Laten zijn getrouwen juichen in triomf,
nog jubelen als zij te ruste gaan,
met lofzang voor God uit hun kelen,
een tweesnijdend zwaard in hun hand.

De volken laten boeten,
de naties bestraffen,
hun koningen in boeien slaan,
hun leiders met ketenen binden,
het geschreven recht aan hen voltrekken:
dat is de glorie voor al zijn getrouwen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Laat het volk van Sion juichen om zijn koning.

tweede antifoon

Hoe groot zijn uw daden, HEER.

tweede psalm: Psalm 92 — Lofzang op God, onze Schepper
Voor de daden van de Eniggeborene wordt de lof verkondigd (Athanasius).

Het is goed de HEER te loven,
uw naam te bezingen, Allerhoogste,
in de morgen te getuigen van uw liefde
en in de nacht van uw trouw,

bij de klank van de tiensnarige harp
en bij het ruisend spel op de lier.
U verheugt mij, HEER, met uw daden,
ik juich om wat uw hand verricht.

Hoe groot zijn uw daden, HEER,
hoe peilloos diep uw gedachten.
Het dringt tot de dommen niet door
en dwazen kunnen het niet vatten:

dat de wettelozen als onkruid gedijen
en de onrechtvaardigen bloeien
alleen om te worden verdelgd, voor altijd.

U, HEER, bent eeuwig verheven,
maar uw vijanden, HEER,
uw vijanden gaan te gronde
en wie onrecht doen, worden verstrooid.

U geeft mij de kracht van een wilde stier,
met pure olie ben ik overgoten.
Mijn oog ziet op mijn aanvallers neer,
mijn oor hoort de angstkreet van mijn belagers.

De rechtvaardigen groeien op als een palm,
als een ceder van de Libanon rijzen zij omhoog.
Ze staan geplant in het huis van de HEER,
in de voorhoven van onze God groeien zij op.

Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn
en blijven krachtig en fris.
Zo getuigen zij dat de HEER recht doet,
mijn rots, in wie geen onrecht is.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Hoe groot zijn uw daden, HEER.

derde antifoon

De rechtvaardige verblijdt zich in de HEER
en zoekt bij hem zijn toevlucht.

derde psalm: Psalm 64 — Gebed tegen vijanden
In deze psalm wordt vooral het lijden van de Heer bezongen (Augustinus).

Hoor mijn stem, God, hoor mijn klacht,
behoed mij voor de dreiging van de vijand,
verberg mij voor die misdadige bende,
voor die meute van boosdoeners.

Ze scherpen hun tong als een mes,
ze richten hun pijl, een giftig woord,
uit verborgen hoeken schieten ze op een onschuldige,
ze schieten onverhoeds, voor niemand bang.

Ze wapenen zich met kwade woorden,
overwegen het zetten van een val,
en zeggen: ‘Wie zou het zien?’
Ze zinnen op misdaden en denken:
‘We lijken onschuldig, zo verborgen is ons plan.
– Diep als een afgrond is het hart van de mens.’

Dan schiet God zijn pijl op hen af,
onverhoeds worden ze zwaar verwond,
hun eigen tong heeft hen ten val gebracht,
wie hen ziet, schudt verbijsterd het hoofd.

De mensen zijn van ontzag vervuld
en roemen wat God heeft gedaan,
zij beseffen dat het zijn werk is.
De rechtvaardige verblijdt zich in de HEER
en zoekt bij hem zijn toevlucht.
Wie oprecht van hart is, prijst zich gelukkig.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

De rechtvaardige verblijdt zich in de HEER
en zoekt bij hem zijn toevlucht.

vierde antifoon

Nu juicht mijn hart dankzij de HEER,
hij vernedert diep en heft hoog op.

vierde psalm: 1 Samuel 2:1-10 — De Heer verheft de geringen
Heersers stoot hij van hun troon, maar wie gering is geeft hij aanzien. Wie honger heeft overlaadt hij met gaven (Luc. 1:52-53).

Nu juicht mijn hart dankzij de HEER,
fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER,
mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden,
want dankzij uw hulp beleef ik vreugde.
Geen is er heilig als de HEER,
er is geen andere god dan u,
geen rots is er als onze God.
Gebruik toch geen grote woorden,
blaas niet zo hoog van de toren,
want de HEER is een alwetende God:
door hem worden onze daden gewogen.

De boog van de helden is gebroken,
en wie wankelen weten zich gesterkt.
Die genoeg hadden, verkopen zich voor brood,
en wie hongerden zijn verzadigd.
De onvruchtbare baart zeven zonen,
en wie veel kinderen heeft, verwelkt.
De HEER doet sterven en doet leven,
zendt naar het dodenrijk en leidt eruit omhoog.
De HEER maakt arm en hij maakt rijk,
vernedert diep en heft hoog op.
Hij verheft uit het stof wie berooid is,
uit het vuil tilt hij op wie alles ontbeert.
Hij laat hen wonen bij hooggeplaatsten,
hij houdt een ereplaats voor hen vrij.
Van de HEER zijn de pijlers der aarde
waarop hij de wereld heeft vastgezet.

Die hem trouw zijn, behoedt hij op hun pad,
maar de zondaars komen om in het duister.
Ontoereikend is de menselijke kracht:
wie het opneemt tegen de HEER wordt gebroken,
vanuit de hemel dondert hij hun toe.
De HEER spreekt recht over heel de aarde,
hij geeft macht aan de koning die hij kiest
en verhoogt het aanzien van zijn gezalfde.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vierde antifoon

Nu juicht mijn hart dankzij de HEER,
hij vernedert diep en heft hoog op.

vijfde antifoon

Alles wat adem heeft, loof de HEER.

vijfde psalm: Psalm 150 — Looft de Heer
Zingt Gods lof met uw geest, maar ook met uw verstand; dat betekent: verheerlijkt God met uw ziel en met uw lichaam (Hesychius).

Loof God in zijn heilige woning,
loof hem in zijn machtig gewelf,
loof hem om zijn krachtige daden,
loof hem om zijn oneindige grootheid.

Loof hem met hoorngeschal,
loof hem met harp en lier,
loof hem met dans en tamboerijn,
loof hem met snaren en fluit.

Loof hem met klinkende bekkens,
loof hem met slaande cimbalen.
Alles wat adem heeft, loof de HEER.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vijfde antifoon

Alles wat adem heeft, loof de HEER.

kapittel: Romeinen 13:12-13

De nacht loopt ten einde, de dag nadert al. Laten we ons daarom ontdoen van de praktijken van de duisternis en ons omgorden met de wapens van het licht. Laten we daarom zo eerzaam leven als past bij de dag.

hymne: Aurora jam spargit polum

Het morgenrood straalt wijd en zijd,
de dag breekt aan in heerlijkheid,
het nachtelijke duister zwicht
voor de victorie van het licht.

Het drijft de dromen op de vlucht,
bevrijdt de ziel die klaagt en zucht,
en al de schuld en schrik der nacht
wordt smadelijk ten val gebracht.

Opdat de morgen waar wij thans
om smeken, komt met volle glans,
en dat het oog in glorie ziet
wat wij verwachten in ons lied.

Aan God de Vader zij altijd,
aan God de Zoon de lof gewijd,
aan God de Geest: de ene Heer
zij eeuwig alle lof en eer.

vers

℣ Vervul ons in de morgen met uw liefde,
℟ laat ons van blijdschap juichen, al onze dagen.

antifoon bij de lofzang

Verschijn, o Heer, aan allen die leven in duisternis,
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.

lofzang van Zacharias

Geprezen zij de Heer, de God van Israël,
hij heeft zich om zijn volk bekommerd en het verlost.
Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt
uit het huis van David, zijn dienaar,
zoals hij van oudsher heeft beloofd bij monde van zijn heilige profeten:
bevrijd zouden we worden van onze vijanden,
gered uit de greep van allen die ons haten.
Zo toont hij zich barmhartig jegens onze voorouders
en herinnert hij zich zijn heilig verbond:
de eed die hij gezworen had aan Abraham, onze vader,
dat wij, ontkomen aan onze vijanden,
hem zonder angst zouden dienen, toegewijd en oprecht,
altijd levend in zijn nabijheid. —

En jij, kind, jij zult genoemd worden: profeet van de Allerhoogste,
want voor de Heer zul je uit gaan om de weg voor hem gereed te maken,
en om zijn volk bekend te maken met hun redding
door de vergeving van hun zonden.
Dankzij de liefdevolle barmhartigheid van onze God
zal het stralende licht uit de hemel over ons opgaan
en verschijnen aan allen die leven in duisternis
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede. —

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

antifoon bij de lofzang

Verschijn, o Heer, aan allen die leven in duisternis,
en verkeren in de schaduw van de dood,
zodat we onze voeten kunnen zetten op de weg van de vrede.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Heer, wij bidden u: verlicht ons hart door de luister van uw opstanding, zodat wij bevrijd worden van duisternis en dood en opgaan naar de hemelse heerlijkheid. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.