Eenentwintigste zaterdag door het jaar – Vespers

korte stilte

℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

eerste antifoon

Geprezen zij de HEER, mijn beschermer, mijn vesting.

eerste psalm: Psalm 144:1-8 — Gebed om overwinning en vrede
Zijn handen waren geoefend voor de strijd toen hij de wereld overwon, want, zei hij, ‘ik heb de wereld overwonnen’ (Hilarius).

Geprezen zij de HEER, mijn rots,
die mijn handen oefent voor de strijd,
die mijn vingers schoolt voor het gevecht,
mijn beschermer, mijn vesting,
de burcht die mij veiligheid biedt,
het schild waarachter ik schuil,
hij die volken aan mij onderwerpt.

HEER, wat is de mens dat u om hem geeft,
de sterveling dat u aan hem denkt?
Een mens is vluchtig als een ademtocht,
zijn dagen glijden als een schaduw weg.

HEER, schuif uw hemel open en daal af,
raak de bergen aan zodat ze roken.
Werp uw bliksem, sla de volken uiteen,
schiet uw pijlen en verdrijf hen.

Reik mij uw hand van omhoog,
bevrijd mij, ontruk mij aan de woeste wateren,
aan de greep van vreemdelingen
die leugens spreken met hun mond,
bedrog verbergen in hun handen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Geprezen zij de HEER, mijn beschermer, mijn vesting.

tweede antifoon

Gelukkig het volk dat de HEER als God heeft.

tweede psalm: Psalm 144:9-15 — Gebed om overwinning en vrede
Zijn handen waren geoefend voor de strijd toen hij de wereld overwon, want, zei hij, ‘ik heb de wereld overwonnen’ (Hilarius).

Ik wil een nieuw lied voor u zingen, God,
voor u spelen op de tiensnarige harp,
want u brengt koningen redding,
u hebt David, uw dienaar, bevrijd.

Bevrijd ook mij van het moordende zwaard,
ontruk mij aan de greep van vreemdelingen
die leugens spreken met hun mond,
bedrog verbergen in hun handen.

Onze zonen zijn als jonge planten,
in hun jeugd met liefde verzorgd,
onze dochters als de hoekzuilen
van een paleis, zo sierlijk gesneden,

onze schuren gevuld,
van voorraad en voedsel voorzien,
onze schapen en geiten, met duizenden,
met tienduizenden op onze velden,
onze kudden doorvoed,

geen inval, geen uittocht,
geen weeklacht op onze pleinen.
Gelukkig het volk dat zo mag leven,
gelukkig het volk dat de HEER als God heeft.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Gelukkig het volk dat de HEER als God heeft.

derde antifoon

Groot is de HEER, hem komt alle lof toe,
zijn grootheid is niet te doorgronden.

derde psalm: Psalm 145:1-7 — Loflied op de majesteit van God
Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was (Openb. 16:5).

U, mijn God en koning, wil ik roemen,
uw naam prijzen tot in eeuwigheid.
Elke dag opnieuw wil ik u prijzen,
uw naam loven tot in eeuwigheid:
‘Groot is de HEER, hem komt alle lof toe,
zijn grootheid is niet te doorgronden.’

Laat geslacht na geslacht van uw schepping verhalen,
uw machtige daden verkondigen.
Laten zij spreken over de glorie van uw majesteit,
ook ik wil uw wonderen bekendmaken.

Laten zij getuigen van uw geduchte daden,
ook ik wil van uw grootheid vertellen.
Laten zij de roem van uw goedheid verbreiden,
uw gerechtigheid luid bezingen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

Groot is de HEER, hem komt alle lof toe,
zijn grootheid is niet te doorgronden.

vierde antifoon

Goed is de HEER voor alles en allen,
hij ontfermt zich over heel zijn schepping.

vierde psalm: Psalm 145:8-13a — Loflied op de majesteit van God
Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was (Openb. 16:5).

‘Genadig en liefdevol is de HEER,
hij blijft geduldig en groot is zijn trouw.
Goed is de HEER voor alles en allen,
hij ontfermt zich over heel zijn schepping.’

Laten al uw schepselen u loven, HEER,
en uw getrouwen u prijzen.
Laten zij getuigen van de luister van uw koningschap,
spreken over uw machtige werken,

aan de stervelingen uw machtige daden verkondigen,
de glorie en de glans van uw koningschap:
‘Uw koningschap omspant de eeuwen,
uw heerschappij omvat alle geslachten.’

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vierde antifoon

Goed is de HEER voor alles en allen,
hij ontfermt zich over heel zijn schepping.

vijfde antifoon

Betrouwbaar is de HEER in alles wat hij zegt,
heel zijn schepping blijft hij trouw.

vijfde psalm: Psalm 145:13b-21 — Loflied op de majesteit van God
Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was (Openb. 16:5).

‘Betrouwbaar is de HEER in alles wat hij zegt,
heel zijn schepping blijft hij trouw.
Een steun is de HEER voor wie is gevallen,
wie gebukt gaat richt hij op.
Allen zien hoopvol naar u uit,
u geeft voedsel, op de juiste tijd.
Gul is uw hand geopend,
u vervult het verlangen van alles wat leeft.

Rechtvaardig is de HEER in alles wat hij doet,
zijn schepselen blijft hij trouw.
Allen die hem aanroepen is de HEER nabij,
die hem roepen in vast vertrouwen.

Hij vervult het verlangen van wie hem eren,
hij hoort hun klacht en komt te hulp.
De HEER waakt over wie hem liefhebben,
maar wie hem afwijzen, vaagt hij weg.’
Laat zó mijn mond de lof spreken van de HEER,
en alles wat leeft zijn heilige naam prijzen,
tot in eeuwigheid.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vijfde antifoon

Betrouwbaar is de HEER in alles wat hij zegt,
heel zijn schepping blijft hij trouw.

kapittel: Romeinen 11:33

Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen.

hymne: Iam sol recedit igneus

O zalig licht, Drievuldigheid
die één in hart en wezen zijt,
de grote zon verzinkt in nacht,
o licht, houd in ons hart de wacht.

U loven we in de dageraad,
u smeken wij des avonds laat,
geef dat ons lied uw lof verspreidt
van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Tot Vader, Zoon stijgt ons gezang,
tot beider Geest, gelijk in rang,
één God, één macht te allen tijd:
bescherm ons thans, Drievuldigheid.

vers

℣ Laat ons avondgebed, Heer, tot u opstijgen.
℟ En laat uw barmhartigheid, Heer, op ons neerdalen.

antifoon bij de lofzang

God heeft zich het lot van Israël, zijn dienaar, aangetrokken,
zoals hij beloofde aan Abraham en zijn nageslacht tot in eeuwigheid.

lofzang van Maria

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert. —

Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen. —

Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid. —

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

antifoon bij de lofzang

God heeft zich het lot van Israël, zijn dienaar, aangetrokken,
zoals hij beloofde aan Abraham en zijn nageslacht tot in eeuwigheid.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Wij zijn het volk van God, tot zijn erfdeel gekozen. Hij helpt en beschermt ons om ons gelukkig te maken. Zijn liefde indachtig bidden wij dankbaar: Heer, op u hopen wij.
God, onze Vader, wij bidden u voor uw dienaren, de ambtsdragers van de gemeenten: sta hen bij en schenk hun uw leiding.
Wij bidden u voor de zieken en voor allen die lijden: sterk hen door het kruis en de opstanding van uw Zoon.
Wij bidden u voor vluchtelingen en daklozen: laat hen een goed tehuis vinden.
Wij bidden u om zegen voor de vruchten der aarde; geef ieder mens zijn dagelijks brood.
Behoed ons volk voor alle kwaad, en laat het in vrede en voorspoed leven.
Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.