Van buiten naar binnen naar buiten

Preek over Efeziërs 3:16-17

orde middagdienst
vóór de dienst luisteren: Die mij droeg, nr. 15
welkom
votum en groet
zingen: Psalm 67,1.3
gebed
zingen: Psalm 87,2.4.5
Schriftlezing Efeziërs 3:14-21
preek over Efeziërs 3:16-17
zingen: Liedboek 95
avondmaalsformulier V
zingen: NGK 127
avondmaalsviering
aan tafel luisteren: I am the true vine (Arvo Pärt)
gebed
mededelingen
zingen: Liedboek 481
zegen
na de dienst luisteren: Die mij droeg, nr. 16

Eén van de mooie dingen van het avondmaal vind ik altijd dat je gewoon kunt zien waar het om gaat. Het brood staat voor Jezus zelf, zijn lichaam. De beker staat voor alles wat Hij heeft bereikt en waar we blij mee zijn. Het brood delen we, de beker heffen we en laten ’m rondgaan, en iedereen aan tafel krijgt ervan en eet en drinkt. En zo als we het brood ontvangen en eten en het in ons opnemen, zo willen we Jezus zelf ontvangen en tot ons nemen en in ons opnemen, helemaal toe-eigenen, helemaal van mij maken. En zoals we de beker ontvangen en drinken en de wijn in ons opnemen als een verkwikkende drank, zo willen we van binnen uit blij zijn met wat Jezus allemaal voor ons gedaan heeft. Ik zeg dat nu met nogal wat woorden, maar straks kun je het gewoon zien.

Als je er dan nog even extra over doordenkt is het de moeite die parallel met eten en drinken nog iets verder door te trekken. Eten en drinken komt eerst van buiten naar binnen. Het ligt eerst op je bord of zit in je beker, buiten je. Maar als je het dan opeet en opdrinkt blijft het niet in je maag zitten, maar wordt het binnen in je verwerkt en gaat het ook zelf werken. Je merkt dat al snel met de alcohol in dranken; die heeft invloed op je. Maar je merkt het ook met ander voedsel: als je hard gewerkt hebt en dan goed gegeten dan knap je daar van op, dan kun je er weer tegenaan. Laat ik het zo zeggen: eerst komt je eten en drinken van buiten naar binnen, maar als het eenmaal binnen is, dan gaat het van binnen naar buiten werken, dan is er weer energie om iets te doen, levenslust.

Dat is nu ook de bedoeling van wat God ons in de Here Jezus allemaal geeft. Het komt eerst van buiten naar binnen. Wat Jezus gedaan heeft in zijn leven en sterven is buiten ons zonder ons gebeurd voor ons. Maar als wij het aannemen, net als straks zo’n stukje brood, en het ons eigen maken, dan gaat het van binnen naar buiten in ons werken. Tenminste, dat is de bedoeling. Bij eten en drinken gaat dat onwillekeurig: de voedingsstoffen verspreiden zich door ons lichaam of we dat nu willen of niet. Maar bij wat God ons in Jezus geeft gaat dat niet onwillekeurig. Nu gaat het niet om stoffen, maar om liefde en vertrouwen, en die kunnen niet onwillekeurig werken, of we dat nu willen of niet. Toch is het nog steeds bedoeling dat wat God geeft als het eenmaal is aangenomen, ingenomen zou ik haast zeggen, van binnen naar buiten gaat werken.

Paulus schrijft ook daarover in Efeziërs 3. Hij bidt dat de Efeziërs in hun innerlijk wezen kracht en sterkte geschonken wordt door Gods Geest. In hun innerlijk wezen, laten we zeggen: binnen in hun zelf. Die Geest hadden ze ontvangen toen ze het evangelie van Jezus aannamen. Nietwaar, als je met God gaat leven komt zijn Geest in je werken en komen zo Vader en Zoon bij je binnen. Maar dan begint het pas, nietwaar? Paulus bidt om kracht en sterkte van de Geest om het mogelijk te maken dat Christus door hun geloof gaat wonen in hun hart. Wonen dat doe je in een ruimte die voor jou is, waar jij bepaalt wat er gebeurt. Het gaat er dus om dat door geloof, door vertrouwen, door leven met God, met Christus, ons hart wordt tot een ruimte die van Christus is. Als dat zo is, als Jezus in jouw hart de belangrijkste is, dan blijkt dat nog weer verder naar buiten in leven in liefde. Geworteld en gegrondvest blijven in de liefde, dat wil zeggen dat je leven een vaste plek heeft in de praktijk van liefhebben. Het gaat hier om liefde met daden, niet om liefde in gevoelens.

Als je nog eens kijkt kun je zien dat het hier ook van buiten naar binnen en dan van binnen naar buiten werkt, allemaal. Eerst komt de heilige Geest van buiten naar ‘binnen’, in je innerlijk wezen, de mens van binnen, onbepaald. Maar gaat hij aan het werk, steeds verder naar buiten toe. Hij geeft binnen eerst kracht en sterkte om iets aan je hart te doen. En je hart is dan de aanduiding voor waar je je plannen maakt, waar je uitwerkt wat je gaat doen, waar je energie in steekt. Dat zeg maar besturingscentrum van mensen, dat moet nu een woning van Christus worden, waar Hij bepaalt wat er gebeurt.

Nou, we weten best dat daar inderdaad behoorlijk wat kracht voor nodig is. Paulus bidt dit niet voor niets. In ons hart maken we over het algemeen het liefst zelf de dienst uit, en we geven maar schoorvoetend toe, telkens een stukje als Jezus ons te sterk wordt. In dat beeld van een woning krijg je dan dat we Jezus best een kamer gunnen, of twee, misschien zelfs wel een luxe logeer-etage, maar het blijft ons huis. En de plannen voor vrijdagavond, of voor de vakantie, of voor hoeveel tijd we nemen om elkaar te bezoeken of te zorgen, die houden we dan voor onszelf.

Dat is dus niet de bedoeling. De heilige Geest die van buiten naar binnen komt met kracht en sterkte, wil ook van binnen naar buiten gaan werken: je hart veroveren en je leven tot een leven in liefde maken. De liefde van Jezus, liefde in daden tot aan het kruis, laat de Geest zo tot ons doordringen dat we er door geraakt worden en zelf ook leren liefhebben. Geef hem, geef haar daar dan ook de ruimte voor, bewust. Let er op: vertrouwen groeit als je op vertrouwen let en liefde groeit als je op liefde let. Bid zelf ook om die kracht en sterkte van de heilige Geest. Bidden is de beste manier om je Gods gaven eigen te maken. Zoals je eten en drinken tot je neemt en helemaal in je opneemt, zoals dat van binnen uit je hele lichaam voedt, versterkt en onderhoudt, zo wil Jezus, die we straks eten en drinken, ons hele leven van binnen uit voeden, versterken en onderhouden.

Het is de moeite waard. Hoe meer wat God in Jezus en in zijn Geest van buiten naar binnen geeft inderdaad van binnen naar buiten kan werken, des te meer zal het echt je doen en laten bereiken. Van je hart ook naar je hoofd en handen. En samen kunnen we dan iets ontdekken van de dimensies van de liefde van Christus. De grens van het van binnen naar buiten is pas bereikt als we zullen overstromen van Gods volkomenheid. Denk er maar aan, zo meteen, als je het brood en de wijn proeft, en kauwt en doorslikt: zo wil Jezus in jou doorwerken en zich in jou uitwerken, van binnen naar buiten. Neem dan, en eet en drink, gedenk en geloof. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 11 mei 2008

eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 11 juli 2004

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *