Mijn ziel maakt groot de Heer (Magnificat-dienst)

Preek over Lucas 1:46-55

orde middagdienst
kamerkoor
votum en groet
zingen: Psalm 9,1.5-8
gebed
Schriftlezing Lucas 1:26-38 (NBV)
zingen: God stuurde op zijn tijd
Schriftlezing Lucas 1:39-45 (NBV)
zingen: Psalm 33,1.2
preek over Lucas 1:46-55 (gezongen WBV)
preek deel 1
kamerkoor
preek deel 2
zingen: NGK 47
zingen: NGK 179a (beurtzang)
gebed (gezongen Onze Vader)
inzameling gaven
zingen: Psalm 146
zegen
kamerkoor

Het was dus echt waar. Echt helemaal waar. En nu al waar. Nog veel meer dan ze al geloofde, dan ze al voelde. Een paar dagen had ze gelopen, en onder het lopen dat vreemde gesprek steeds weer herbeleefd en overdacht. Die man die daar bij haar binnen was gestapt en meteen met de deur in huis gevallen: ‘Gegroet, Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Was me dat schrikken. Maar ieder woord verder stond in haar geheugen geëtst. Ze was geroepen om moeder te worden van de Zoon van de Allerhoogste. De troon van zijn vader David, koning over het volk van Jakob, geen einde, de kracht van de Allerhoogste over haar. ‘Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Dat had ze gezegd. Het was de reflex van haar geloof geweest: De Heer wil ik dienen.

Toen ze weer alleen was waren de woorden terug gekomen, één voor één. Zij, Maria, alleen maar uitgehuwelijkt aan Jozef, een afstammeling van David, maar zonder troon. Zij, Maria, een vrouw uit Israël, een dochter van Jakob, die iedereen over het hoofd zou zien. Zij, Maria, een mens, dochter van Eva. En dan zulke woorden: Zoon van de Allerhoogste, koning over het volk van Jakob, de troon van David. Veel, groot en onvoorstelbaar. En toch waren al die woorden gezegd. En waarom zou het ook niet gebeuren? God is groot. Voor Hem is niets onmogelijk. Ze had de vingerwijzing van de man gevolgd: naar Elisabet was ze gegaan, een paar dagen lopen. Ze had gedacht aan al die andere woorden van God en er was een psalm gegroeid in haar hart.

En nu werd ze zo begroet door Elisabet. Ieder woord bevestigde de woorden van de man, van die boodschapper. Terwijl ze van niets kon weten. Het was dus echt helemaal waar. En meer nog. Het was dus nu al waar: gezegend de vrucht van je schoot. Moeder van mijn Heer ben je. Je zult zwanger worden, had die boodschapper gezegd. Je bent zwanger is hier de boodschap van Elisabet. Het is allemaal al aan het gebeuren! En Maria antwoordt met de psalm die in haar hart gegroeid was.

Te vroeg voor een zwangerschapstest. Te vroeg zelfs maar om serieus over tijd te zijn. De God die haar geroepen heeft: Maria, je zult zwanger worden, de God die haar heeft laten zeggen: Maria, het zal mijn Zoon zijn, die God laat haar hier zeggen: Maria, je bent zwanger, en het is mijn Zoon. Het is allemaal al aan het gebeuren! Voor God is niets onmogelijk. En God bevestigt zijn woorden nog eens extra voor haar ogen: de profetes is een oude vrouw, na de overgang, en toch zes maanden ver. Het woord van de Here is waarachtig. God is getrouw in wat Hij doet. Maria staat er midden in. En ze zingt er van: het is echt helemaal waar! Het is al aan het gebeuren!

Dat stempelt haar lied, haar eigen psalm. Nu is ze er volstrekt zeker van dat de woorden van de Heer tot het laatst toe in vervulling zullen gaan. Dat is zo zeker alsof het al gebeurd is. En zo zingt ze dan ook. Grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan. Te vroeg voor een zwangerschapstest. Te vroeg zelfs maar om serieus over tijd te zijn. Maar niet te vroeg om te zingen alsof het kind al geboren is, alsof Hij al koning is, alsof alles al is volbracht. Als Gods woorden zó sterk zijn als ze nu al ziet gebeuren, dan komt de rest ook. Wat God begonnen is zal voltooid worden, want voor God is niets onmogelijk.

Laten we nog eens terug luisteren naar wat de engel gezegd had. Het is al aan het gebeuren, hier, een paar dagen verder. En denk er maar aan, als de woorden weer klinken: het is nog aan het gebeuren. We staan er midden in, ook als christenen van de 21e eeuw. Een groot man, Zoon van de Allerhoogste, koning op Davids troon, koning over het huis van Jakob tot in de eeuwen der eeuwen. Zijn naam is Jezus.

 

Evangeliemotet

 

Maar is dat wel waar? Echt helemaal waar? En nu al waar? Staan wij daar echt midden in? Is dát werkelijk aan het gebeuren, met de onoverwinnelijke kracht van Gods Woord zelf? Deze zal groot zijn – maar waar is Hij? De Zoon van de Hoogste, die barmhartig is, van geslacht op geslacht voor al wie hem vereert – maar het leven is hard. Waar toont Hij zijn macht? Daar zitten de heersers, de dictators, hoe ze ook heten mogen. Als ze al van hun troon gestoten worden, dan om opgevolgd te worden door een soortgenoot. De troon van David — waar staat die? Wie honger heeft… ja, maar er komt zelfs geen bijdrage van Davids Zoon en Heer op giro 555. Ontij heerst in het rond. Koning over het huis van Jakob tot in de eeuwen toe — maar kon Hij zich nu echt niet wat beter zijn barmhartigheid herinneren jegens Abraham en zijn nageslacht, zelfs niet bij pogroms en gaskamers?

Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan. Dat is het geheim van Maria. Haar geloof wordt bevestigd in de ontmoeting met Elisabet: het is al aan het gebeuren! Te vroeg voor een zwangerschapstest. Te vroeg zelfs maar om serieus over tijd te zijn. En toch. De vingerwijzing van de engel bevestigde alles wat ze al geloofde. Als dan Gods woorden zó sterk zijn als ze nu al ziet gebeuren, dan komt de rest ook.

Als wij nu eens de vingerwijzing van Elisabet volgen, hoe staat het dan? Wat is dat geworden met die vrucht van Maria’s schoot? Barmhartig was Hij, van geslacht op geslacht: láát die kinderen tot Mij komen. Hij toonde zijn macht en de kracht van zijn arm: genezende en goed doende. Wie zich verheven waanden dreef Hij uiteen: Farizeeën, schriftgeleerden, koningen en stadhouders, ze weten niet wat ze met Hem aan moeten. Als het stof is opgetrokken rond zijn leven is Jeruzalem verwoest en ligt het Romeinse rijk in puin. Van Herodes, van Pontius Pilatus zou niemand meer iets weten zonder de bijbel. Maar denk aan al die gewone mensen die nu, dankzij datzelfde evangelie, iedereen kent. Kijk maar, geringen krijgen aanzien, zieken worden opgericht, mensen die gebukt gaan onder schuldgevoel en angst, ze mogen bevrijd verder gaan. Kijk maar, hongerigen worden gevoed, vijfduizend hier, zevenduizend daar, en zie die rijke weg gaan, met lege handen. Niemand heeft zich meer het lot van Israël aangetrokken dan deze Zoon van Maria, barmhartigheid, genade en goedheid waren zijn leven. Kijk maar in de evangeliën: het is al bezig te gebeuren!

Maar kijk dan ook goed. Barmhartig is Hij. Hij is gekomen om te dienen, om te geven, om te lijden. Koning over het huis van Jakob is Hij: het staat voor altijd geschreven op zijn kruis: Jezus de Nazarener, koning van de Joden. De troon van David rust op recht en gerechtigheid, op liefde en vrede. Dit is de Koning die het kwade overwint door het goede. Dit is de Zoon van God die mens wil zijn, echt mens, zonder de voordelen van zijn Zoon van God zijn. Nee, Hij maakt geen brood uit stenen voor zichzelf, nee, Hij springt niet van de tempel voor zichzelf, nee, Hij wil niet heersen zonder lijden. Hij trekt zich het lot van Israël zo aan dat Hij zich helemaal identificeert met Abraham en zijn nageslacht. Ons lot is zijn keus: de Zoon van de Allerhoogste komt op aarde en wordt opgehangen, vervloekt en weggedaan. Wie bij Hem hoort mag leven in de eeuwen der eeuwen. Daar staan wij midden in, omdat Hij midden tussen ons wilde komen staan.

Nee, dat wat er aan het gebeuren is, is nog niet helemaal klaar. We leven nog in advent, in verwachting. Maar laten we leren van Maria. Te vroeg voor een zwangerschapstest. Te vroeg zelfs om serieus over tijd te zijn. En toch deze psalm. Wie gelooft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan mag gelukkig zijn. Die mag hier al zijn barmhartigheid proeven, zijn bescherming, zijn trouw, zijn nabijheid in lijden en pijn. Als Gods woorden zó sterk zijn als we nu al zien gebeuren, dan komt de rest ook. De Zoon van de Allerhoogste, de Koning over het huis van Jakob, Davids Zoon en Heer, Hij is gekomen. En de handen van de koning zijn helende handen, de woorden van de koning zijn woorden van vergeving, van medelijden, van barmhartigheid. Ze zijn bestemd voor iedereen die ze horen wil. Wie ze aanneemt zal het merken: Hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid. Aan zijn koningschap zal geen einde zijn. Zijn naam is Jezus.

Eer aan de Vader en aan de Zoon, en aan de Heilige Geest, zoals het was in het begin en nu en altijd, en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 22 december 2002 (Magnificat-dienst met het Gereformeerd Kamerkoor Amersfoort)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *