Willen wat God wil

Preek over 1 Timoteüs 2:3-4

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Opwekking 481
zingen: Psalm 81,1.7-9 (berijming Liedboek)
gebod
zingen: NGK 156
gebed
Schriftlezing Handelingen 10:34-48
zingen: NGK 167
Schriftlezing 1 Timoteüs 2:1-7
zingen: Psalm 103,1-3
preek over 1 Timoteüs 2:3-4
tussenzang Opwekking 54
zingen: Liedboek 168
gebed
inzameling van gaven
zingen: Liedboek 249
zegen

De bijbel is een dik boek, je kunt hem op veel plaatsen open doen om te lezen en te overdenken. Dat we het vanmorgen juist op deze twee plaatsen gedaan hebben heeft twee redenen. De eerste reden is dat twee organisaties die zich wijden aan evangelisatie alle kerken hebben gevraagd vandaag te bidden voor hun werk. Het werkseizoen begint weer voor Evangelisatie & Recreatie. En ook allerlei andere activiteiten in steden en dorpen zullen weer gaan lopen, activiteiten die vaak mede vanuit het centrum voor evangelisatieondersteuning in Zwolle worden gesteund. Ook hier hopen we in augustus weer kinder-vakantie-bijbelweek te houden in Loenen en Baambrugge. Het is goed om al dat werk, dat nu nog op stapel staat, straks aan God op te dragen, samen met de andere kerken van ons kerkverband. Het is ook goed om daar de komende week mee bezig te blijven. Daarom is het lees- en gebedsrooster uitgedeeld dat die organisaties voor ons gemaakt hebben. Doe vooral iets met die service. Gebruik het samen en praat er met elkaar over.

Maar we hebben hier in onze gemeente ook nog een tweede reden. Morgenavond gaan we verder praten, nu niet alleen over wat voor gemeente we willen zijn en op welke doelen we ons samen willen richten, maar ook over wat we dan willen gaan doen, over hoe we die doelen willen bereiken. En één van die doelen is dat we als levende gemeente Gods goede boodschap ook willen delen met anderen, ze willen uitnodigen en erbij betrekken. Evangelisatie dus, als iets dat wij willen doen. Daarmee komt het al flink wat dichter bij. We hebben intussen geleerd dat we, om zo te zeggen, als gemeente zelf een evangelisatie-team zijn. En we gaan nog eens rustig verder praten over hoe we dat dan gaan aanpakken.

Maar vooraf wil ik dat vanmorgen eens helemaal dichtbij halen. Ik had het net over evangelisatie als iets wat wij willen doen. Wat willen wij dan doen? Wat doe je als je evangeliseert? Nou, als je gewoon kijkt naar wat er gebeurt, zo’n team van E&R, wat doen die? Ze organiseren een activiteit, een spel, een discussie, een bijeenkomst met zingen en een verhaal en iets leuks, en dan proberen ze mensen iets te vertellen over God, met hen in gesprek te komen over Jezus. En dat laatste is waar het om gaat, nietwaar? Wat er allemaal georganiseerd wordt, dat is, zeg maar, recreatie, maar evangelisatie is dat er contact gelegd wordt met mensen om hen te vertellen over God, over Jezus. Evangelisatie is dat jij met iemand praat die nog niet gelooft en dat het dan gaat over God en over Jezus.

Goed, houd dat even vast. Dat is waar het echt om gaat. Allerlei dingen die je daaromheen organiseert zijn leuk en belangrijk. We kunnen hier ook best wat organiseren, een kring of een cursus of zo. Maar waar het steeds op aankomt is dat jij, dat ik, dat wij praten met mensen die nog niet geloven en dat het dan gaat over God en over Jezus en zo. Als evangelisatie iets is dat wij willen doen, dan betekent dat, dat wij contact willen leggen met mensen die nog niet geloven en dat het dan gaat over God en over Jezus. Om het even helemaal dichtbij te halen: stel je maar iemand voor die niet gelooft en met wie jij te maken hebt, een vriendin, een collega, een klasgenoot, iemand uit de buurt. Evangelisatie is dat je met diegene in gesprek bent en dat het dan gaat over God en over Jezus.

Als je je dat voorstelt, dan weet je gelijk waarom we vanmorgen bidden voor evangelisatie. Want zo’n gesprek is nooit een eitje dat je er zo bij doet. Ook niet als je getraind bent en gecoacht wordt. Iedereen doet het op een eigen manier, natuurlijk, dat moet ook, maar niemand die enig besef heeft van waar het over gaat schudt zo’n gesprek uit zijn mouw. Je wilt ware dingen zeggen over God, je kunt vragen krijgen waar je geen antwoord op hebt, hoe iemand het opneemt weet je van te voren niet, of het klikt met God daar hebben wij geen macht over. Dit zijn gesprekken die je alleen al biddend kunt doen en in het besef dat er ook voor je gebeden wordt.

Oké, dan nog één vraag verder, en dan zijn we gelijk bij Paulus brief aan Timoteüs. Waarom zou je dat dan doen, zo’n gesprek? Waarom zou je in een gesprek met iemand God aan de orde stellen, of Jezus? Het is veel makkelijker om het daar niet over te hebben. En laten we eerlijk zijn: hoe vaak denk je achteraf niet: waarom heb ik niks gezegd? Het gaat over voetbal, over je werk, over de politiek, over wat op tv is, over zoveel, en het gesprek loopt vanzelf en het is nog gezellig ook. Waarom zou ik iemand storen met mijn hobby voor de zondag? Waarom zou je het over Jezus gaan hebben?

Paulus weet dat wel en hij zegt er iets over aan Timoteüs. Hij heeft leren willen wat God wil en wil nu graag dat Timoteüs en dat wij dat ook leren willen. Wat God wil is dat alle mensen, wie ze ook maar zijn, gered worden en de waarheid van de Here Jezus leren kennen. En Paulus wil dat nu ook. En hij wil dat wij dat ook willen. Dat willen komt uit in het bidden waar hij om vraagt. Voor alle mensen. Ik kom daar straks op terug. Waar het me nu om gaat is dat Paulus is aangestoken door wat God wil. God wil dat alle mensen gered worden. Daarom heeft Hij de mens Christus Jezus gegeven als bemiddelaar tussen God en mensen. Hij heeft zichzelf gegeven als losgeld voor allen. Niemand mag zeggen: niet voor mij. Niemand mag zeggen (of doen): niet voor hem, niet voor haar.

Petrus, die andere apostel, heeft dit ook geleerd. De Here Jezus heeft hem er een speciaal visioen voor laten zien. Hij moest echt de drempel over getrokken worden voor hij kon zien dat Jezus de Heer is van alle mensen, ook van de niet-Joden. Oog in oog met de Romein Cornelius zegt hij: Nu begrijp ik pas goed dat God geen onderscheid maakt tussen mensen, maar dat hij zich het lot aantrekt van iedereen, uit welk volk dan ook, die ontzag voor hem heeft en rechtvaardig handelt. En dan volgt een mooie samenvatting van het evangelie. Wanneer je de komende week die tekst toch weer tegenkomt in dat leesrooster, denk er dan gelijk eens over na wat je van Petrus kunt leren voor een gesprek dat jij voert over God en over Jezus. Maar waar het om gaat is dat willen van God, nietwaar. God wil dat die ander wordt gered. Zoals we een paar weken gelezen zagen: God is hem, is haar kwijt, verloren, en zoekt die ander nu: Hij wil hem, haar weer bij zich hebben. Dat je dat ook wilt, dat is uiteindelijk alle reden om in een gesprek het over God of over Jezus te gaan hebben.

Laten we van die goede wil en goede trouw van God eerst eens even zingen. Dat is tenslotte de bron van alles. Psalm 117 onberijmd, Opwekking 54.

Op het lees- en gebedsrooster dat is uitgedeeld staat een deel van een gedicht van William Blake (1757-1827):

Tenzij het oog vlam vat, wordt God niet gezien.
Tenzij het oor vlam vat, wordt God niet gehoord.
Tenzij de tong vlam vat, wordt God niet genoemd.
Tenzij de geest vlam vat, wordt God niet gekend.
Want tenzij het hart vlam vat, heeft geen mens God lief.

Dat zijn mooie regels. Maar hoe wordt dat allemaal aangestoken? Hoe anders dan doordat tot ons doordringt wie God is en wat Hij wil? Denk even terug aan die ene medemens waar je net ook al aan gedacht hebt. Evangelisatie is dat jij met diegene in gesprek bent en dat het dan gaat over God en over Jezus en zo. God wil dat jij en dat hij of zij gered wordt, wie jij ook maar bent en wie het ook maar is. Allen, alle mensen, wie ook maar, open. Als jij door die wil van God ook aangeraakt, aangestoken bent, dan ben je gemotiveerd om het ook over God en Jezus te gaan hebben. En misschien mag je dan op jouw manier wel iets meemaken van wat Petrus meemaakte: omdat zijn tong vlam gevat had, noemde hij God, en terwijl hij nog sprak vatten ook oog en oor en tong en geest en hart van zijn hoorders vlam door de Heilige Geest. Als je samen staat onder de boog van Gods goede wil, weet je nooit wat er gebeuren kan.

Denk weer even aan die ander, aan die ene waar je nu al een paar keer aan gedacht hebt. En denk dan aan hem of haar vanuit die wil van God: God wil met hem of haar net zo goed iets moois opbouwen als met jou. En het is toch mooi wat je met God hebt in Jezus, of niet soms? Denk zo en je bent al bijna aan het bidden voor die ander. Er is niets natuurlijker dan wat we zien bij Paulus. Hij is aangeraakt door de wil van God dat alle mensen gered worden en de waarheid leren kennen, en nu vraagt hij dat er ook voor alle mensen gebeden wordt, echt gebeden, smeekgebeden, voorbeden en dankzegging, gebeden waarin het echt om die ander gaat, wie hij ook is, wat voor positie hij ook heeft.

Expres haal ik die ander nog een keer naar voren. Want het is uiteindelijk die ander om wie het gaat, die ander die voor ons allemaal een ander kan zijn. Ik weet niet aan wie jij denkt en omgekeerd. Helemaal aan de binnenkant van evangelisatie zit dat jij naast die ander wilt staan, hem of haar echt liefhebt, je leven wilt delen met hem of haar en juist daarom ook je leven met God. Als je dat niet hebt is het zomaar heel moeilijk om God ter sprake te brengen. Als je dat niet hebt kun je misschien best veel organiseren, maar dan heb je op zijn best een auto georganiseerd die zou kunnen rijden, maar waar geen benzine of diesel in zit. De brandstof kan hier niet anders zijn dan dat wij in vlam gezet zijn door de liefde van God en nu ook zelf liefhebben en dus spreken, open, natuurlijk en eerlijk, op onze eigen manier met onze eigen contacten.

Daarom leeft evangelisatie van bidden. Bidden voor die anderen, bidden voor jezelf, je richten op de God die van jou houdt en ook van hem, van haar. Bidden voor een goed gesprek, voor een echt contact. Bidden voor een goede aanpak, voor Gods eigen aanwezigheid in wat wij doen en zeggen. Laten we het maar gaan doen ook. Eerst in Lied 168. Vul er voor jezelf maar gezichten bij in. Om die anderen gaat het. Laat het dan de komende week en de komende tijd ook om hen gaan. God wil dat ze worden gered en de waarheid van Jezus leren kennen. Bid zo voor ze en je zult merken dat je steeds meer dat ook gaat willen wat God wil. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 19 juni 2005

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *