Tweeëndertigste woensdag door het jaar – Metten

korte stilte

℣ Heer, open mijn lippen,
℟ en mijn mond zal uw lof verkondigen.
℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

uitnodiging

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

psalm bij de uitnodiging: Psalm 95 — Uitnodiging om God te loven
Spreekt elkaar moed in, elke dag, zolang het ‘heden’ duurt (Heb. 3:13).

Kom, laten wij jubelen voor de HEER,
juichen voor onze rots, onze redding.
Laten wij hem naderen met een loflied,
hem toejuichen met gezang.

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

De HEER is een machtige God,
een machtige koning, boven alle goden verheven.
Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde,
de toppen van de bergen behoren hem toe.

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

Van hem is de zee, door hem gemaakt,
en ook het droge, door zijn handen gevormd.
Ga binnen, laten wij buigen in aanbidding,
knielen voor de HEER, onze maker.
Ja, hij is onze God
en wij zijn het volk dat hij hoedt,
de kudde door zijn hand geleid.

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

Luister vandaag naar zijn stem:
‘Wees niet koppig als bij Meriba,
als die dag bij Massa, in de woestijn,
toen jullie voorouders mij op de proef stelden,
mij tartten, al hadden ze mijn daden gezien.’

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

‘Veertig jaar voelde ik weerzin tegen hen.
Ik zei: “Het is een stuurloos volk
dat mijn wegen niet wil kennen.”
En ik zwoer in mijn woede:
“Nooit gaan zij mijn rustplaats binnen!”’

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

Een machtig God is de HEER,
kom, laten we hem aanbidden.

hymne: Rerum Creator optime

O Schepper van het gans bestaan,
getrouwe leider, zie ons aan,
bevrijd ons uit de overmacht
van duisternis en slaap en nacht.

U, heilige Christus, smeken wij:
spreek ons van onze zonden vrij.
Tot lof van u staan wij op wacht
in de getijden van de nacht.

Tot u zijn hart en hand gekeerd,
want ons heeft de profeet geleerd
des nachts te staan op trouwe wacht.
Paulus zong psalmen in de nacht.

U ziet het kwaad dat ons benart,
wij openen voor U ons hart,
wij bidden van berouw vervuld:
vergeef, vergeef de zware schuld.

U, koning Christus, onze Heer,
zij met de Vader lof en eer,
en met de Geest die troost en leidt,
van eeuwigheid tot eeuwigheid.

eerste antifoon

U bent de mooiste van alle mensen
en lieflijkheid vloeit van uw lippen.

eerste psalm: Psalm 45:2-10 — De bruiloft van de koning
Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet (Mat. 25:6).

In mijn hart wellen de juiste woorden op,
mijn gedicht spreek ik uit voor de koning,
mijn tong is de stift van een vaardige schrijver.

U bent de mooiste van alle mensen
en lieflijkheid vloeit van uw lippen –
God heeft u voor altijd gezegend.

Gord uw zwaard aan de heup, o held,
het teken van uw majesteit en glorie.
Treed op in uw glorie en begin de strijd
voor waarheid, deemoed en recht.
Laat uw hand geduchte daden verrichten.
Uw pijlen zijn gescherpt en treffen
de vijanden van de koning in het hart.
Volken vallen dood voor u neer.

Uw troon is voor eeuwig en altijd, o god,
de scepter van het recht is uw koningsscepter,
u hebt gerechtigheid lief en haat het kwaad.
Daarom heeft God, uw God, u gezalfd
met vreugdeolie, als geen van uw gelijken.

Uw gewaden geuren naar mirre, aloë en kaneel,
muziek die u verblijdt, klinkt uit ivoren paleizen,
juwelen sieren de dochters van koningen,
rechts van u staat de koningin, getooid met goud uit Ofir.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

U bent de mooiste van alle mensen
en lieflijkheid vloeit van uw lippen.

tweede antifoon

Alle volken zullen u prijzen, God,
eeuwig en altijd.

tweede psalm: Psalm 45:11-18 — De bruiloft van de koning
Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet (Mat. 25:6).

Luister, dochter, zie en hoor,
vergeet uw volk en het huis van uw vader.
Begeert de koning uw schoonheid,
buig voor hem, hij is uw heer.
Dochter van Tyrus, met geschenken
zoeken de rijksten van het volk uw gunst.

Stralend wacht de koningsdochter binnen,
van goudbrokaat is haar mantel.
Een kleurige stoet brengt haar naar de koning,
in haar gevolg de meisjes, haar vriendinnen.
Zij worden naar hem toe gebracht;
begeleid door gejuich en vreugdezang
gaan zij het paleis van de koning binnen.

Uw zonen volgen uw voorouders op,
u laat hen heersen over heel het land.
Ik zal uw naam bezingen, geslacht na geslacht,
alle volken zullen u prijzen, eeuwig en altijd.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

Alle volken zullen u prijzen, God,
eeuwig en altijd.

derde antifoon

Een betrouwbare hulp in de nood is onze God.

derde psalm: Psalm 46 — God is een vesting en toevlucht
Men zal hem de naam Immanuel geven, wat in onze taal betekent ‘God met ons’ (Mat. 1:23).

God is voor ons een veilige schuilplaats,
een betrouwbare hulp in de nood.
Daarom vrezen wij niet, al wankelt de aarde
en storten de bergen in het diepst van de zee.
Laat de watervloed maar kolken en koken,
de hoge golven de bergen doen beven. sela

Een rivier, wijd vertakt, verblijdt de stad van God,
de heilige woning van de Allerhoogste.
Met God in haar midden stort zij niet in,
vroeg in de morgen komt God haar te hulp.
Volken roeren zich, rijken storten ineen,
zijn donderstem klinkt – de aarde siddert.

De HEER van de hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob. sela

Kom en zie wat de HEER heeft gedaan,
verbijsterend is wat hij op aarde verricht:
wereldwijd bant hij oorlogen uit,
bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij,
wagens verbrandt hij in het vuur.
‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben,
verheven boven de volken, verheven boven de aarde.’

De HEER van de hemelse machten is met ons,
onze burcht is de God van Jakob. sela

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

Een betrouwbare hulp in de nood is onze God.

vers

℣ De HEER van de hemelse machten is met ons,
℟ onze burcht is de God van Jakob.

korte stilte

zegen

Moge God het vuur van zijn liefde aansteken in ons hart.

eerste lezing: Habakuk 2:5-7

Zo bedrieglijk als de wijn is, zo hoogmoedig is deze man, maar hij zal zijn doel niet bereiken. Net als het dodenrijk spert hij zijn keelgat open, net als de dood raakt ook hij niet verzadigd. Hij verzamelt alle volken om zich heen, haalt alle naties naar zich toe. Iedereen zal spreuken op hem toepassen, spotliederen en raadsels. Ze zullen zeggen: ‘Wee hem die zich verrijkt met andermans goed en zo een steeds zwaardere schuld op zich laadt. Hoe lang gaat hij daar nog mee door?’ Denk je niet dat je schuldeisers plotseling zullen opstaan, dat je bedreigers wakker zullen worden? Dan word jij hun prooi!

eerste responsorie

℟ Babel, de parel onder de koninkrijken, de grote trots van de Chaldeeën, Babel wordt als Sodom en Gomorra, steden door God verwoest. Nooit meer zullen er mensen wonen, het blijft ontvolkt tot in het verste nageslacht.
℣ Dieren uit de woestijn legeren zich daar. In de lege huizen klinkt het gehuil van hyena’s.
℟ Babel, de parel onder de koninkrijken, de grote trots van de Chaldeeën, Babel wordt als Sodom en Gomorra, steden door God verwoest. Nooit meer zullen er mensen wonen, het blijft ontvolkt tot in het verste nageslacht.

tweede lezing: Habakuk 2:9-10.12.15

Wee hem die woekerwinsten maakt ten bate van zijn huis, zijn nest in de hoogte bouwt, om zo uit de greep van het onheil te blijven. Wat je van plan bent is je huis tot schande, door vele volken te vernietigen verspeel je je leven. Wee hem die een stad bouwt op bloed en een vesting op onrecht. Wee hem die iemand te drinken geeft en daar gif aan toevoegt, die iemand dronken voert om hem naakt te zien.

tweede responsorie

℟ Maar over Jakob zal de HEER zich ontfermen, weer wordt Israël uitverkoren. Hij zal hen in vrede laten wonen op hun eigen grond. Vreemdelingen zullen zich bij hen aansluiten en zich voegen bij het volk van Jakob.
℣ Dan, op die dag, zal de HEER jullie vrede geven en een eind maken aan jullie zwoegen, jullie ellende, jullie slavendienst.
℟ Maar over Jakob zal de HEER zich ontfermen, weer wordt Israël uitverkoren. Hij zal hen in vrede laten wonen op hun eigen grond. Vreemdelingen zullen zich bij hen aansluiten en zich voegen bij het volk van Jakob.

derde lezing: Habakuk 2:19.18.14.20

Wee hem die tegen een stuk hout zegt: ‘Word wakker!’ en tegen een stomme steen: ‘Sta op!’ Zal dat beeld iets verkondigen? Het is wel gevat in goud en zilver, maar er zit geen leven in. Wat heb je aan een godenbeeld, gebeeldhouwd door zijn maker? Aan een gegoten beeld dat leugens verkondigt? Wie vertrouwt zich nu toe aan wat hij zelf heeft gemaakt? Wat hij maakt zijn stomme afgoden! Maar zoals de zee vol water is, zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de HEER zijn. De HEER troont in zijn heilig paleis. Aarde, wees stil voor hem!

derde responsorie

℟ Meelijwekkend zijn zij die hun hoop stellen in dode dingen en maaksels van mensenhanden tot god uitroepen, of het nu gouden of zilveren beelden zijn of een nutteloos stenen voorwerp uit vroeger tijd.
℣ Hij smeekt een dood ding om leven en vraagt het stompzinnigste om raad.
℟ Meelijwekkend zijn zij die hun hoop stellen in dode dingen en maaksels van mensenhanden tot god uitroepen, of het nu gouden of zilveren beelden zijn of een nutteloos stenen voorwerp uit vroeger tijd.
℣ Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
℟ Meelijwekkend zijn zij die hun hoop stellen in dode dingen en maaksels van mensenhanden tot god uitroepen, of het nu gouden of zilveren beelden zijn of een nutteloos stenen voorwerp uit vroeger tijd.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Christus is de afstraling van de heerlijkheid van de Vader. Hij verlicht ons leven met zijn woord. Roepen wij hem vol liefde aan: Koning in eeuwigheid, verhoor ons gebed.
Gezegend bent u, Heer, aanvoerder en voltooier van ons geloof; u hebt ons uit de duisternis geroepen tot uw wonderbaar licht.
Blinden hebt u de ogen geopend, doven hebt u doen horen; kom ons ongeloof te hulp.
Heer, laat ons in uw liefde blijven, zodat er geen verdeeldheid in ons midden heerst.
Maak ons sterk in de beproeving en geef geduld bij moeilijkheden; laat ons dankbaar zijn voor al uw weldaden.

Ik bid u, Heer, …

… Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.