Het gaat God om ons echte gewone leven

Preek over Galaten 4:4-7

orde morgendienst
welkom
zingen: Opwekking 237
zingen: Opwekking 289
stil gebed
votum en groet
zingen: Psalm 118,1.5.10
gebed
Schriftlezing Johannes 1:1-18
preek over Galaten 4:4-7
zingen: NGK 145
lezen Galaten 5:13-25
zingen: Liedboek 477
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 553
zegen

Vorige week heb ik hier van die papiertjes uitgedeeld waarop je de namen kwijt kon van de mensen die jou maken tot degene die je bent. De boodschap was toen dat God ons als allemaal verschillende levende stenen aan elkaar wil verbinden door bidden, dienen en met elkaar doorpraten. Christenen worden een gemeente, een gemeenschap door zo, maar heel direct en concreet, te bidden voor je eigen huisgenoten, je eigen vrienden, bekenden, contacten, geliefden, door deze mensen te dienen en te helpen en met deze mensen echt contact te hebben. Om die mensen, die namen, die in jouw echte leven rondlopen, gaat het. Dat is wat onze God wil.

Ik weet natuurlijk niet wat jullie daarmee gedaan hebben de afgelopen week, maar wie er mee bezig gegaan is, die heeft gemerkt dat christen zijn zo plotseling heel dicht bij je echte gewone leven komt. Het gaat meteen over de mensen waar je mee samen leeft: wat wens je hen toe, hoe help je hen, hoe leg je echt contact? Het gaat dus ook meteen over jezelf, over hoe je daar zelf in staat, wat je te bieden hebt, wat je blokkeert of juist los laat gaan. Als ik zo ondeugend mag zijn: het zou zelfs wel eens kunnen zijn dat je de afgelopen week maar niets gedaan hebt met die namen, die mensen, met bidden, helpen en praten, omdat je deksels goed aanvoelde dat je christen zijn dan verdraaid wel heel dicht bij zou komen en serieus iets te maken zou kunnen gaan krijgen met je echte leven van alledag.

En inderdaad en precies daar gaat het onze God om, om dat eigen echte, bloedwarm kloppende leven van alledag van ons. In ieder geval wil ik dat vanmorgen nog maar eens even onderstrepen. Kan niks geen kwaad, denk ik, nog steeds aan het begin van een nieuw seizoen. Dat wordt alleen een waardevol seizoen als christen zijn je raakt en de levende God je echte leven deelt en zo mee bepaalt. Als jij aan je eigen tafel zit en je dag overdenkt, je gesprekken in gedachten herhaalt, je pijnlijke been voelt trekken en de gezichten van deze en gene boven komen om wie je je zorgen maakt of met wie je nog wel wat af te rekenen hebt — als jij in je eigen bed ligt en je verlangens en idealen aan je voorbij laat gaan, of je nog maar eens omdraait met je angst of je zorg — als jij direct en uit de heup reageert op de mensen direct om je heen, open of juist chagrijnig, behulpzaam of juist als eigenheimer — als, nu ja, vul maar wat uit je eigen echte leven in — dat is precies waar het God om gaat, waar hij zich vrolijk en dagelijks mee bemoeit, in verstopt desnoods. Of en hoe jij bidt voor al die mensen, of en hoe jij ze helpt en of en hoe jij echt contact met ze legt — dat is voor God oneindig veel belangrijker dan hoe jij hier in de kerk zit en natuurlijk welwillend maar kritisch luistert naar die man daar op dat podium.

Kijk maar, zou ik willen zeggen, want precies dit is het leven dat de grote levende God zelf is komen delen. Hij zegt het niet maar, hij is gekomen. Ik heb het echt niet over wat bijzaakjes, zo in de marge van de kerk. Als ik hier maar wat sta te praten en het gaat niet over jouw leven — of als jij hier maar wat afstand zit te houden en het allemaal niet tot je echte leven toelaat — dan missen we de kern van alles. Jouw echte leven, waar je adem haalt, waar je jezelf voelt, jouw kamer, jouw kussen, jouw bureau, dat is de levende God komen delen in Jezus. God zond zijn Zoon, geboren uit een vrouw en onderworpen aan de wet. Dat wil zeggen: een heel gewoon alledaags mens, iemand met een moeder, zonder aparte privileges, net zo goed als alle Joden toen onderworpen aan de wet. Wanneer de levende God in dat gewone leven wil delen, dan zie je daarin dat hij dat echt belangrijk vindt.

Misschien neemt hij ons daar nog wel serieuzer in dan wij onszelf zomaar nemen. Want ik merk steeds vaker in gesprekken en reacties dat wij dat gewone leven zomaar steeds minder belangrijk vinden, dat we er moeite mee hebben, dat we het onbevredigend vinden, net als zoveel andere mensen om ons heen. De vijf dagen dat je werkt zijn dan niet je echte leven, ze zijn meer de ‘het is rot maar het mot’ aanloopfase naar het echte leven van het weekend, of van de vakantie. De kunst om te leven is tegenwoordig de kunst om genoeg geld en energie te hebben om in de weekends en de vakanties grondig uit je dak te kunnen gaan. Door de week is het overleven en de batterij weer opladen. Dat de kunst om te leven wel eens veel meer zou kunnen zijn om alle dagen van je leven echt en open te kunnen leven dringt pas langzaam weer tot mensen door.

Er is overigens een complete christelijke variant hiervan: op zondag of op speciale gelegenheden (congressen, conferenties en zo) op de toppen van je geloof leven, maar door de weeks ondergaan in de massa om je heen. Je helemaal richten op bijzondere dingen die met het geloof te maken hebben, maar niet in staat zijn om je leven van alledag echt als christen te leiden. Je bevestiging zoeken in goede daden voor allerlei verre naasten, maar niet in staat zijn christelijk te leven met de mensen direct om je heen. Iets hiervan herkennen we, denk ik, allemaal wel.

Het lijkt me daarom dat het helemaal geen kwaad kan wanneer we ons weer eens echt realiseren dat het God gaat om ons en om ons echte gewone leven. Dat we ons nog eens herinneren dat Jezus dertig jaar lang een alledaags en totaal verborgen leven heeft geleid, mens onder de mensen, voor Hij ook maar iets bijzonders deed. Het echte leven dat God ons geeft gaat zeven dagen in de week door. En juist de Here Jezus daagt ons uit daar echt iets van te maken. Willen bijzondere dagen als de zondag en bijzondere gelegenheden echt iets betekenen, dan moeten ze gaan over het gewone leven daartussen. Dat is het echte leven. Het is een illusie om te denken dat je pas echt leeft en dat het allemaal pas echt iets voorstelt als je een yes-, joepie- en topgevoel in je leven en in je geloofsleven hebt. Dat is best fijn, en je hebt het nodig ook in het geheel van je leven. Maar je leeft pas echt een vol leven, lijkt me, wanneer je je alledaagse leven echt met God leidt, kunt genieten van wat Hij daarin geeft en kunt uithouden wat je daarin treft. En juist dat kun je, denk ik dan, als je in dat gewone leven bidt voor de mensen om je heen, hen dient en hen jou laat dienen en echt contact met hen legt.

In ieder geval vindt God zelf juist dat alledaagse leven van ons de moeite waard. Dat leven heeft Jezus met ons willen delen omdat Hij van ons houdt zoals wij zijn. Dat maakt ons midden in ons gewone leven bijzonder genoeg. Je hoeft echt niet te bewijzen dat je bijzonder bent of dat jouw leven iets voorstelt door bijzondere dingen mee te maken. Jouw top-ervaring in je vakantie in weet ik waar zorgt er niet voor dat jij nu iets voorstelt en net zo min jouw top-ervaring op een grote christelijke happening. Achter al dat zoeken naar ervaringen zit zomaar een diepe onzekerheid, angst zelfs. Mag ik er werkelijk zijn? Positief? Voor wie beteken ik iets, alleen al door wie ik ben? Zelfs met al mijn slechte kanten? Daar spreekt de Here Jezus op in, alleen al door zo in ons leven te komen als Hij gedaan heeft: gewoon geboren uit een vrouw, onderworpen aan de wet. Hé, jij bent bijzonder omdat Ik van je houd zoals je bent. Je hoeft niet onzeker te zijn over mijn liefde en dus niet over jouw leven. Je hoeft je gewone leven niet over te slaan op zoek naar iets bijzonders. Leer maar van mij hoe je in dat alledaagse leven goed kunt leven. Daar zul je gelukkiger van worden dan van heel de rest. Als je daar maar gewoon gaat bidden en dienen en praten en je merkt dat het allemaal heel dicht bij komt, prima, dat klopt, dat wil ik ook.

Dat wil God in Jezus zelfs op een nieuwe, een speciale manier. Je merkt de verbazing daarover herhaaldelijk in het Nieuwe Testament. Kan niks geen kwaad als wij ons weer eens even mee verbazen en niet wennen aan bijzondere dingen. Want kijk es, dat God het gewone, echte leven belangrijk vond, dat is altijd al zo geweest. Daarom gaf hij bij de Sinaï zijn onderwijs. Aan de hand daarvan konden de Israëlieten juist in hun alledaagse leven laten zien dat ze echt bij God wilden horen en wilden blijven horen. Om het zo maar eens te zeggen: God had gezegd: bidden voor die en die, dienen, de mensen om je heen, en echt contact leggen en houden. Doe dat en dan kan ik en iedereen zien dat je echt bij me hoort. En wat er gebeurde was een variant op wat jullie misschien de afgelopen week ook wel hebben meegemaakt: het lukte niet. Ze wilden eigenlijk toch niet, bleken steeds weer met allerlei andere dingen bezig, er bleek iets slechts in mensen te huizen. Als God zegt: doen jullie nu dit, dat is goed, en mensen, en ons vervolgens zelf aan de gang laat gaan, lopen dingen uiteindelijk niet goed, houden we het niet vol, en zo door.

En dan zegt Paulus, en ook Johannes: toen is Jezus gekomen, heeft ons vrijgekocht van dat mislukken en fout gaan, om ons kinderen van God te maken. Dat merk je aan zijn Geest die in je uitwerkt dat je vanzelf Vader tegen God gaat zeggen. Het voorrecht om kinderen van God te worden, dat heeft Jezus ons gegeven juist door dat heel gewone leven van ons met ons te delen. Jij mag je echte dagelijkse leven, met alles erop en eraan, leiden als een kind van God, geliefd door Jezus, door zijn Vader, bezield door zijn Geest. Dat is nieuws wat Jezus gebracht heeft. Vaak vergeten christenen dat, vooral gereformeerde christenen, denk ik wel eens. We denken dan dat gelovigen altijd wel kinderen van God geweest zijn en kind van God zijn wordt dan ook zomaar iets vanzelfsprekends, iets wat op de achtergrond in je leven staat, maar waar je niets mee hoeft te doen en weinig bij hoeft stil te staan. En dan gaan we alsnog zelf aan de gang en proberen we door allerlei dingen te doen in ons leven te laten zien dat we toch echt wel bij God willen horen. Paulus zou zeggen: dan doen we alsof we liever slaven zijn dan kinderen, slaven die moeten werken om in huis te blijven en als ze niet werken verkocht worden of erger.

Het punt is juist dat Jezus je Gods kind maakt om in je dagelijks leven steeds weer te kunnen beginnen bij wat God je gegeven heeft. Jij hoeft jezelf niet te bewijzen, jij bent nooit eerst, Jezus heeft zichzelf bewezen en hij is altijd eerst. Dat jij kind van God bent betekent dat je mag beseffen dat Jezus er al is, in jouw eigen gewone leven. Ook als het allemaal mislukt is, als je het bij allerlei van die namen, van die mensen op je papier, niet hebt volgehouden, als je niet gebeden hebt, maar uitgescholden, niet geholpen, maar in de weg gezeten, niet gesproken, maar genegeerd, betekent dat niet dat jij er niet bij hoort, dat God niets met jou wil, juist niet. Ik zou haast zeggen: dan wil hij nog extra iets met je. Jezus wil niet dat wij onze zonden en onze pijn even vergeten, Hij wil onze zonden vergeven en ons van ons lijden verlossen. Hij wil een nieuw begin in ons leven maken dan, juist in je echte leven. Niet weglopen, niet ontkennen, niet om mensen heen lopen, maar daar waar jij bent echt opnieuw beginnen, dat is wat God wil. Jij bent Gods kind betekent: Jezus is er bij en voor jou en er is dus altijd energie voor jou om te bidden, om te dienen, om contact te leggen, veel meer dan je kunt bedenken. Jij bent Gods kind betekent: Jezus is er bij en voor jou en er is dus altijd vergeving voor jou als het mis gegaan is, vraag er maar om. En niet maar even op een bijzonder moment, als je toch al religieus high bent, maar gewoon thuis, jouw kamer, jouw stoel, jouw kussen, jouw leven.

Verbind dat vooral ook met lijden en ellende. Hoe houden mensen het vol in dit leven? Hoe houd jij het vol in jouw pijn? Bij het zien van wat er hier op aarde gebeurt, alle dagen, vallen mensen stil. Daar kun je met woorden niet tegenop. Er is niemand die zich dat meer gerealiseerd heeft dan God zelf. Hij heeft niet maar woorden gesproken, ook niet alleen de woorden van begrip. Hij is ons leven komen delen, het leven dat zeer kan doen. Als alles kapot is in je leven mag je je tenminste herinneren dat de eeuwige Zoon van God mens is geworden voor jou, ook om je ellende, om werkelijk bij je te zijn en een echte arm om je schouder te leggen. En om je mee te nemen, uit de vergankelijkheid, naar de onvergankelijkheid eens. Zoveel ben jij God waard, juist in je gewone leven van alle dagen, juist waar je leven pijn doet. Of je dat altijd kunt ervaren is wat anders. Je mag je best tijdelijk in Job herkennen voor je weer ziet wat God in Jezus gedaan heeft, ook voor jouw leven. De downs van je bestaan ervaar je tenslotte juist daar, in je gewone leven. Maar ook dan is het de diepe betekenis van kind van God zijn door Jezus dat hij je daarin voor gegaan is, dat hij er altijd al voor je is, als grote, diepe krachtbron. Samen met hem kun je het volhouden en uitzicht houden op je erfenis.

Juist in je gewone leven dus. Waar anders heb jij je pijn? Overal waar je jezelf iets moet inprenten dat neerkomt op ‘even niet aan denken’, daar is niet je echte leven. In je eigen alledaagse leven, daar wil God zijn nieuwe begin maken. Daar maakt en vormt hij mensen tot zijn kinderen. Daar is het echte leven waar we elkaar ontmoeten, elkaar opscherpen, waarin God ons gebruikt voor elkaar. Iedere ontsnapping naar een ‘echter’ leven dat in werkelijkheid niet echter is, blokkeert juist dat leren en die vorming door God. En dat is jammer, want het gaat God juist om dat gewone leven van ons. Hij houdt van ons zoals we zijn. Kijk maar naar Jezus, mens onder de mensen. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 7 september 2008

Een gedachte over “Het gaat God om ons echte gewone leven

  1. Wauw, ik ben echt geraakt door wat hierboven staat! Ik probeer me hier elke dag bewust van te zijn maar soms is het goed dat dit in een soort studie ‘herhaald’ wordt zodat we tijdens het lezen stilstaan bij onze eigen situaties, onze dagelijkse leven. Heel erg bedankt, prijs de Heer ik heb op dit moment ook antwoord gekregen op de vragen die ik had.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *