Extreme makeover

Preek over Ezechiël 36:25-28

orde morgendienst
welkom
votum en groet
zingen: Psalm 84,1.2
gebed
zingen: Opwekking 387
zingen: Psalm 95,1-3
zingen: Opwekking 581
lezen 1 Johannes 2:3-17
zingen: Opwekking 598
Schriftlezing Ezechiël 36:16-38
preek over Ezechiël 36:25-28
zingen: Opwekking 454
dopen Silas Opheikens
zingen: Opwekking 599
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 543
zegen

Extreme makeover, en dan niet de home edition, maar de echte personal edition, dook een paar jaar geleden op televisie op als het toen nieuwste hoogte-, of zo je wilt dieptepunt van commercieel televisiegeweld. Heerlijk griezelen bij beelden van vette operaties en je verbazen over totaal verbouwde mensen. De hele trukendoos gaat open. Behalve een plastisch chirurg en een tandarts dragen ook een kapper, een visagist, een manicure, een kledingadviseur, een diëtist, een persoonlijke trainer en de nodige sportschoolhouders bij aan het resultaat. We zijn er inmiddels al weer redelijk aan gewend en de programmamakers zijn al lang weer bezig nieuwe, nog schokkender kijkcijfer-kanonnen uit te vinden.

Tijd om rustig de prachtige ironie te zien die bij dit soort programma’s hoort. Ondanks alle legers maatschappelijk werkers die ons proberen wijs te maken dat je er mag zijn en dat je goed bent zoals je bent, vinden hele volksstammen dat helemaal niet. Ondanks een paar eeuwen drammen dat mensen eigenlijk prima in elkaar zitten, zitten miljoenen mensen helemaal niet goed in hun vel. En trouwens, als je neus al niet goed zit, wie garandeert je dan dat je met je laatste ideeën wel goed zit? Natuurlijk is het een schande als in een kerk gezegd wordt dat mensen om hun zonden een afkeer van zichzelf hebben. Ben je nou helemaal achterlijk? Maar het is heel wat anders als mensen in de spiegel de resultaten van hun eigen zonden, en die van vele geslachten voor hen, gewoon zien staan. Daar moet wat aan gebeuren.

En dus zie je de duivel druk bezig met zijn zoveelste parodie op Gods werk. Mensen zijn niet oké zoals ze zijn, maar dat ligt natuurlijk aan de buitenkant. De prachtige parel die je eigenlijk van binnen bent komt natuurlijk niet uit in die kromme oester van jouw lijf. Dus passen we de nodige dingen aan, en zie daar… Dat scheelt weer, hoef je ook geen parel in Gods hand te zijn. Hoef je ook geen echt goed mens meer te worden, als je er maar goed uitziet. Kun je tenminste weer geloven in jezelf en vol zelfvertrouwen je positie innemen in je leven.

De God van de bijbel gelooft daar weinig van, en dus doen wij in de kerk ons best er ook weinig van te geloven. Mensen zijn niet oké zoals ze zijn, dat klopt, maar dat ligt zeker niet aan de buitenkant. Dat weet God zeker en wij mogen het ook zeker weten, omdat het heel eenvoudig bewezen is en telkens weer bewezen wordt. Dus heeft God ook zijn eigen programma van Extreme makeover, heel anders dan op televisie, al is het alleen al omdat hij geen paar mensen selecteert, maar iedereen uitnodigt. En iedereen die gedoopt is is in dat programma opgenomen. Gedoopt zijn betekent dat de levende God tegen jou heeft gezegd: ik maak jou een nieuw mens, helemaal, van binnen en van buiten. Kortom, een Extreme makeover waar die van tv echt niet meer dan een flauwe parodie van is, slappe hap.

En daar zitten wij als gedoopte mensen dus midden in, laat ik dat gelijk maar zeggen. Als we de parallel even volhouden zijn wij nu de mensen die door de nodige chirurgen en paramedici onder handen genomen worden. We lopen nog dagelijks de nodige littekens op en lopen rond met pleisters en verbanden. Pas na dit leven, in wat de bijbel ‘de wedergeboorte’ noemt, wordt het eindresultaat getoond. Hier zien we voorlopige resultaten, de eerste aanzet van een nieuw hart, en horen we de eerste geluiden van een nieuwe geest. Het is echt, werkelijk, en allemaal een bewijs dat God echt bezig is met zijn Extreme makeover, maar af is het nog niet.

Daar wijst de doop zelf ook op, trouwens. Dopen, onderdompelen, is een heel radicaal beeld. Het gaat niet maar om afwassen, maar om dood gaan en weer levend worden, om leven door de dood heen. Het teken past bij Gods Extreme makeover. De doop is geen teken dat we af zijn, of af genoeg om kind van God te heten. In de doop verklaart en verzegelt ons de levende God dat hij ons nieuw zal maken. Ze is een teken van zijn hele project met ons. Dat is een groot project. God begint er meteen mee. Hij is al lang ook met Silas bezig. Maar de show van het eindresultaat komt ook voor Silas op de nieuwe hemel en aarde. Dat kan voor je gevoel best eens lang duren, maar het resultaat zal er dan ook naar zijn: een prachtig mens in liefde en vrede.

Intussen is het goed om eens apart te kijken naar Gods eigen aanpak, zijn eigen Extreme makeover, zoals we die vinden in dat stuk van de profeet Ezechiël dat we gelezen hebben. God is niet met uiterlijkheden bezig. Hij pakt zijn zaken echt radicaal aan. Snappen we misschien gelijk wat meer van dat het wel even duurt. Het is echt geen kwestie van wat geestelijke liposuctie of gebitscorrectie. De makeover waar het God om gaat is pas echt extreme. Er horen dan ook extreme maatregelen bij, zowel van Gods kant, als van de onze.

Dat eerste zie je in Ezechiël niet meteen. Zeker bij het eerste wat genoemd wordt moet je een en ander wel even invullen en uitwerken. ‘Ik zal zuiver water over jullie uitgieten om jullie te reinigen van alles wat onrein is, van al jullie afgoden’, staat er. Dat is de taal van de oude reinigingsrituelen in Israël, maar tegelijk anders, dieper. Wanneer mensen in Israël in aanraking geweest waren met de dood, met bloed, met het kwaad, dan beleefden ze dat als onrein worden. God had hen een ritueel gegeven van besprenkeling met speciaal water door een priester om dan weer schoon te worden. Ik laat dat hier even voor wat het is. Maar hier wordt dat verdiept. God zelf zal als priester gaan optreden en hij zal niet maar het gewone reinigingswater gebruiken. Nee, het gaat hier over heel speciaal water, dat niet maar even schoon maakt, maar heel radicaal reinigt en losmaakt van afgoden, van machten die verslaven.

Als je die beeldspraak laat klinken in het geheel van de bijbel is het moeilijk niet te denken aan Jezus Christus. In hem is God zelf inderdaad als priester opgetreden. Hij geeft zijn leven voor het leven van zijn volk, hij draagt ons verleden weg. Zijn bloed maakt ons, gek genoeg, juist schoon. Al onze tekorten, mislukking, viesheid en slechtheid maakt hij van ons los, neemt ze van ons over, doet ze weg en plaatst ons voor God als helemaal schone mensen, radicaal schoon. Waar je je ook vies door voelt, hij is er goed voor. Hij is de levende Heer, die ons losmaakt van allerlei verslavende machten en zo op een heel nieuwe manier in de ruimte zet.

Vul dat nog wat verder in en je ziet dat het bij dat zuivere water hier in werkelijkheid gaat om heel diepe, radicale en zuivere liefde. God gaat de harten van mensen veroveren niet maar door ze met macht te bevrijden en dan weer aan zichzelf over te laten, maar door zichzelf te geven, door het kwade te overwinnen door het goede, door de haat te overwinnen door de liefde. Hij doet het echt zelf, zo eindeloos bijzonder, geen andere god in het grote pantheon is daar ooit opgekomen. Jezus’ leven voor mijn leven, dat raakt me echt. Zijn liefde metterdaad maakt me schoon en legt me tegelijk open voor Gods grote open hart operatie, dat andere onderdeel van zijn Extreme makeover.

Tegelijk kan zo iets duidelijk worden van dat dit echt een proces is, een programma — je zou haast zeggen, een wasprogramma op je wasmachine. Liefde tovert niet, liefde dwingt niet, liefde verandert mensen in een lang proces van lief hebben. De levende God giet een mensenleven lang hier zijn liefde in Christus over ons uit en maakt ons daarmee steeds meer en steeds dieper schoon. Dat is een sterk punt van dat beeld van reiniging. We zijn het, denk ik, maar al te vaak wat vergeten. Wij werken eerder met de beelden van vrijspraak of zelfs betaling. Die roepen de suggestie op dat je vrijgesproken wordt en dan weer zelf verder mag, dat je schuld wordt kwijt gescholden, maar voor je het weet bouw je weer nieuwe schuld op. Maar dat soort punten zijn er hier in dit leven niet. Het is één proces, waarin God ons hele leven reinigt door Christus’ leven voor ons en daarin mag je leven en je laten reinigen en vormen, genieten van de resultaten tot nu toe — telkens weer vergeving — tot je eens het eindresultaat mag zien en vieren.

En tegelijk is de levende God dus nog met meer dingen bezig in ons leven. Hij corrigeert niet maar het uiterlijk van zijn volk, nee, hij werkt van binnen naar buiten: van hart en geest naar leven in een vernieuwd land. Ezechiël zegt: ik zal je versteende hart uit je lichaam halen en je er een levend hart voor in de plaats geven. God zelf gaat niet maar als priester optreden en reinigen, hij gaat ook als chirurg aan het werk. Ons leven door haalt hij ons versteende, ons dode hart uit ons lichaam en zet er een levend, een kloppend hart voor terug. De kern van ons bestaan pakt God aan. Daar gaat om bij je hart in bijbelse taal, nietwaar? Het is het centrum van je eigen bezinning, waar je verlangens huizen en je plannen gesmeed worden, je diepste zelf. Ook in ons Nederlands zitten we daar dicht bij. Als je hart ergens niet bij is, ben je er zelf niet echt bij, niet waar? Als je je hart niet geeft aan die ander wordt de relatie nooit wat, omdat je jezelf dan niet geeft.

Daar gaat God nu mee aan het werk. Laten we het zo maar zeggen, in Nederlandse beeldspraak: hij maakt zijn volk mensen met een kloppend hart, een hart dat klopt voor andere mensen, voor zijn schepping, voor hem zelf. En ook dat is een ingrijpende zaak en een heel proces. Je merkt het als je het wat invult en kijkt naar jezelf. Want wij kennen ook allemaal dat raadselachtige harde in ons zelf, dat harde waarin we ons afsluiten voor anderen, waarin we over hen heen lopen, het harde van de haat en de onverschilligheid. En we kennen dat meer begrijpelijke harde van de littekens, van de gekwetstheid, van de zelfbescherming. Het zijn allemaal dingen die ons hinderen mensen te zijn met een kloppend hart. De bijbel verbindt het met de dood, met dood gaan, met sterven.

En nu gaat God dat harde in ons weghalen en ons er een levend hart voor terug geven. In je ontmoeting met Jezus, die Heer die ons liefheeft en ons zijn leven geeft, merk je dat jouw hart weer begint te kloppen voor allerlei mensen om je heen. Wat een wonder, je leert weer liefhebben van de God die jou liefheeft. Maar dan merk je tegelijk dat die littekens van een paar jaar geleden beginnen te trekken. De pijn in je hart verplaatst zich. En God gaat daarin mee. Nu gaat hij daar aan het werk, met jou, met die volgende brok in je leven. Ook wat daar hard is geworden moet weer gaan kloppen. En dan ontdek je vervolgens dat ergens anders toch weer zo’n vreemde harde plek in je leven is ontstaan. Je hart klopte voor God, voor mensen, voor het leven, maar er dook een verleiding op, een zonde, iets slechts en het nam je te pakken. De aandacht verlegt zich weer. Juist als je hart inderdaad weer begint te kloppen voor God, voor concrete mensen om je heen, voor de schepping, merk je ook waar het trekt, waar er kramp opduikt, en ga je des te meer verlangen naar meer, naar voltooiing, naar het eindresultaat. Juist als je hart echt weer klopt, echt weer leeft, juist als je aan je lijf voelt hoe God bezig is met zijn Extreme makeover, ga je meer bidden om meer, om alles, om het volmaakte, om ‘de wedergeboorte’. Wat zal dàt wel niet zijn!

En nog is Ezechiël niet klaar. God gaat zijn volk een nieuwe geest geven, en dat blijkt dan zijn eigen Geest te zijn, die zorgt dat mensen volgens zijn wetten leven en zijn regels in acht nemen. Paulus pakt dat later op in het Nieuwe Testament, als hij zegt dat in mensen die leven door Gods Geest de wet vervuld wordt. Ook dat is heel ingrijpend en geen kwestie van toveren of omschakelen. Het is zo ingrijpend dat we de woorden zelf zomaar niet meer goed begrijpen. Het lijkt ons dan vreemd dat we een nieuwe Geest zouden krijgen, nieuw leven, echt leven in onszelf, en tegelijk zouden gaan gehoorzamen aan wetten en regels. Echt leven is zelfstandig leven, toch?

Ja, maar hoe ga je dan leven? Wie en wat bepaalt eigenlijk de inhoud van je keuzes en je willen, wat je bedenkt en overweegt. Geest is in de bijbel maar geen kwestie van gevoel, geest raakt altijd ook besef, bewustzijn, bedenken en willen. Als God ons zijn eigen Geest geeft betekent dat in de eerste plaats dat hij ons zelf laat bedenken wat hij denkt en laat willen wat hij wil. Je krijgt als het ware deel aan Gods eigen gedachtegangen, diezelfde gedachtegangen die hij vorm gaf in allerlei wetten en regels voor werkelijk goed leven. Je komt door zijn Geest op dezelfde dingen uit en wilt die ook.

Net als net, bij dat kloppend hart, zie je dan in je eigen leven hoe diep dat gaat en hoe ingrijpend dat is en hoe we daarmee midden in het programma van Gods eigen Extreme makeover zitten. Hoe meer je merkt dat je begrijpt waarom wat God wil goed is, hoe meer je ook werkelijk gaat voor het uitwerken van echte liefde in jouw leven, hoe meer je andere gedachten, andere wil, andere mechanismen in je leven gaan opvallen. Die moeten ook nog. Hoe zuiverder je ziel is afgestemd op God, des te meer ga je verlangen naar meer, naar nieuwe voorlopige resultaten van Gods Geest in jou, naar het eindresultaat zelf. Hoe meer God in je werkt, des te meer merk je dat minder dan het volmaakte, minder dan zuivere liefde in een herstelde wereld niet genoeg is. God gaat echt voor een Extreme makeover, extremer kan niet. En wij leren dat net zo willen. Elke ervaring met Gods programma smaakt naar meer.

Dat is waar wij midden in zitten, als christenen hier. En het is een waanzinnige ervaring. Telkens weer mag je merken hoe sterk en hoe inventief de levende God is. Telkens weer mag je nieuwe resultaten zien van hoe hij aan je bezig is. Telkens weer mag je nieuwe moed vatten als je jezelf in de spiegel zit, ook in een geestelijke spiegel. De littekens en pleisters zijn tekens dat hij met je aan het werk is. En we weten niet half hoe het gaat worden: prachtige mensen, in liefde en vrede, op een nieuwe hemel en aarde. Proef het maar, wijs elkaar er maar op: zo sterk is de levende God. Hij maakt mensen werkelijk nieuw, helemaal.

In dit program van God zit Silas dus ook opgenomen, na vanmorgen met zoveel woorden. Jullie mogen het hem leren, Griët en Matthijs, met woorden en met daden. Jullie mogen het hem laten zien ook, hoe God ook in jullie bezig is, en hem laten genieten van de tussentijdse resultaten van de levende God in jullie leven. Het is maar al te waar en maar al te echt. Deze sterke God is bezig ons nieuwe mensen te maken, werkelijk nieuw, helemaal. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 26 november 2006

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *