Dokus ✝

Eind vorige eeuw was hij de huis-cartoonist van het tijdschrift Bij de Tijd. Bij elke ‘Tijdwaarneming’ (redactionele column) stonden tekeningen van Dokus. Ik wed dat ik niet de enige was die er bij elk nummer als eerste naar op zoek ging. Eindelijk kon er ook gelachen worden om die ernstige oude vrijgemaakte wereld. Toen dat eenmaal kon, kon niets blijven wat het was. Lees verder

Losse olifanten

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 8 (april 2000)

Bent u het ook zo zat? Ik bedoel dat verlammende laatste-der-Mohikanen-gevoel onder orthodox-gereformeerde christenen: de tijdgeest is gevaarlijk, wat er zoal over de wereld verteld wordt maakt ons er niet geruster op, onder niet-orthodoxe christenen is verval en weekhartige leuterpraat aan de orde van de dag. en wij zijn alleen overgebleven om het u aan te zeggen. Vervolgens gaan we dat doen, ontdekken een kloof zonder brug, roepen om het hardst dat we het allemaal ook niet meer zo zeker weten. en keren terug naar de put waar we toch al inzaten. Lees verder

Houvast

Structuren in de bijbel

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 6 (februari 2000)

De bijbel, dat enorme, veelomvattende geheel van zesenzestig verschillende boeken, geschreven binnen een tijdsverloop van een duizend jaar – valt daar op de een of andere manier grip op te krijgen? Kunnen we een grote lijn in de bijbel ontdekken, die ons houvast geeft, zodat we de verhalen en teksten kunnen plaatsen en iets van hun eigenheid begrijpen? Lees verder

Proefgebod

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 3 (november 1999)

We hadden kunnen staan praten in een luw hoekje op een feest. Het was intussen een jaar of wat geleden dat hij geloof en kerk de rug toe had gekeerd. Over het algemeen ging het hem best wel goed. Ook zijn ziel zat goed in z’n vel. Ja, hij was op zichzelf aangewezen, maar dat was geen probleem. Lees verder

Interactief avondmaal

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 3 (november 1999)

Hoe actief ben jij eigenlijk bij de viering van het avondmaal? Wat betekent dat wat jij doet aan tafel? Wat wil jij daarmee zeggen? Waarom zegt Jezus bij de instelling van het avondmaal: ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’, blijven jullie dit doen om Mij te gedenken? Lees verder

Wie is er nu eigenlijk asociaal?

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 2 (oktober 1999)

Een hemel op aarde, dat lijkt me wet wat. Stel je voor, ons leven, van alle gemakken voorzien. Alle mensen houden van elkaar. Geen ruzie. Geen gezeur. Niemand zegt meer: ik ben misselijk van je. Je krijgt de aandacht die je nu zo mist. Eindelijk kom je tot je recht en aan je trekken. Zorgde God daar maar weer eens voor. Nu houdt Hij zijn hemel helemaal voor zichzelf, en laat ons hier de ontnuchtering van dat stukje paradijs op aarde dat van die stukjes kokos tussen je tanden achterlaat. Wij krukken maar aan, terwijl God er warmpjes bij zit. Eigenlijk best asociaal van Hem. Lees verder

Gods onbegrijpelijkheid

Bij de Tijd, jaargang 8 (1999-2000) 1 (september 1999)

Neem nou Genesis 1. Op zichzelf een glashelder verhaal. God doet net of Hij een mens is: Hij volgt de werkweek van iedere ambachtsman. Hij overlegt bij zichzelf, denkt na, en maakt stukje bij beetje zijn meesterstuk voor het gilde van de scheppers. En als het klaar is geniet Hij van zijn werk. Hoe wonderlijk hei alles ook is wat hier gebeurt, het is tegelijk verbluffend herkenbaar: de grote God, de machtige, die spreekt en het is er, die beveelt en het gebeurt (Psalm 33:9). Hij geniet van zijn voltooide werk als de grootmoeder die haar afgebreide trui eerst maar eens een dag op de kastdeur hangt om te zien boe mooi-ie is. Haast vanzelf voel je met God mee: wat was Hij blij toen alles zo mooi geworden was! Lees verder

Bungee jumpen met Gods geboden

Bij de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 8 (april 1999)

Soms heb je dat. Meestal zo op de grens tussen wakker zijn en slapen, of tussen slapen en wakker worden. De gedachte is zó helder, het inzicht zó diep, dat je haast niet gelooft dat je het zelf bent die dit denkt. Ineens gaat je het licht op over iemand, over een situatie, over een probleem. Ineens zie je verbanden en overeenkomsten. Overweldigend. Zo overweldigend vaak dat je het ’s morgens al niet meer weet, of dat je in de auto naar je werk je hersens afpijnigt over wat je toch een uurtje geleden dacht. Maar soms blijft er iets van hangen. Lees verder

Blij omdat het moet

Over de godsdienst van de opgewektheid

Bij  de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 7 (maart 1999)

‘Als ik ooit iemand zou vermoorden,’ zei pater Brown, ‘zou het waarschijnlijk een optimist zijn.’
‘Waarom?’ riep Merton geamuseerd uit. ‘Denk je dat mensen een hekel hebben aan opgewektheid?’
‘Mensen houden van regelmatig lachen,’ antwoordde pater Brown, ‘maar ik denk niet dat zij houden van een permanente glimlach. Opgewektheid zonder humor is iets buitengewoon irritants.’
‘… de godsdienst van de opgewektheid’ – ‘Dat is een wrede religie,’ zei de priester, en keek uit het raam. ‘Waarom konden ze hem niet eens wat laten huilen, zoals zijn vaders voor hem?’

Lees verder

Wat er wemelt en krioelt

Bij de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 7 (februari 1999)

De kinderen zitten op hun hurken achter in de tuin. Met een stok was er een tegel gelicht. Samen hadden ze hem rechtop gezet, en toen achterover gegooid. Nu dringen ze samen rond die ene plek zand en grond, waar het wemelt en krioelt. Net als in de grote-mensen-wereld, is daar een stad ondergronds, waar geleefd wordt. Tussen alle insecten slingert zich de regenworm, dat wonderdier waarvan ze later zullen ontdekken dat-ie op de kerk lijkt: snijd hem door en de beide helften leven verder. Gefascineerd griezelend kijken de kinderen toe, en roeren met hun stokjes in de levende massa. Lees verder